5.2 De opeenvolgende generaties
5.2.1 Gregorius Rijkerszoon van der Toorn
De bekendste en meest bruikbare bron aangaande de Haagse zilversmeden is zonder meer E. Voet en H.E. van Gelder uit 1941. Sindsdien is er geen publicatie meer verschenen over de Haagse zilversmeden met hun merken en biografieën. Alleen K. Citroen heeft in 1993 nog een boek uitgebracht met merken en namen van Nederlandse goud- en zilversmeden tot 1812.
In eerste instantie is het onderzoek geconcentreerd geweest op het terugvinden en verifiëren van alle bronnen die Voet en Citroen gebruikt hadden. Citroen onthield zich echter van verwijzingen en kon dus niet geverifieerd worden. De enige vermelding van Voet betreft het �Oud Archief nr. 217 in het Haagsche Gemeentearchief�. In deze bundel zou zich informatie bevinden met betrekking tot het goud- en zilversmidgilde. Het bleek dat het archief in 1957 door Van �t Hart opnieuw geïndexeerd was. De nieuwe inventarisnummers zoals aangegeven in de concordance (omnummering) van Van �t Hart bevatten echter niet alle verwachtte gegevens. Zelfs na onderzoek van de gemeentearchivaris zelf is slechts een beperkte hoeveelheid van deze gegevens aan het licht gekomen. Met name het eedboek ontbrak. Voet spreekt namelijk over �Het eedboek of de eedboeken van de goud- en zilversmeden�. Op basis van dit eedboek heeft Voet zelfs tekeningen van meestertekens in zijn boek opgenomen terwijl hij zelf geen werk met deze meestertekens was tegengekomen. Ook na speciaal onderzoek van de gemeentearchivaris zijn slechts twee pagina�s betreffende de inschrijvingen in het eedboek van nieuwe goud- en zilversmeden gevonden als onderdeel van een register van nieuwe burgers. Inschrijvingen van eerdere en latere periodes zijn niet meer gevonden. Ook ontbraken tekeningen van meestertekens. Voet meld ook (op pagina 17) dat alle notulenboeken en rekeningen van het gilde verloren zijn gegaan. Toch zijn er enkele van deze zaken teruggevonden in het H.G.A. (oud archief nr. 217) en in het archief van de Staten van Holland (A.R.A. inv. nr. 1144).
Vervolgens is er gezocht naar andere literatuur en andere bronnen aanwezig in het H.G.A. (Haags Gemeente Archief), A.R.A. (Algemeen Rijks Archief) en het G.A. van Delft.
In een exemplaar van Voet/ Van Gelder in het Haags Gemeente Archief (H.G.A.) werd een briefje gevonden dat stelde: "Register der werklieden van Gouden en Zilveren werken, met aanduiding hunner meestertekens in hun kantore van Waarborg derzelve werken gevestigd te �s-Gravenhage 1812- +/- 1830. Dit register is tijdelijk geplaatst bij een aantal stukken bestemt voor Alg. R. Archief. 1 mei 1953 getekend G.T.". Ook met hulp van de gemeentearchivaris konden deze stukken niet achterhaald worden. Andere boeken die behulpzaam zijn geweest zijn Frederiks en Den Blaauwen. Allen baseerden zich echter op Voet en Citroen.
In het H.G.A. is de gehele index doorlopen om alle interessante bronnummers te achterhalen. De belangrijkste bronnen waren de doop-trouw-en begrafenisregisters (D.T.B.), Scheveningse Kerk bnr.324, de Klooster kerk bnr. 742, de weeskamer bnr. 402, het notarieel archief bnr. 372 en het oud archief bnr. 350. In bijlage II is een volledige lijst opgenomen met alle bronnummers waar informatie over de familie en/of het goud- en zilvergilde in zat. Ofschoon de index vaak bemoedigend was, is het zelfs voorgekomen dat er in werkelijkheid niks aanwezig was. Dit was het geval bij bnr. 376 met als zeer interessante beschrijving: "Enige archivalia worden bewaard in het archief van de Vereeniging tot instandhouding der van ouds bestaande Zilversmidsbus te �s-Gravenhage".
