Vergevensgezindheid wordt in de Koran als
een deugd beschouwd, welke Gode zeer behaagt. Hoewel het voor de boosdoener
opvoedend kan werken, indien men hem met gelijke munt zou betalen, moet
men toch steeds zijn verbetering als doel in het oog houden. Het betrachten
van vergevensgezindheid kan pas dan als een goed werk worden aangemerkt,
indien men dit met verstand en naar de omstandigheden verricht, dus zo,
dat de boosdoener dit niet voor laksheid of lafheid aanziet. Eenzijdigheid
is bij de verhouding jegens vijanden verkeerd. De Koran laat ieder mens
vrij hierin de juiste middenweg te kiezen, waardoor zijn verantwoordelijkheidsgevoel
wordt ontwikkeld.
Wij lezen hierover als volgt:
“Wedijver met elkaar in het vragen om vergiffenis
van uw Heer en om het paradijs, welks uitgestrektheid de hemelen en de
aarde is, bereid voor de godvrezenden.”
“Zij, die in voorspoed en in tegenspoed wel
doen en zij, die toorn onderdrukken en mensen vergeven; voorzeker Allah
heeft hen, die goed doen, lief.” 3:133-134
“Neig u tot vergiffenis en spoor tot vriendelijkheid
aan en wend u van de onwetenden af.” 7:199
“En indien gij vergeldt, doe dit dan naar
mate u onrecht werd aangedaan; maar als gij geduld toont (d.i. niet vergeldt),
dan is dat voorzeker het beste voor degenen die geduldig zijn.”
“En wees geduldig, voorwaar uw geduld is
alleen met de hulp van Allah (mogelijk). En treur niet over hen (ongelovigen),
noch maak u ongerust over hun plannen. Voorwaar Allah is met degenen,
die (God) vrezen en goed doen.” 16:126-128
“Doch de vergelding van het kwade is het
daaraan gelijke; maar wie vergeeft en verbetering voor ogen houdt, zijn
loon rust bij Allah. Voorzeker, Hij houdt niet van de onrechtvaardigen.
Maar er is geen verwijt tegen hen die zich verdedigen, nadat hun onrecht
is aangedaan.”
“Het verwijt is slechts tegen hen, die de
mensen onrecht aandoen en ten onrechte in het land opstand veroorzaken.
Dezen zullen een pijnlijke straf ontvangen.”
“En hij, die geduldig is (niet vergeldt)
en vergeeft - dat is voorzeker een (teken) van een sterk karakter.” 42:40-43
“Zeg tegen de gelovigen, dat zij diegenen,
die de dagen van Allah niet vrezen, moeten vergeven, zodat Hij Zelf het
volk moge vergelden voor hetgeen zij verrichten.”
“Wie goed doet, doet dat ten voordele van
zijn eigen ziel: en wie kwaad doet, doet dat tegen zijn eigen ziel. Tenslotte
zult gij tot uw Heer worden teruggebracht.” 45:14-15