5.2.5 Johannes van der Toorn II
Gedoopt in Den Haag op 17 september 1741 en zoon van Gregorius van der Toorn en Jacoba de Windt, die op 8 mei 1740 waren getrouwd [H.G.A. D.T.B. fnr. 1794, nr. 246, p. 45 verso; H.G.A. D.T.B. fnr. 1794, nr. 370, p. 35 verso]. Bij de doop van Pieter van der Toorn in de nieuwe kerk door dominee Ostade, predikant te Gouda, waren Pieter van der Toorn (oom van zijn vader) en Johanna Middelvaart aanwezig als getuigen [H.G.A. D.T.B. fnr. 1794, nr. 1795 nr. 246 p 45 verso of 43 verso].
Ondertrouw op 30 april 1769 [Voet 1941, p. 117].
Gehuwd 1 in Delft op 15 mei 1769 in de Nieuwe Kerk met Dina van de Goorberg (geb. Delft - � Den Haag 28 december 1787) dochter van Dirk van de Goorberg, zilversmid te Delft en Johanna Oversloot [G.A. Delft D.T.B. inv. nr. 86; H.G.A. notarieel nr. 5556, p. 966; Delsman Va; Nieuwe kerk 28 december 1787].
Kinderen Gregorius (ged. 11 februari 1770), Dirk (ged. 8 september 1771, begr. 27 november 1776), Johanna Jacoba (ged. 13 juli 1772, tr.kerk 15 juni 1800 Christoffel Nohr, overl. 30 september 1852), Dirk (ged. 11 Maart 1778), Pieter (ged. 12 januari 1780), Hendrik Johannes (ged. 7 oktober 1781, begr. 14 januari 1782), Dina (ged. 26 januari 1783, begr. 6 april 1784), Adam (ged. 16 mei 1785), Dina (ged. 26 november 1786, overl. 18 september 1787, begr. 19 september 1787) [O Delsman Va].
Gehuwd 2 in Den Haag op 3 mei 1789 met Helena Heronima Pielat [H.G.A. D.T.B. fnr. 1794, bnr. 479, p. 165]
Kinderen Willem Diederik (ged. 21 november 1790, begr. 29 januari 1809), Helena Aletta (ged. 5 mei 1793) [O Delsman Va].
Overleden Den Haag, 18 januari 1824. In Voet 1941 wordt als overlijdensdatum 19 januari opgevoerd.
Zilversmid In eedboek opgenomen op 13 november 1769 [H.G.A. bnr 350 nr. 5036 p. 207; Voet 1941, p. 117]. In 1775 vervangt Albertus de Haas, François van Stapele na diens overlijden, als keurmeester. De positie van supernumeraire keurmeester is nu vrij gekomen en die wordt door Pieter van der Toorn ingenomen. Zijn taak is het de keurmeesters te helpen in hun waarnemende taak [H.G.A. bnr 350 nr. 16, p. 93 verso, 26 juli 1775; H.G.A. oud archief bnr. 376 nr. 54]. Op 23 augustus 1775 heeft de heer P. van der Toorn als aankomen supernumerair een dukaat aan de kas van het gilde betaalt (aantekeningenboek van het gilde voor het jaar 1774) [H.G.A. oud archief bnr. 376, nr. 54]. Uit een brief d.d. donderdag 8 december 1785 van Marcelis de Haan betreffende een voorstel hoe het gildenbestuur georganiseerd zou moeten zijn, blijkt dat Pieter van der Toorn als de supernumerair keurmeester ook deel uitmaakt van dat bestuur [H.G.A. oud archief bnr. 350 nr. 18 p. 193 verso]. Op 5 december 1787 wordt Pieter van der Toorn samen met A. de Haas keurmeester in het Haagse goud- en zilversmid gildenbestuur. D. Fortman wordt de deken van het gilde. In 1788 en 1797 was Pieter van der Toorn de deken van het gildenbestuur [H.G.A. oud archief bnr 350, inv. nr. 4884, z.p.].
