Limburgse Geschiedenis
Geschiedenis

Aanvankelijk werd het huidige Limburg bewoond door Keltische volksverbonden, waaronder de Tungri. De Eburonen waren een Germaanse volksstam die na een moedige aanval tegen de Romeinen door Caesar werd uitgeroeid. Hun leider Ambiorix wist te ontkomen. Vanaf de 4de eeuw trokken Germaanse stammen het Romeinse Rijk binnen.
Karel de Grote stierf in 814. In 843 werd zijn rijk in 3 verdeeld. Limburg behoorde tot Lotharingen, dat zich midden in een strijd tussen Duitsland en Frankrijk bevond. Het graafschap Loon deelde in de klappen. In de 14de eeuw werd Loon volledig door het prinsbisdom Luik ingelijfd. Van 1789 tot 1839 vormde Limburg samen met Nederlands Limburg een eenheid onder Frans (tot 1814), Hollands (tot 1830) en Belgisch bestuur (vanaf 1830). In 1839 werden beide Limburgen offici�el gescheiden en werd Limburg een van de negen provincies van het koninkrijk Belgi�.
De �Geschiedenis van Limburg� is opgedeeld in prehistorie (tot 57 v.C.), Romeinse tijd (57 v.C.-450 n.C.), Graafschap Loon (450-1366-, Prinsbisdom Luik (1366-1789), Franse tijd en Nederlands Limburg (1789-1830), Belgisch Limburg (1830-1945) en het Moderne Limburg (1945-nu). Meer over de geschiedenis van Limburg is te vinden in het Provinciaal Gallo-Romeins Museum in Tongeren en het Stedelijk Museum Stellingwerff-Waerdenhof in Hasselt (graafschap Loon). Ook grafvelden, tumuli en opgravingen herinneren aan de geschiedenis van Limburg.
Dialecten

