Er was eens een kleine jongen, die heel gauw
boos werd. Zijn naam was Hakim. Op een dag gaf zijn vader hem een zak
met spijkers met de opdracht, dat hij voor elke keer dat hij zijn zelfbeheersing
verloor, een spijker in het hekje op zijn achtererf moest timmeren.
De eerste dag presteerde Hakim het om 37
spijkers in het hekje te timmeren. Naarmate de dagen verstreken, werd
dit aantal echter, gelukkig maar, steeds minder. Hakim had namelijk ontdekt
dat het makkelijker was om zich te beheersen, dan om elke keer een spijker
in het hek te timmeren.
Uiteindelijk naderde de dag, dat Hakim de
hele dag door zijn boosheid in bedwang kon houden. Hij vertelde dit aan
zijn vader en die stelde hem voor, om voor elke dag dat hij zich niet
liet gaan, één van de spijkers uit het hek te trekken.
De dagen verstreken en op een goede dag kwam
Hakim zijn vader vertellen dat alle spijkers uit het hek waren gehaald.
De vader nam zijn zoon bij de hand, bracht hem naar het hek en zei: “goed
gedaan, mijn zoon, maar kijk naar de gaten in het hek. Het hek zal nooit
meer hetzelfde zijn. Wanneer je dingen in boosheid zegt, laten ze een
litteken als deze achter. Je kan iemand met een mes steken, het mes terugtrekken
en dan keer op keer zeggen dat het je spijt, maar daarvan zal de wond
niet genezen. Een wond aangericht door woorden kan evenveel schade aanrichten
als een lichamelijke wond.”
De les uit dit verhaal
Hoe vaak zeggen we geen dingen in boosheid zonder erbij stil te staan,
dat we op deze manier mensen kunnen kwetsen. Vaak vertellen we ook, al
dan niet uit boosheid, dingen over onze medemensen achter hun rug om,
denkende dat het geen kwaad kan. Wij moeten ons bezinnen eer wij beginnen
en onze woorden zorgvuldig uitkiezen. Beschouw in dit verband ook H. Qur’ân
49:12, waarin het roddelen over anderen wordt vergeleken met ‘het eten
van het vlees van een dode broeder’!
Medisch bekeken is boosheid slecht voor de
gezondheid (denk maar aan zaken als hoge bloeddruk, enz…). Het richt emotionele
schade aan, het veroorzaakt een slechte sfeer binnen onze sociale kring
en religieus gezien verstoort het onze relatie met onze Schepper.
Maar dit betekent niet dat boosheid totaal
verboden is of geen nut heeft voor de mensheid. Het is belangrijk voor
de bescherming van jezelf en je bezittingen. Zonder boosheid zou de mens
een lafaard zijn en een prooi voor slechtgezinde mensen. Boosheid met
betrekking tot voedsel, kleding, huisvesting en persoonlijke veiligheid
is goed en normaal. De H. Profeet Muhammad (s.a.w.) werd soms ook boos,
waarbij zijn gezicht zelfs rood aanliep. Maar hij bewandelde altijd de
gulden middenweg (de Islamitische manier) waarbij hij zaken als moed en
heldhaftigheid met mate toepaste.
Uit: Islamitisch tijdschrift
“The Message”.
Uitgegeven te Trinidad door de Muslim Literary Trust