De belangrijkste vondst in het Algemeen Rijksarchief was correspondentie van essayeur-generaal Poelman (A.R.A. 2.01.33) over Pieter van der Toorn in de Bataafse-Franse tijd. De stukken behandelden de officiële reacties op de fouten die Pieter van der Toorn gemaakt had tijdens het merken van zilverstukken toen hij extra-ordinair keurmeester in het goud- en zilversmedengilde van Den Haag was. Daarnaast bevindt zich in het archief van de Staten van Holland (A.R.A. 1144) de minuut-resolutiën van 1786 met bijlagen. Deze bevatten verschillende kopieën uit de notulenboeken van het goud- en zilversmedengilde. Naast kopieën van andere stukken bevatte het notulenboek ook (incomplete) lijsten van namen van dekens en keurmeesters tussen 1683 en 1723 en tussen 1740 en 1785. Tenslotte heeft Dhr. J. Luijt geholpen door de gegevens die hij min of meer toevallig verzameld had in het H.G.A. en A.R.A. aangaande de zilversmedenfamilie Van der Toorn ter beschikking te stellen van dit onderzoek.
De voornaamste reden om ook in het gemeentearchief van Delft te zoeken was dat verschillende echtgenotes van de zilversmeden Van der Toorn voor hun huwelijk in Delft woonden. Toch zijn van verschillende personen niet de doop- en trouwgegevens gevonden in het Delftse D.T.B. In deze gevallen is het verband vooral tussen de aangetrouwde vrouw en haar ouders door middel van testamenten en doopgetuigenverklaringen uit het H.G.A. gemaakt.
De laatste belangrijke bron van informatie was Dhr. Delsman die enkele nog ontbrekende gaten in de familiestamboom heeft helpen invullen waardoor de uiteindelijke stamboom, zoals weergegeven in bijlage I, kon worden vervaardigd. Dhr. Delsman is een nazaad van de familie Van der Toorn, hij heeft genealogisch onderzoek naar zijn familie verricht. Hij heeft de familie Van der Toorn met behulp van Romeinse cijfers ingedeeld. In de tekst wordt middels deze cijfers naar de desbetreffende onderdelen van het werk van Dhr. Delsman verwezen.
In de volgende paragraaf over de individuele zilversmeden Van der Toorn worden alleen die zilversmeden behandeld waarvan ook daadwerkelijk werk bekend is. Lambertus van der Tooren (actief 1664 ?- 1670) en Bartholomeus Arnoldus van der Toorn (30 maart 1716- na 1768) werkten beide uitsluitend in Rotterdam en vallen daarom ook buiten dit onderzoek van de Haagse zilversmedenfamilie.
Geboren Rotterdam ca. 1653, waarschijnlijk zoon van Richart van der Tooren en Sara Goris omdat Richart samen met zijn zus Sussanetje van der Tooren meermaals getuigen waren bij de doop van de kinderen van Gregorius Rijkerszoon in de Nieuwe Kerk te Delft [Delsman I; G.A. Delft D.T.B. fnr. 1794, nr. 11, folio 88 ; H.G.A. oud archief 350, 1052, folio 14].
Ondertrouw 1 Delft, 14 januari 1673, met Cornelia Pieterse Lette (*Delft - � Den Haag 16 februari 1687) die de dochter is van Pieter Jacobsz Letten en Catarijna Jans de Hees [G.A. Delft, D.T.B. fnr. 1794, nr. 131, 14-01-1673; G.A. Delft D.T.B. fnr. 1794, nr. 71]. Deze personen zijn vermoedelijk de ouders van haar omdat zij ook getuigen waren bij de doop van verschillende kinderen van het echtpaar Van der Toorn. [G.A. Delft D.T.B. fnr. 1794, nr. 58, folio 189 verso en folio 204; G.A. Delft D.T.B. fnr. 1794, nr. 11, folio 146 verso].
