Instituut voor Islamitische
Studies en Publicaties

 
 

 

Deze site tot uw startpagina maken? Klik hier!

Broederschap en Eensgezindheid

Universele broederschap en eensgezindheid zijn zeer voorname punten op de weg van geestelijke vooruitgang en voor het welzijn van de mens. Nooit of te nimmer kunnen rust en vrede op aarde heersen, zonder hier naar te streven.
De Koran maakt geen onderscheid tussen de verschillende volkeren, rassen, of families. Wij zijn allen kinderen van één Vader en de aarde is de Moeder van ons allen. Zowel onze bestemming als onze oorsprong hebben wij met elkaar gemeen. Uiterlijke verschillen zijn onbelangrijk, zij kunnen hoogstens als herkennings- of onderscheidingsteken dienen voor onze dagelijkse aangelegenheden. Geen volk of mens staat boven andere volkeren of mensen bij de gratie van geboorte; slechts de verdiensten van ons innerlijke en uiterlijke leven bepalen onze positie. Niemand, die dit werkelijk begrijpt en aanvaardt, kan zich door zijn geboorte verheven voelen boven anderen. Hierover lezen wij het volgende:

“De gelovigen zijn voorzeker broeders. Bewaart daarom vrede onder uw broeders en wees godvruchtig, opdat u barmhartigheid moge worden betoond.”

“O, gij die gelooft! laat een volk het andere, dat waarschijnlijk beter is dan zij, niet bespotten, noch vrouwen andere vrouwen, die misschien beter zijn dan zij .... “

“O, mensdom! Wij hebben u uit man en vrouw geschapen en Wij hebben u tot volkeren en stammen gemaakt, opdat gij elkander moogt kennen. Voorzeker, de godvruchtigste onder u is de eerwaardigste bij Allah. Voorwaar, Allah is Alwetend, Alkennend.” 49:10, 11, 13

“O, gij die gelooft, vreest Allah zoals het behoort en sterft niet, tenzij gij Moslim zijt. En houdt allen tezamen aan Allah's richting vast en weest niet verdeeld en gedenkt de gunst van Allah, die Hij u bewees toen gij vijanden waart en Hij uw harten verenigde, zo werd gij door Zijn gunst broeders en gij waart aan de rand van een vuurput en Hij redde u er van. Zo legt Allah u Zijn geboden uit, opdat gij zult worden geleid. En laat er een groep onder u zijn, die tot goedheid aanspoort en tot rechtvaardigheid maant en het kwade verbiedt; dezen zijn het, die zullen slagen. En weest niet als degenen, die verdeeld waren en van mening verschilden, nadat de duidelijke bewijzen tot hen waren gekomen. Voor hen zal er een zware straf zijn.” 3:102 t/m 104

   

 

Hosted by www.Geocities.ws

1