Op 21 december 1809 verstuurde de minister van financiën aan de Landdrost van Maasland, de heer Poelman een brief over belastingontduiking gepleegd door de keurmeesters in Den Haag. In verband met deze belastingontduiking is P. van der Toorn ontslagen uit zijn functie als keurmeester. De keurmeesters van Den Haag schrijven een brief ter verdediging van P. van der Toorn aan de heer Poelman. Zij stellen dat de enige fout die de heer Van der Toorn gemaakt heeft is dat hij niet alles met een gekroonde O heeft gestempeld in 1807. Verder zijn er verzachtende omstandigheden omdat in de periode dat dit gebeurde hijzelf ziek was en hij daarna een sterfgeval in de familie had, verder was Van der Toorn een hele goede keurmeester. Hierop volgt een brief tussen de officiële instanties, over de schuldvraag. Is het fraude of onvoorzichtigheid? Proces verbaal nummer 60 van de minster van financiën, op 9 maart 1810, concludeert dat Pieter van der Toorn weer deel mag uitmaken van de keurkamer van Den Haag als extra-ordinair keurmeester. In een brief van Pieter van der Toorn d.d. 20 maart 1810 bedankt hij de heer Poelman. uitgebreid [A.R.A. 2.01.33 inv. 23].
In 1810 werd P. van der Toorn aangesteld als keurmeester in het departement Maasland voor Den Haag [A.R.A. 2.01.33 inv. 23 G3. 1810.12.18]. Op de beroepslijst van 1811 wordt vermeld dat Pieter van der Toorn keurmeester, een van de hoofdlieden van het fonds ter ondersteuning van de verarmde leden van het goud- en zilversmidberoep, kasthouder en goud- en zilversmid van beroep is [H.G.A. bnr. 350, nr. 5036, z.p.]. Op 29 maart 1823 legt hij zijn werk neer [Voet 1941, p.117]. Zijn specialiteiten waren zilveren hoofdbeuken, tooken enz. [Voet 1941, p. 117].
Meesterteken PT soms met punt ertussen soms erachter [Voet 1941, nr. 156-157; (1769-1811) Citroen 1993, p. 95]. T boven globe in ruit (vanaf 1812) [Voet 1941, nr. 157]. Het meesterteken P. T. is gebruikt van 1795 tot 1808. Meesterteken PT zonder punten gebruikt van 1769 tot 1811. Meesterteken PT. van 1769 tot 1811 gebruikt. [Citroen 1993, p. 95].
Huizen
Obligaties en leningen
Overige biografische gegevens
Gedoopt in Den Haag op 26 december 1747 en zoon van Gregorius van der Toorn en Jacoba de Windt, die op 8 mei 1740 waren getrouwd [H.G.A. D.T.B. fnr. 1794, 246, p.124; H.G.A. D.T.B. fnr. 1794, 479 nr. 17] Bij de doop van Johannes door dominee Muilman zijn Hendrik de Wint en Grietje van Bekem aanwezig als getuigen [H.G.A. D.T.B. fnr. 1794, nr. 246 p. 124].
Ondertrouw in Den Haag op 5 juni 1785 [H.G.A. D.T.B. bnr. 370, z.p.].
Gehuwd in Den Haag op 19 juni 1785 in de Scheveningse kerk met Maria Catharine Vrijthoff (geb. Den Haag 16 mei 1756, ged. 19 mei 1756, overl. Voorburg 1 januari 1841), dochter van Johannes Bernardus Vrijthoff en Geertruit Peijsel [H.G.A. D.T.B. fnr. 1794, 479 nr.17; H.G.A. D.T.B. fnr. 1794,-; H.G.A. D.T.B. fnr. 1794, -; H.G.A. D.T.B. fnr. 1794, zonder nummer; Delsman Vb].
Kinderen Gregorius Johannes (ged. 4 april 1786, overl. na 1830), Johannes Bernardus van der Toorn Vrijthoff (geb./ged. 2/6 april 1788), Carel Johannes (geb./ged. 15/19 juni 1789), Jacobus Gerardus (geb./ged. 8/10 augustus 1790), Johannes Adrianus (geb./ged. 15/27 mei 1792), Hermanus Adrianus (geb./ged. 20/22 oktober 1793), Pieter Hendrik (geb./ged. 9/14 december 1794), Geertruy (ged. 18 juni 1797) [Delsman Vb].
Overleden Den Haag 27 november 1832 [Voet 1941, p. 117; Delsman Vb]
Zilversmid ingeschreven op 11 november 1771 in het boek van het gilde [Voet 1941, p. 117]. Na 1 juli 1807 geregistreerd als kasthouder [H.G.A. oud archief bnr. 350, nr. 5036, z.p.]. Op 4 juni 1811 staat Johannes van der Toorn volgens de beroepen lijst nog steeds ingeschreven als goud- zilversmid in Den Haag [H.G.A. oud archief bnr. 350, nr. 5036, z.p.].
