Niet alle mensen zijn gelijk en dus bestaat
de mogelijkheid dat een vredelievend mens zich geplaatst ziet tegenover
een ander, die deze kwaliteit niet bezit. Volgens de wetten der moraal
is het toegestaan en - zoals wij zagen - soms wenselijk, dat de eerste
zich verdedigt. Het kan gebeuren, dat de agressor tot bewustwording komt
en zich tegenover iemand bevindt, die sterker is dan hij zelf, of hij
ziet in, dat door de gunstige omstandigheden, de ander toch zou overwinnen,
in een dergelijk geval wil de agressor niets liever dan vrede sluiten.
De verdediger is hier evenwel niet toe geneigd, daar hij de mogelijkheid
meent te zien, zijn vijand voorgoed ongevaarlijk te maken. Volgens de
Heilige Koran echter is dit niet toegestaan. Op deze wijze wordt de verdediger
tot agressor en maakt zich schuldig aan dezelfde fout die zijn tegenstander
beging. Hij brengt nu op zijn beurt ook harmonie, rust, en vrede in gevaar.
Deswegens moet men te allen tijde tot verzoening bereid zijn. Dit geldt
zowel voor het individu als voor de gemeenschap.
Hierover zegt de Heilige Koran:
“En als zij (de ongelovigen) tot vrede neigen,
neigt u er dan ook toe en legt uw vertrouwen in Allah. Voorzeker Hij is
Alhorend, Alwetend. En als zij u willen bedriegen is Allah voorzeker (als
Helper) toereikend voor u. Hij is het, Die u heeft versterkt met Zijn
hulp en met die der gelovigen.” 8:61-62
“De gelovigen zijn voorzeker broeders. Bewaar
daarom vrede onder uw broeders en weest godvruchtig opdat u barmhartigheid
moge worden betoond.” 49:10