Wij zijn allen afhankelijk van elkander en
dus is het nodig dat men anderen de helpende hand biedt. Dit moet echter
met verstand geschieden, zodat er geen misbruik van kan worden gemaakt.
Geeft men degene, die moet worden geholpen, daartoe gelegenheid en aanleiding,
dan schaadt men hem meer dan dat men hem helpt. Men moet bereid zijn om
zijn medemensen te helpen maar niet in zonde en overtreding.
Wij lezen in de Koran:
“Pleit niet voor degenen, die hun ziel onrecht
aandoen. Voorzeker Allah heeft degene die volkomen oneerlijk en een grote
zondaar is, niet lief.” 4:107
“En helpt elkander in deugdzaamheid en vroomheid
maar helpt elkander niet in zonde en overtreding. En vreest Allah, waarlijk
Allah is streng in het straffen.” 5:2