Hadj is de jaarlijkse bedevaart naar
Mekka gedurende de maand Zul Hidja, de 12e maand op de moslimkalender.
De belangrijkste kenmerken van de Hadj
zijn de volgende:
het aantrekken van eenvoudige kleding
(twee ongezoomde witte doeken), als teken van gelijkheid;
de tawaaf (rondgang om de Ka’aba);
de sa’i (heen en weer lopen tussen de
heuvels Safa’ en Marwa);
verblijven op de vlakte van Arafat; dit
is het belangrijkste onderdeel van de Hadj.
Uit punten 2, 3 en 4 leren we het volgende:
Punt 2 (tawaaf): de Ka’aba is het eerste
gebedshuis op aarde, waar één God werd aanbeden. Door
de rondgang om de Ka’aba toont iemand zijn grote liefde voor deze Ene
God.
Punt 3 (sa’i): dit is ter herdenking
van Hagar, de vrouw van Abraham, toen ze heen en weer rende om water
te zoeken voor haar zoon Ismaël.
Punt 4 (Arafat): hier komen alle bedevaartgangers
op hetzelfde moment samen voor aanbidding. Dit is de grootste les in
eenheid, gelijkheid en broederschap die we ons maar kunnen wensen.
Aanbidden moslims de Ka’aba?
Helemaal niet.
De Ka’aba is sterk verbonden met de profeten Abraham en Mohammed, twee
heel belangrijke profeten in de Islam.
Omdat deze twee profeten de eenheid van Allah het sterkst hebben verkondigd,
wordt de Ka’aba als symbool van deze eenheid ieder jaar bezocht door de
bedevaartgangers.