Vademecum voor de practica
wetenschappen
technieken en recepten voor de
leerkracht wetenschappen
Steel
verwijderen, blad papier met haarlak bespuiten en hoed erop leggen. Kleur van
het papier aanpassen aan de kleur van de sporen. Afdekken en op een warme plaats
wegzetten. Na enkele dagen deksel en hoed verwijderen en figuur fixeren met
haarlak.
Proef
lukt ook met champignon uit winkel. Wit papier gebruiken, de sporen zijn bruin.
onderzoek van dieren in
afgevallen bladeren |
Bladeren
in bekerglas doen en afdekken met een nylonkous. Het geheel tien centimeter diep
begraven en na enkele weken opnieuw onderzoeken. Hiervoor bladeren overbrengen
in zeef met mazen van ongeveer 2 mm. Zeef boven een trechter brengen en
belichten met lampje van veertig watt. Diertjes opvangen in een
water-alkoholoplossing.
vlieggaten voor
nestkastjes |
26
mm : kleine mezensoorten (pimpelmees, kuifmees, zwarte mees, matkopmees)
32 mm : koolmees, maar ook huismussen, soms de gekraagde roodstaart
46 mm : gekraagde roodstaart maar ook spreeuwen
functie van de dunne darm |
Kloktrechter
afdichten met cellofaan (darmwand)
en vullen met oplossing van glucose en zetmeel (darminhoud). Kloktrechter in
bekerglas met water plaatsen. Water na verloop onderzoeken
met
lugol en clinistix.
opnemen van
voedingstoffen uit de bodem |
Twee
quasi identieke plantjes in gedestilleerd water plaatsen. Aan één fles een
laagje teelaarde aanbrengen. De wortels van dit plantje moeten echter in het
water blijven.
bepaling van het
watergehalte van planten |
Handvol
groente fijnhakken en in kroesje brengen. Volgende metingen doen :
1. massa kroesje
2. massa kroesje + groenten
3. massa groenten (2-1)
Kroesje overbrengen in droogstoof tot konstant gewicht
4. massa kroesje + gedroogde groenten
5. massa gedroogde groenten (4-1)
6. massa water in groenten (5-3)
7. % water : 100 x (6) / (3)
aantonen van mineralen in
plantenas |
Kroesje
met gedroogde groenten uitgloeien of sigaretteas gebruiken. Oplossen in verdund
zuur, filtreren en onderzoeken met :
1. kaliumferrocyanide : blauwe kleur
in aanwezigheid van ijzer
ammoniumthiocyanaat : rode
kleur in aanwezigheid van ijzer
(3
g NH4SCN in 100 ml aq.dest.)
2.
kaliumthiocyanaat : rode kleur in
aanwezigheid van ijzer
3. ammoniummolybdaat : gele kleur in
aanwezigheid van fosfaten
4. zilvernitraat : wit neerslag in
aanwezigheid van chloriden
5. difenylamine : blauwe kleur in
aanwezigheid van nitraten
6. bariumchloride : wit neerslag in
aanwezigheid van sulfaten
7. filtraat met NH4OH neutraliseren tot neerslag optreedt
ammoniumoxalaat : wit neerslag
in aanwezigheid van calcium
(5 g (NH4)2C2O4.H2O in
100 ml aq.dest.)
8. vlamtest met platinadraad : gele
kleur wijst op natrium
9. vlamtest met platinadraad en
cobaltglas : blauwe kleur wijst op kalium
aantonen van zuurstofgas
met indigokarmijn |
Een
gele oplossing kleurt blauw in aanwezigheid van zuurstofgas. Een weinig
indigokarmijn oplossen in dater. Druppelsgewijs een natriumdithioniet-oplossing
toevoegen tot kleuromslag.
aantonen van zetmeel in
bladeren |
Bladeren
30 sec in kokenD water dompelen. Ontkleuren in kokende alkohol. Opnieuw even in
kokend water dompelen. Behandelen met lugol. Eventueel blad afzonderen in kolf
met NaOH (absorbeert CO²).
kweek van
pantoffeldiertjes (Paramecium sp.) |
Hooi
of afgestorven plantendelen in water brengen. Na drie tot vier weken volgen de
wimperdieren de flagellaten (als Phacus of Bodo) op. Zorg voor een groot
contactoppervlak met de lucht en een temperatuur iets boven 20°C. Na de
pantoffeldiertjes volgen de raderdiertjes en ne een 6-tal weken ééncellige
groene wieren, kiezelwieren en soms amoeben.
microscopisch onderzoek
van pantoffeldiertjes |
Dieren
kunnen in hun beweging vertraagd worden door een 5 promille oplossing van
nikkelsulfaat.Een vergroting van 60x volstaat reeds.