Verhuizing van familie Gregorius van der Toorn van Delft naar Den Haag waar hij zich op 24 september 1680 inschrijft als nieuwe burger [H.G.A. bnr. 350 nr. 1052, folio 14]
Kinderen Sara (ged. Delft 16 augustus 1673), Sara (ged. Delft 16 September 1674), Pieter (ged. Delft 11 oktober 1675), Sara (ged. 18 februari 1677, begr. 16 februari 1761), Catrina (ged. 14 februari 1679), Pieter (ged. 16 juni 1680), Johannes (ged. 18 mei 1682), Johannes (ged. 29 februari 1684), Jacobus (ged. 8 juli 1685) [G.A. Delft D.T.B. nr. 11 doopboek oude kerk, folio 88; Delsman II].
Ondertrouw 2 Den Haag, 3 augustus 1687, met Geertruit van Rossen (* Den Haag 7 augustus 1667 - � Den Haag 19 juni 1713) waarschijnlijk dochter van Maarten Pieters van Rossem en Geertruyt van der Meer omdat zij meermaals getuigen waren bij de doop van de kinderen van Gregorius Rijkerszoon [H.G.A. D.T.B. fnr. 1794, 370, p. 21; Delsman II; Delsman II].
Kinderen Johannes (ged. 13 mei 1689), Geertruy (ged. 16 juni 1690), Maria (geb. 2 oktober 1691), Anna (ged. 8 april 1695, begr. 11 mei 1696), Maria (ged. 8 april 1695), Gregorius (ged. 23 juni 1697, begr. 15 augustus 1770), Lambertus (ged. 11 mei 1701), Martinus (ged. 25 maart 1703, begr. 5 april 1703) [Delsman II].
Overleden Den Haag, 14 maart 1709 [G.A Den Haag oud archief bnr. 350, 4886 z.p.] [Voet 1941, p. 21].
Zilversmid meesterteken gebruikt van 1685 tot 1709 [Citroen 1993, p. 130].
Meesterteken een kroon [Voet 1941, nr. 71; Citroen 1993, p. 130]. E. Voet 1941, heeft het meesterteken uit H.G.A. oud archief 217, gehaald. Dit archiefstuk is door nieuwe indexeringen onvindbaar geworden. Ook Voet heeft geen werk gezien van Gregorius Rijkerszoon van der Toorn.
Huizen
Obligaties en leningen
Overige biografische gegevens
Geboren in Den Haag op 13 maart 1689 [Voet 1941 p.116].
Gedoopt in Den Haag op 13 mei 1689, zoon van Gregorius Rijkerszoon van der Toorn en Geertruit van Rossen, die op 3 augustus 1687 in ondertrouw zijn gegaan [H.G.A. D.T.B. fnr. 1794, nr. 174 p. 111; H.G.A. D.T.B. fnr. 1794, 370, nr. 21]. Bij de doop van Johannes van der Toorn in de Kloosterkerk van Den Haag waren Maarten van Rossen en Maartje Ferse de aanwezige getuigen [H.G.A. D.T.B. fnr. 1794, nr. 174, p. 111].
Ondertrouw 25 maart 1714 [H.G.A. D.T.B. fnr. 1794, 479, p. 182].
Gehuwd in Den Haag op 8 april 1714 met Hillegonda van Dillingh (ged. Den Haag 14 februari 1691 - begr. Den Haag 17 juli 1755), dochter van Jacobus Barentsen van Dillingh en Aaltjen Dirkx van Lobith, weduwe van Jan Dijnsigh [H.G.A. D.T.B. fnr. 1794, nr. 479, p. 182; H.G.A. D.T.B. fnr. 1794, nr. 7, p.144; H.G.A. bnr. 377 D.T.B. fnr. 1794, nr. 272, 17 juli 1755; H.G.A. D.T.B. fnr. 1794, nr. 7, p.144; H.G.A. D.T.B. fnr. 1794, nr. 95, p. 402 verso].