Meesterteken IT in rechthoek (1771-1811)[Voet 1941, nr. 145-146; Citroen 1993, p. 75], IT in een ruit met een toren (vanaf 1812) [Voet 1941, nr. 146], T (1771-1811) [Citroen 1993, p. 103].
Huizen
Obligaties en leningen
Taxaties
Overige biografische gegevens
Gedoopt in Den Haag op 10 december 1775 en zoon van Pieter van der Toorn en Dina van de Goorberg, die op 29 april 1769 waren getrouwd [H.G.A. D.T.B. fnr. 1794, 18, p. 94 verso; G.A. Delft D.T.B. fnr. 1794, nr. 86, z.p.]. Bij de doop van Johannes Adrianus door D. Munnekemolen in de Grote kerk waren Dirk van de Goorberg en Johanna Oversloot aanwezig als getuigen [H.G.A. D.T.B. fnr. 1794, nr. 18 p 94 verso].
Ondertrouw in Den Haag op 24 april 1803 [H.G.A. D.T.B. bnr. 370, nr. 116]
Gehuwd in Den Haag op 8 mei 1803 met Johanna Baggerman, (ged. Den Haag 31 oktober 1779) dochter van Ary Baggerman en Peternella Elisabeth Kannegieter [H.G.A. D.T.B. fnr. 1794, bnr. 370, nr.116; H.G.A. D.T.B. fnr. 1794, 249, p.125 verso].
Kinderen Dina Johanna van der Toorn (ged. 24 februari 1805, tr. Clemens J.J. Goffin officier), Johannes Adrianus (ged. 20 maart 1808, overl. 17 november 1830), Willem (geb. 1 oktober 1817) [Delsman VIb]
Overleden 7 juli 1849 [Delsman VIb]
Zilversmid ingeschreven op 29 oktober 1795 als meester goud- en zilversmid [H.G.A. bnr. 350, nr. 5036, p. 151]. In het overzicht van de leden van het goud- en zilversmidgilde in 1811 wordt J.A. van der Toorn als werkmeester genoemd [H.G.A. oud archief bnr. 350, nr. 5036]. Werk neergelegd op 1 mei 1838 [Voet 1941, p. 117].
Meesterteken IAT aaneengesloten (1795-1811) [ Voet 1941, nr. 239; Citroen 1993, p.58]. Een T boven een O in een ruit [Voet 1941, nr. 240].
Huizen
Gedoopt in Den Haag op 11 maart 1778 en zoon van Pieter van der Toorn en Dina van de Goorberg, die op 15 mei 1769 waren getrouwd [H.G.A. D.T.B. fnr. 1794, 250, p. 200; H.G.A. D.T.B. fnr. 1794, 370, p.116].
Gehuwd in Den Haag op 26 april 1807 met Maria van der Kruk, dochter van Cornelis van der Kruk en Alida van Os [H.G.A. D.T.B. fnr. 1794, 479, p. 52; H.G.A. 21 maart 1809 nr. 4544, p. 406].
Overleden Den Haag, 30 januari 1807 [H.G.A. D.T.B. fnr. 1794, 292, p.138]
Zilversmid: In 1811 genoemd als werkmeester [H.G.A. oud archief bnr. 350, nr. 5036, z.p.]. Naast zilversmid was Dirk van der Toorn ook etser en graveur [Delsman Va].
Meesterteken DT in schrijfletters hoofdletter [Voet 1941, nr. 244]; DT met een punt erachter (1807-1811) [Citroen 1993, p. 37].
Overige biografische gegevens
Bij het onderzoek naar de geschiedenis van de familie van der Toorn zijn vier interessante bevindingen gedaan. Twee daarvan zijn inzichten over het functioneren van het familiebedrijf en twee zijn correcties op Voet op genealogische gebied.
De twee inzichten zijn, ten eerste, dat de weduwe de leiding van de winkel en werkplaats overnam en dus niet doorgaf aan één van de zonen en, ten tweede, dat men reeds kon functioneren als zilversmid zonder een winkel en werkplaats geërfd te hebben.
De weduwe van Gregorius Rijkerszoon, Geetruit Pieters van Rossem, is de eerste echtgenote in de rij van weduwen Van der Toorn die het bedrijf voortzette na het overlijden van haar echtgenote. In het Haags gemeentearchief is namelijk de notitie gevonden dat de weduwe Van der Toorn de �nering� met vijf knechten voortzette [G.A Den Haag oud archief bnr. 350, 4886 z.p.].