H�t 'Limburgs' bestaat niet. Onder deze noemer kan je wel verschillende dialecten samenbrengen. Als je een niet-Limburger vraagt om de Limburgse dialecten te beschrijven, dan zal hij wellicht een gelijkenis met het Duits vaststellen. Omdat de dialecten ouder zijn dan de moderne standaardtalen, kan de oorsprong van het Limburgs natuurlijk onmogelijk in het Duits liggen. Toch slaat onze niet-Limburger de bal niet helemaal mis. Het Limburgs onderscheidt zich namelijk fundamenteel van de Brabantse en Vlaamse dialecten door de sterke invloed uit het oosten, meer bepaald door Rijnlandse taalelementen die ook in het Duits voorkomen.
Het Limburgs is een tak van de Germaanse oertaal. Sommige Hoogduitse kenmerken zijn later doorgedrongen tot de Limburgse dialecten. De nieuwe medeklinkers zijn terug te vinden in tal van Limburgse woorden. Een bekend voorbeeld is ooch. Er werden ook veel voornaamwoorden overgenomen uit het Hoogduits: ich (ik), mich (mij), dich (jij), uuch (u), uur (jullie), vee (wij), gee (gij), dzjee (gij) en hee (hij).
Ook het onderscheid van de sleep- en stoottoon - die aan de basis ligt van het Limbugse �gezang� - is een gemeenschappelijk kenmerk van de Limburgse en Rijnlandse dialecten. Door het gebruik van een sleep- of een stoottoon kan de betekenis van een woord wijzigen. Bijvoorbeeld: 'bein' kan zowel een been als twee benen betekenen en met 'bal' wordt een voetbal of een dansfeest bedoeld. Alleen een Limburger hoort het verschil. In de Limburgse dialecten zijn vanaf de 13de eeuw ook een aantal Brabantse woorden opgedoken: patat i.p.v. eerpel, gritsel i.p.v. hark of klappen i.p.v. kallen. De verdringing van 'du' door 'gij' in West-Limburg is een voorbeeld van die Brabantse uitbreiding
Het optekenen en bestuderen van afzonderlijke Limburgse dialecten gebeurt al meer dan 100 jaar. Lange tijd ging het daarbij uitsluitend om dialectologische detailstudies van bepaalde Limburgse taalverschijnselen of beschrijvingen van de klankleer of grammatica van ��n bepaald Limburgs dialect. Eerst in de voorbije decennia is bij de Limburgse dialectsprekers zelf, deels op individuele basis deels vanuit de heemkundige kringen, het inzicht gegroeid dat de dialectrijkdom ook in Limburg tot het bedreigde patrimonium behoort en dringend geconserveerd moet worden. Daarbij wordt spontaan op de eerste plaats aan de dialectwoordenschat gedacht. V��r 1980 bestond er nog nergens in Belgisch Limburg een lokaal dialectwoordenboek. Tussen 1980 en 1990 verschenen er 8 en tijdens de voorbije 10 jaar nog eens 12. Er staan momenteel her en der in de provincie nog een tiental lokale woordenboekprojecten op stapel. Tegelijk wordt er aan de universiteiten van Nijmegen en Leuven sinds de jaren '80 gewerkt aan een overkoepelend Woordenboek van de Limburgs Dialecten (WLD), waarvan inmiddels reeds 20 afleveringen verschenen. De WLD-redactie werkt momenteel volop aan het derde deel, Algemene Woordenschat, dat over enkele jaren voltooid moet zijn.
Het kan gek klinken, maar over de status en het gebruik van de dialecten in de provincie Limburg weten we ondertussen nog zo goed als niets. Er zijn de voorbije decennia wel een aantal wetenschappelijke studies (vaak licentieverhandelingen) gemaakt over de sociolingu�stische situatie in telkens ��n Limburgse dialectplaats. Het opzet, de groep ondervraagden en de concrete vragen verschillen daarbij echter telkens, zodat die lokale gegevens onderling moeilijk vergelijkbaar zijn en er geen uitspraken over de provincie in haar geheel uit afgeleid kunnen worden.
In het kader van de nieuwe provinciale dialectcampagne organiseert het Provinciebestuur vanaf juli 2000 een grootschalige dialectenqu�te en een representatief wetenschappelijk onderzoek naar de dialectsituatie in Limburg. Deze dialectenqu�te zal verspreid worden in Limburg. Het provinciebestuur hoopt hierbij ook op medewerking van de heemkundige kringen. De enqu�te zal ook te vinden zijn op de Ich kal ooch Limburgs website www.limburg.be/IchkaloochLimburgs. In een eerste fase zal via een zeer ruim verspreide schriftelijke enqu�te vanaf juli 2000 gepeild worden naar de opinies en attitudes van Limburgers met betrekking tot het dialect. Klopt het inderdaad dat Vlaanderens groenste provincie ook de meest dialectvaste is? Wat vinden de Limburgers over het gebruik van dialect, over dialectsprekende gouwgenoten en over de wijdverspreide tussentaal? Hoe vaak spreken ze zelf nog dialect, met wie en wanneer (niet)? Welke regioverschillen bestaan er binnen Limburg ten aanzien van het verstaan en spreken van dialect? Dit soort vragen zullen via het opinie- en attitudeonderzoek voor het eerst een wetenschappelijk onderbouwd antwoord krijgen voor heel Limburg.
In 2001 zal vervolgens in het tweede gedeelte van het wetenschappelijk onderzoek via een gerichte steekproef nagegaan worden hoe levend de Limburgse dialecten nog zijn en hoever het verdwijningsproces al gevorderd is. Met name de dialectvastheid en het dialectverlies van de Limburgers op het vlak van de woordenschat (wie zegt nog 'piepel' en wie kent alleen maar 'vlinder') zal in een aantal representatieve dialectplaatsen bij een doorsnede van de Limburgse bevolking gemeten worden.

My Favorite Links:
Home
Wessem
Volkslied
Taal
My Info:
Name: J�rgen Pascal Francesco Hartogs
Email: [email protected]
Hosted by www.Geocities.ws

1