Instituut voor Islamitische
Studies en Publicaties

 
 

 

Deze site tot uw startpagina maken? Klik hier!

ZEDEN EN GEWOONTEN

(ingezonden)

In ons ideaal als de perfecte gelovige streven wij Muslims ernaar zo dicht mogelijk bij onze Schepper te zijn. Dit kunnen wij bereiken door de Goddelijke wetten zo goed mogelijk te volgen. Het enkel en alleen lezen van Qur’ān en Hadīs is niet voldoende. Het doordrongen zijn van de betekenis is veel belangrijker, omdat wij alleen dįn ons doel kunnen bereiken, nl. dicht bij Allāh (swt) zijn.

De Heilige Profeet Muhammad (vzmh) heeft het belangrijkste doel voor zijn zending in de wereld en zijn methode om mensen op te roepen in de volgende woorden weergegeven:

“Ik ben slechts gezonden teneinde de goede zeden te vervolmaken”.

Deze geweldige boodschap had slechts als bedoeling om het morele karakter van de mensen te versterken. Alle Islamitische vormen van aanbidding, zowel verplichte als niet verplichte, zijn ontworpen als oefening en training om de mensen in staat te stellen correcte zeden en gewoonten te verwerven, rechtschapen te leven en dit alles ook vast te houden, ongeacht de omstandigheden.

De morele leerstelling van de Profeet (vzmh) laat zien dat de Islām was gekomen om de levens van de mensen te verlichten met het licht van de deugd en goede manieren, teneinde een opgewekt karakter te vormen en hun een goed gedrag te schenken. De Islām heeft al deze deugden en principes opgesomd en heeft haar volgelingen aangemoedigd om ze één voor één onderdeel te maken van hun leven. Louter leerstellingen en bevelen van geboden en verboden vormen niet de fundering van een goed zedelijk karakter in een samenleving, omdat deze dingen niet voldoende zijn om deze goede eigenschappen in het menselijk karakter te ontwikkelen. Om steeds beter een goed karakter onder de volgelingen te voeden en te ontwikkelen, is het noodzakelijk dat de leider een hoogstaander en edeler karakter en betere eigenschappen bezit dan zijn volgelingen.

De Profeet Muhammad (vzmh) was het beste voorbeeld van een goed zedelijk karakter. Hij riep zijn volgelingen op om datgene na te streven wat hij als voorbeeld gaf. Voordat hij adviezen gaf over hoe een zedelijk leven te leiden, zaaide hij eerst het zaad van moraliteit door zélf een dergelijk leven te leiden. Hij gaf zelf het excellente voorbeeld. Van de gewoontes en eigenschappen van de Profeet (vzmh) was één eigenschap algemeen bekend, nl. dat hij buitengewoon filantropisch was. Verder was hij nooit vrekkig. Hij was erg dapper en moedig. Hij keerde zich nooit af van de waarheid. Hij was altijd rechtvaardig. In zijn besluitvorming beging hij nooit enige mate van onrechtvaardigheid. Hij kwam zijn belofte altijd na. Hij was verdraagzaam en vergevensgezind. Gedurende zijn hele leven was hij waarheidlievend en een eerlijk bewindvoerder. Allāh (swt) heeft dan ook ieder Muslim geboden om de excellente gewoontes en de beste eigenschappen van Zijn geliefde Profeet (vzmh) te volgen en lering te trekken uit zijn leven. In sūrah Ahzāb vers 21 staat nl:

“Voorzeker hebt u in de Apostel van Allāh een uitnemend voorbeeld voor hem, die op God en de laatste dag hoopt en Allāh vaak gedenkt”.

Het is bekend dat een goed zedelijk karakter niet van het ene op het andere moment ontstaat; noch wordt het direct in het begin sterk en ferm. Het is een proces van geleidelijke opbouw volgens een vaste lijn, bijvoorbeeld: salāt, vasten, haddj, zakāt en andere vormen van aanbidding. Als deze vormen van aanbidding en daaraan gekoppeld het leven van de Profeet (vzmh) de harten van de mensen niet zuiveren, als zij de beste eigenschappen in hen niet ontwikkelen en als zij de relatie tussen Allāh (swt) en Zijn schepselen niet verbetert en versterkt, dan rest de mens niets anders dan vernietiging en wanhoop, aldus imām Muhammad Al Ghazali (r.a.).

Iedere Muslim wordt verantwoordelijk gehouden voor het zonder aarzelen aanwenden van goede manieren in de omgang met alle mensen, dus zowel Muslims als niet-Muslims. Het is voor ieder Muslim noodzakelijk dat hij zich waarheidlievend opstelt en oprecht en rechtvaardig is naar ieder medemens toe. Goede eigenschappen als liefdadigheid, je belofte houden, geduld, tolerantie, fatsoen, vrijgevigheid, enz. staan hoog in het vaandel van de Islām.

Geloof zonder zedelijkheid is daarom onvolmaakt. Zwakte in zeden is een bewijs van gebrek aan geloof. Geloof is een kracht dat de mensen afhoudt van lage eigenschappen en gemene handelingen. Het moedigt de mensen aan om hoogstaande eigenschappen en zuivere zeden te verwerven.

Het is daarom van belang dat wij als Muslims niet enkel en alleen leren hoe wij bijv. de salāt moeten verrichten, hoe wij ons moeten kleden, hoe wij moeten vasten etc., maar dat wij vooral goed doordrongen zijn van de diepere betekenis van de diverse vormen van aanbidding en deze tot een permanent onderdeel van ons leven maken. Alleen daardoor kunnen wij onze liefde voor Allāh tonen en Zijn nabijheid voelen.

Fizaz A. Nurmohamed

   

 

Hosted by www.Geocities.ws

1