Sarah en Ali zitten voor het raam. Ze kijken
naar buiten. Weet je waar ze op wachten? Op de vuilnisman! Iedere week
komen ze twee keer langs met een grote vuilniswagen. Ali vindt het prachtig
hoe de wagen werkt. Een grote klep gaat omhoog, en je kunt ook achterop
staan. De vuilnismannen zijn sterk en ze werken heel hard.
Wat zetten de mensen veel vuil op de stoepen
zeg! Waar komt dat allemaal vandaan? O, wat een rommel, wat vies en vuil.
Iedereen gooit maar alles op straat. Het is geen gezicht.
'Ja, daar komt de vuilniswagen!’ roept Ali.
De vuilniswagen komt eraan. De vuilnismannen stappen uit en gooien de
vuilniszakken achter in de wagen. Gelukkig dat is al weer een beter gezicht.
Mama is blij. Zo nu ziet onze straat er weer mooi uit, dank zij de vuilnisman,
Alhamdoelillah.
‘Mama mogen we ook het erf en de stoep voor
het huis schoonmaken?’ vraagt Sarah. ‘Natuurlijk, hier is de hark. Sarah
neem maar ook een vuilniszak mee.’ Ali en Sarah zijn er klaar voor. Ze
weten hoe het moet want ze hebben al zo vaak naar de tuinman gekeken.
Na een uurtje komen ze weer terug. Ze hebben al heel wat schoongemaakt.
‘Goed zo,’ zegt mama. Allah houdt van schoon
en netjes. Reinheid is de helft van ons geloof. Voor het vegen van de
straat krijg je als beloning een ijsje.
Beloven jullie dat je geen vuil
op straat gooit?
Doe het maar in de vuilnisbakken die op straat staan, dan blijft onze
straat mooi en schoon.