Kleuring
van de wimpers :
1. Chloorzink-jodide (30 g ZnCl² + 5 g KI + 1 g I² in 100 ml H²O), vergroting
100x tot 450x
2. NOLANDS-oplossing (80 ml verzadigde fenoloplossing + 20 ml 40% methanal + 4
ml glycerol + 20 ml gentiaanviolet)
3. vitaalkleuring met 0.5 promille methyleenblauw
Waarnemen
van de kloppende vacuole :
1. 0.5 promille methyleenblauw
2. oostindische inkt laat de toevoerkanalen zien
3. vertragen van de werking met 2% KCl-oplossing
Kleuring
van de kernen :
1.
macronucleus : karmijnazijnzuur (verzadigde oplossing van karmijnrood in kokende
45% ijsazijnoplossing) kleurt de kern donkerrood
2. micronucleus : een druppel 2% formol en een druppel methylgroen-azijnzuur (1%
methylgroen in een 1% azijnzuuroplossing) kleurt beide kernen diepblauw
3. formol-methylgroen-azijnzuur (100 ml 2% formol + 1 g methylgroen + enkele
druppels ijsazijn) kleurt de kernen groen en het cytoplasma paars
Kleuring
van de voedselvacuolen :
1.
1 promille neutraalrood-suspensie
2. 3 g gist + 30 mg kongorood + 10 ml aq.dest. toevoegen met de punt van een
prepareernaald; na 10 min inwerking vallen de dieren stil; de voedselvacuolen
zijn verschillend gekleurd volgens de zuurtegraad binnenin : oranje bij pH 5,
blauw bij pH 3
Kleuring
van de mitochondriën :
vitaalkleuring
met neutraalrood gevolgd door 0.1 promille janusgroenoplossing; na 30 min
inwerking zijn de mitochondriën zichtbaar als licht-blauwe korrels
Kleuring
van reservestoffen :
1.
KI³-oplossing (glucogeen)
2. Sudan III (0.1 g Sudan III + 50 ml ethanol + 50 ml glycerol) toont na 1 à 2
min de aanwezigheid van oliedruppels
gedrag van
pantoffeldiertjes op prikkels |
Zuurstofconcentratie
:
Sluit
een luchtbel mee in het preparaat. De dieren concentreren zich rond de luchtbel.
Verdunde
zuren :
Kleur
een druppen 0.02% azijnzuur met kogorood en breng een druppel in het preparaat.
De dieren concentreren zich rondom de druppel.
Opgeloste
zouten :
De
dieren mijden een korrel NaCl naarmate deze oplost
Electriciteit
:
De
dieren verzamelen zich rond de kathode van een 2 V-element.
1.
Amoeba limax wordt soms aangetroffen in het kaamvlies van een jonge
hooi-infusie. Bekijk met vergroting 400x en halfgesloten diafragma
2. mosbegroeiing van met stro bedekte daken enkele dagen in water leggen. Neem
een druppel water aan het oppervlak. Kans op amoeben en raderdieren.
3. Amoeba proteus is te vinden op rottende bladeren op de bodem van vijvers en
de onderkant van de bladeren van een waterlelie.
4. veenmos uitknijpen in een beker. Na enkele uren het water aan de oppervlakte
onderzoeken; laat eventueel een dekglas op het water drijven en onderzoek na
enkele uren de onderzijde van het dekglas.
5. breng in een petrischaal 15 ml aq.dest., 1 gram tuinaarde en 6 niet-gekookte
rijstkorrels en plaats deze in een broedstoof bij 37°C. Neem na 24 u een weinig
water uit de buurt van de rijstkorrels en breng deze over naar een vaste
gesterliseerde voedingsbodem (10 g maïsmeel + 20 g agar-agar oplossen in 1 l
kokend water); plaats de voedingsbodem opnieuw in de broedstoof bij 37°C. Na 1
à 2 dagen komen aan het oppervlak talrijke amoeben voor.