Hillegonda van Dillingh, weduwe van Johannes van der Toorn I, wonende in de Bierstraat, wordt in 1745 in de lijst opgenomen van Haagse kashouders van goud- en zilversmeden [A.R.A. 1.01.44, inv. 28, p. 252 verso]. Dit is het enige bewijs dat zij de winkel voortzette na het overlijden van haar echtgenoot.
Na het overlijden van haar echtgenoot, Johannes van der Toorn II, is Maria Catharina Vrijthoff volgens dhr. E. Voet verder gegaan met de verkoop. Zo is er door haar een gouden ring verkocht met een T als meesterteken wat volgens Citroen een meesterteken van Johannes II is [Voet 1941, nr. 233]. Het is onbekend of zij dit daadwerkelijk ook gedaan heeft.
In het testament van Pieter van der Toorn en Helena Heronima Pielat staat dat "Het is vrij aan de vrouw om de winkel voor hare rekening aan te houden. Zij zal dan alleen al het goud en zilver dat aanwezig is over moeten nemen." [H.G.A. bnr. 372 notarieel 25 juli 1807 nr. 5556, p. 966-968].
Al met al zijn de vier bovengenoemde voorbeelden reden om aan te nemen dat in het algemeen de weduwe de leiding over de winkel en werkplaats overnam van haar overleden echtgenoot. Aangenomen wordt dat om dit te kunnen doen de echtgenotes, ook voor het overlijden van hun man, nauw betrokken waren bij de dagelijkse bedrijfsvoering.
Het testament van Pieter van der Toorn (17 september 1744 � 18 januari 1824) laat zien dat "De staande zilver- en goudkasten en alle �monster� kasten, lantaarn, hek, toonbank, schalen en gewicht en alles wat daartoe in den ruimste zin hoort" door zijn zonen Jan en Dirk geërfd werd. Ook zal Johannes van der Toorn II waarschijnlijk hebben geprofiteerd van het feit dat zijn vader vijf maanden voordat hij zilversmid werd overleed. Gregorius, Pieter, Johannes Adrianus en Dirk van der Toorn zijn echter reeds begonnen terwijl hun ouders nog werkten. Ook kan het niet zo geweest zijn dat zij als onderdeel van een bruidsschat een werkplaats verkregen van hun schoonvaders, die wel vaak zilversmid waren, omdat ook zij op dat moment nog werkten en er verder over dergelijke acties ook geen bronnen gevonden zijn. Dit brengt ons tot de conclusie dat het niet noodzakelijk was om via vererving een werkplaats te bemachtigen en dat het mogelijk was om zelfstandig een nieuwe werkplaats te kopen dan wel op te bouwen.
In het H.G.A. zijn twee interessante ontdekkingen gedaan die in tegenspraak waren met eerdere beweringen van Voet. De eerste betreft de bewering dat Gregorius van der Toorn hertrouwde met Barbara van Helden. Het enige huwelijk dat te vinden was van een Van der Toorn met een mejuffrouw Van Helden was het huwelijk van Jacoba van Helden en Gregorius van der Toorn. Deze informatie was moeilijk te rijmen met het feit dat de enige Gregorius die daarvoor in aanmerking kon komen al getrouwd was met Jacoba de Wint. Veel andere Van der Toorn�s die uit het D.T.B. bestand waren gekomen leken geen familie van de zilversmeden. Dit omdat andere predikanten hun kinderen doopten en de voornamen consequent verschilde van de traditionele namen die in de zilversmedenfamilie Van der Toorn gebruikt werd. Het uiteindelijke doorslaggevende bewijs was het boek van A. Dek, Het geslacht Van der Toorn : een vissersfamilie uit Scheveningen, Den Haag 1983. Dit boek werd gevonden bij het Genealogisch bureau en in de bibliotheek van het Vrije Universiteit Amsterdam.
De tweede bewering van Voet die weerlegd is, is de overlijdensdatum van Gregorius van der Toorn die Voet op 4 januari 1768 had gezet en in werkelijkheid 10 juni 1771 blijkt te zijn. Na het vinden van verschillende documenten was het onomstotelijk vast komen te staan dat dit onmogelijk kan zijn. Gregorius maakte een testament op, kocht een obligatie en verschillende huizen tussen januari 1768 en 1771.