Kinderen Gregorius (ged. 24 september 1715), Jacobus (ged. 6 april 1717, begr. 27 januari 1720), Gerardus (ged. 7 september 1718, begr. 5 maart 1721), Alida Catharina (ged. 27 mei 1720 in tegenstelling tot 27 maart wat Delsman beweert), Geertruy (ged. 24 juni 1722), Johanna (geb. ca. 1723), Jacobus Matthijs (ged. 10 november 1724, begr. 10 september 1726), Gerardus (ged. 17 november 1726, begr. 26 oktober 1747) [Delsman IIIb; H.G.A. weeskamer bnr. 402, nr. 94, p. 179; H.G.A. D.T.B. fnr. 1794, nr. 11, p. 98, 27 mei 1720].
Zilversmid ingeschreven in het eedboek van het gilde als meester goud- en zilversmid op 16 januari 1719 [H.G.A. oud archief bnr 350 nr. 5036 z. p.].
Meesterteken ruiten (drie) met een kroon [Voet 1941, nr. 91 (zonder meester); (1714-1743) Citroen 1993, p. 148].
Overleden Den Haag, 28 februari 1743 [H.G.A. bnr. 402, nr. 94, p. 179]. Begraven in de Nieuwe Kerk in Den Haag op 6 maart 1743 [H.G.A. bnr 377, D.T.B. fnr. 1794, 292, 6 maart 1743].
Huizen
Overige biografische gegevens
Gedoopt in Den Haag op 24 september 1715 en zoon van Johannes van der Toorn en Hillegonda van Dillingh, die op 8 april 1714 waren gehuwd [H.G.A. D.T.B. fnr. 1794, nr. 243, p. 40; H.G.A. D.T.B. fnr. 1794, nr. 479, p. 182]. Bij de doop van Gregorius II in de nieuwe kerk te Den Haag waren Jacobus en Katrina van Dillinck aanwezig als getuigen [H.G.A. D.T.B. fnr. 1794, nr. 243, p. 40].
Ondertrouw 24 april 1740 [H.G.A. D.T.B. fnr. 1794, nr. 370, p. 35 verso]
Gehuwd in Den Haag op 8 mei 1740 in de Scheveningse Kerk met Jacoba de Wint (ged. Den Haag 26 april 1716 - � Den Haag 2 april 1791 (conflictueus met Delmans begrafenis datum ), dochter van Jan de Wint en Willemina van der Kruijf [H.G.A. D.T.B. fnr. 1794, nr. 370, p. 35 verso; Delsman IV, 26 april 1716; H.G.A. transport 17 september 1755, folio 413 verso].
Kinderen Pieter (ged. 17 september 1741), Johanna (ged. 20 oktober 1743), Maria (ged. 19 september 1745, tr.kerk 8 april 1770 Hermanus Wielhesen, begr. 12 april 1771), Johannes (ged. 26 december 1747), Johanna (ged. 20 januari 1751), Hendrik (ged. 23 juni 1756, begr. 4 augustus 1766) [Delsman IV; H.G.A. weeskamer bnr. 402, nr. 95, p. 179 verso]
Overleden Den Haag 10 juni 1771 [H.G.A. bnr. 402, nr. 95, p. 179 verso].
Zilversmid Eedboek 16 juni 1738 [Voet 1941, p. 116].
Meesterteken GT in een ovaal met een punt tussen de letters [Voet 1941, nr. 103]. GT met een punt achter de T (1738-1768) [Citroen 1993, p. 46].
Huizen
Obligaties en leningen
Overige biografische gegevens