De
broodspons is een vastzittend dier dat in ruime hoeveelheid kan verzameld worden
zowel aan onze kust en vooral aan de Noord-Franse. Het zijn groene kolonies op
de onderkant van rotsen en grote stenen in de getijdenzone.
Bewaring
:
gedurende
jaren in 1% formol
Fixeren
:
1.
absolute ethanol
2. SCHAUDINN-fixator (1/3 ethanol + 2/3 verzadigde HgCl²-oplossing + enkele
druppels ijsazijn)
3. BOUIN-fixator (150 ml 80% ethanol + 60 ml 40% methanal + 15 ml ijsazijn + 1 g
picrinezuur)
Dwarscoupes
:
Gefixeerde
sponsen tussen twee stukjes peen klemmen en snijden. Onderzoeken in xylol of
overbrengen in water en 5 à 10 min kleuren met haemaluinoplossing, vervolgens
10 tot 20 min spoelen in water.
Spicula
:
Stukjes
spons in 10% NaOH-oplossing brengen en de reageerbuizen in een kokend waterbad
plaatsen. De spicula blijven achter op de bodem van de regeerbuizen.
Spongine
:
Kleine
stukjes spons in vers javelwater brengen. Het witte bezinksel voorzichtig met
water spoelen en op een draagglas brengen. Spongine is waar te nemen als een
netwerk van fijne draadjes.
onderzoek van de
zoetwaterpoliep |
(groene
zoetwaterpoliep (Chlorohydra viridissima) of bruine zoetwaterpoliep (Hydra
vulgaris))
Verzamelen
:
In de lente, in traag stromend en stilstaand zoetwater. Stalen nemen in de
buurt van waterplanten en de planten zelf. Overbrengen in glazen bakjes en een
dag rustig laten staan onder 20°C. Kijk naar de wanden en de planten. Voeden
met Daphnia of Cyclops en een paar Vallisernia- en/of Elodeaplantjes toevoegen
voor zuurstofproductie.
onderzoek van de
trilwormen (Planaria Nigra) |
Verzamelen
:
De
vrijlevende platwormen komen voor in vijvers, beken en andere stromende wateren.
Ze leven zowel op de bodem (onder stenen) of in de laag eendekroos. Planaria’s
kunnen in groot aantal gevangen worden door een stuk rauwe lever enkele uren in
een beek met traag stromend water te leggen. Dendrocoelum lacteum kan hier ook
voorkomen. Planaria’s driemaal per week voederen met stukjes aardworm,
Dendrocoelum met zoetwatervlooien.
Fixeren
:
1. Breng een dier op een voorwerpglas in een druppel water en wacht tot het
uitgestrekt is. Bedek met een tweede glaasje en klem de twee vast (bvb met
paperclips). Breng dit preparaat in een warm mengsel van 100 ml verzadigde
HgCl2-oplossing met 5 ml ijsazijn. Na 10 minuten wassen in koud water en harden
in 96 % ethanol.
2. Breng een aantal dieren in een petrischaal met juis genoeg water om ze te
bedekken. Voeg ofwel enkele kristallen thymol ofwel zoveel HNO3 tot de schaal
gevuld is. Zodra de wormen gestrekt zijn, de vloeistof afgieten. De dieren
overbrengen in fixeervloeistof volgens GILSON (5 g HgCl2 + 4 ml
80 % HNO3 + 1 ml ijsazijn + 15 ml 95 % ethanol + 220 ml aq. dest.).
Fixatieduur : 3 dagen.
Maken
van een totaalpreparaat na fixatie :
Breng het draagglas met het dier gedurende enkele minuten in 96 % ethanol,
vervolgens in een mengsel van 50 % ethanol en 50 % xylol, en daarna insluiten in
Caedax. Kleuren is mogelijk.
