Instituut voor Islamitische
Studies en Publicaties

 
 

 

Deze site tot uw startpagina maken? Klik hier!

BROEIKASEFFECT ALVAST THUIS BESTRIJDEN

Energiebesparing bij gelijkblijvende consumptie en productiviteit is mogelijk. Met bereidwillige consumenten zou de Nederlandse doelstelling om 6 procent minder broeikasgas te produceren, zelfs met gemak kunnen worden gehaald.

Huishoudelijke besparingen

Hij zou bijvoorbeeld moeten investeren in zuiniger verwarming, betere isolatie en allerlei slimme energiezuinige apparatuur die nu al op de markt is. Het huishoudelijk gebruik van gas en elektra zou daardoor met 30 tot 40 procent kunnen teruglopen.

Vervoer

Consumenten die daarnaast óók nog zouden afzien van verre vliegvakanties en de auto op korte ritten zouden laten staan, reduceren hun persoonlijke energiegebruik gemakkelijk met nog eens een kwart. Huishoudens zijn in Nederland verantwoordelijk voor 20 procent van het nationale energiegebruik. Door de helft van dat energiegebruik te sparen, neemt de nationale uitstoot van het broeikasgas kooldioxide met 10 procent af. Dat zijn forse besparingen, waarvoor de onderhandelaars in Den Haag ongezien zouden tekenen. Maar praktische milieutips komen in hun handboeken niet voor. Begrijpelijk, want in de praktijk blijkt dat 'vrijwillige strategieën' bij de meeste consumenten niet werken. Wat, uiteraard, veroorzaakt wordt door geld. Een klimaatvriendelijke woning of een energiezuinige wasmachine kost geld. Met de huidige energieprijzen kan die investering niet altijd worden terugverdiend. En dat terwijl de energetische besparing vaak enorm is.

De helft besparen

Zo zou de gelijktijdige installatie van een zonnecollector, een zonneboiler, een warmtepomp en een ventilatiesysteem dat warmte terugwint, de gemiddelde huishoudelijke energierekening in Nederland in één klap met 50 procent kunnen terugbrengen. Bij particuliere toepassingen is de techniek echter niet rendabel. Dat wil zeggen: niet in geld - wél in bespaarde energie. Bij grootschalige toepassingen op wijkniveau ligt dit al anders, vooral dankzij allerlei stimuleringssubsidies van de overheid. Volgens het ministerie van VROM is het technisch haalbaar om extreem zuinige woonwijken te bouwen waarin 50 procent energie wordt bespaard en de woonkosten gelijk blijven. In 1999 is in Amersfoort nog zo'n energiezuinige woonwijk, Nieuwland, geopend. Burgers die nu op eigen houtje een zonnepaneel op het dak laten plaatsen, verdienen daar niets aan. Een zonnepaneel met een oppervlakte van één vierkante meter levert per jaar tachtig kilowattuur stroom op voor ongeveer 120 gulden. Dat is vijf keer zo duur als stroom uit het stopcontact. Omdat de productie van zonnepanelen relatief veel energie kost, betekent het zelfs dat het apparaat vijf tot zeven jaar energie moet produceren om zijn eigen productie terug te verdienen. Pas daarna wordt het - in termen van klimaateffect - rendabel.

De zonneboiler (die via een paneel op het dak water opwarmt) is vaak weer wél economisch aantrekkelijk. Aangesloten op de verwarmingsinstallatie bespaart hij in een gemiddelde woning direct tien procent op het gasverbruik. Samen met een hotfill-wasmachine, die niet werkt op elektriciteit maar direct op de verwarmingsinstallatie wordt aangesloten, wordt het rendement nog groter. Zoals ook voor de hotfill-afwasmachines, die de afwas 5 procent energiezuiniger maken en daarmee zuiniger dan met de hand.

Wie wasgoed ophangt om te laten drogen en voor dat klusje geen machine gebruikt, bespaart jaarlijks 542 kilowattuur stroom. Huishoudens die echt niet zonder wasdroger kunnen, kunnen een klimaatvriendelijkere keuze maken door een gasgestookte droger te kopen in plaats van het gebruikelijke, energieverslindende apparaat op stroom.

Gasgestookte drogers zijn de helft zuiniger. Bij de aanschaf wordt een energiepremie van 350 gulden uitgekeerd waardoor de meerprijs van vijfhonderd gulden aardig wordt gecompenseerd. Niettemin worden er in Nederland jaarlijks maar enkele duizenden van verkocht.

Investeren in woningisolatie blijft een van de meest efficiënte methoden om het huishoudelijk energiegebruik terug te dringen. Het is in de Nederlandse woningbouw de gewoonte om vloeren, daken en wanden te isoleren met negen centimeter dik materiaal. Zo wordt die investering, met de huidige energieprijzen, overzichtelijk snel terugverdiend. Door simpel over te schakelen op isolatiemateriaal dat de helft dikker is, dalen de energiekosten van een gemiddelde tussenwoning al met 7,4 procent en die van een vrijstaand huis met 9,4 procent. Financieel verdient de investering zich terug na zeventien jaar.

Volkskrant, 25 november 2000

   

 

Hosted by www.Geocities.ws

1