Kleurtechnieken
:
1. Gefixeerde wormen twee uur in BORAX-KARMIJN
brengen. Het overkleurde preparaat differentiëren in zure ethanol (1 % Hcl
in 70 % ethanol). Gebruik een kleine vergroting om het proces te volgen tot de
inwendige organen helder zijn. Preparaat vervolgens overbrengen in 70 % ethanol.
Zie verder hierboven.
2.
Kleuring volgens MAYER : stamoplossing bereiden door 4 g karmijnrood te mengen
met 15 ml
aq.
dest. en vervolgens 30 druppels geconcentreerd HCl toe te voegen. De vloeistof
koken tot het karmijnrood oplost. Vervolgens 95 ml 85 % ethanol toevoegen en
filteren. Neutraliseren met NH4OH.
Voor kleuring de stockoplossing verdunnen tot 10 % met zure 70 % ethanol. De
kleuring kan verschillende uren doorgevoerd worden. Overkleurde preparaten
differentiëren in zure ethanol.
onderzoek van de
spoelworm (Ascaris sp.) |
Ascaris
sp. leeft als parasiet in de dunne darm van paard en varken. Men kan ze in
slachthuizen betrekken.
Fixatie
voor korte perioden :
10 % formaline
Fixatie voor langere perioden :
CARNOY-fixator gebruiken : meng 60 ml ethanol met 30 ml chloroform en 10 ml
ijsazijn. Voor een eventuele dissectie kan de geur van chloroform verwijderd
worden door de dieren gedurende een paar uur in stromend water te plaatsen.
onderzoek
van de spoelworm (Rhabditis sp.) |
Rhabditis
sp. leeft in vochtige bodem van afbraakprodukten.
Verzamelen
van dieren :
Vul een bekerglas half met vochtige aarde.Leg bovenop de aarde enkele
stukjes rauw vlees en dek de beker af tegen uitdrogen. Ingekapselde larven
worden aktief en voeden zich met het sap van het rottende vlees. Na een week
zijn talrijke volwassen dieren te vinden onder het vlees.
Aanleggen
van een reinkultuur :
Enkele vrouwelijke exemplaren (groter dan de mannetjes) overbrengen in
petrischalen met een vaste 2 % agarbodem. Voeden met enkele druppels van het
kaamvlies van een hooi-infusie.
onderzoek
van raderdieren (Rotifera) |
Raderdieren
komen doorgaans in grote hoeveelheden voor in enkele weken oude hooi-infusies.
Microscopisch
onderzoek :
1. de beweging van de dieren kan vertraagd worden met een druppel 2 % methylcellulose
of met een druppel 0.5 promille NiSO4-oplossing.
2. vitaalkleuring is mogelijk met een 0.002 promille neutraalrood.
onderzoek
van aardworm (Lumbricus sp.) |
Verzamelen
:
Men kan de dieren naar de oppervlakte lokken door de grond te begieten met
een verdunde mosterdoplossing of een verdunde oplossing van kaliumpermanganaat.
Fixeren
:
1. giet in een erlenmeyer met de dieren zoveel 1 % chloroform dat er na het
aanbrengen van een stop geen lucht meer boven de vloeistof zit.
2. gebruik dezelfde methode met 30 % ethanol.
3. breng de dieren in een afgesloten kolf met een prop watten gedrnkt in ether.
voedingsoplossing
voor zoetewaterwieren |
Plaats
de cultuur in het licht, maar niet in volle zon. Maak een oplossing met volgende
samenstelling :
Per liter aq. dest . : 1 g Ca(NO3)2 + 0.25 g Kcl + 0.25 g MgSO4 + 0.25 g KH2PO4
+ enkele druppels FeCl3
BELANGRIJKE
OPMERKINGEN
-
Het naarbinnen slaan van een steekvlam vermijden door een propje staalwol aan te
brengen
- het Kipp-toestel is praktisch enkel bruikbaar voor de ontwikkeling van
van CO2 en H2S, zeker NIET voor H2
- de vaste stof (bvb marmer voor de beereiding van CO2) in de middelste bol van
het Kipp-toestel aanbrengen, lieft op een bed van glazen knikkers
- de meeste ongelukken gebeuren bij dee bereiding van waterstof !
- telkens het eerste mengsel bij de twweede stof voegen
(deze pagina is nog niet volledig)
|