Boeken van God zijn de openbaringen,
die Allah aan de Profeten had gegeven. Deze openbaringen worden boeken
genoemd, ook al waren die niet opgeschreven.
Enkele Boeken, die we vandaag kennen,
zijn:
de Thora van de Joden;
het Evangelie van de Christenen;
de Vedas van de Hindoes;
de Heilige Koran van de Moslims.
Zoals de Moslims in alle Profeten moeten
geloven, moeten ze ook in alle Heilige Boeken geloven.
Dit betekent niet, dat we in die Boeken moeten geloven, zoals we die vandaag
kennen. Vele van die Boeken zijn namelijk niet meer helemaal zuiver.
Geloof in de Boeken van God betekent,
dat wij geloven dat al deze Boeken vroeger, in hun zuivere vorm, door
Allah werden geopenbaard.
Hoe staat de Koran tegenover andere Heilige
Boeken?
De Koran noemt zichzelf een bevestiger
van vorige Boeken (2:89).
Dit betekent, dat alle Heilige Boeken
in het begin door Allah werden geopenbaard.
De Koran noemt zich een bewaker
van vorige Boeken (5:48).
Dit betekent, dat in de Koran de ware
leringen uit vroegere openbaringen bewaard zijn gebleven.
De Koran noemt zich een rechter
om tussen hun verschillen te beslissen (16:64);
Dit betekent, dat de Koran de veranderingen,
die in de vorige Boeken werden gemaakt, rechttrekt.
De Koran zegt dat hij alle leringen uit
vroegere Boeken vervolmaakt (26:2, 5:3).
Dit betekent, dat alle vroegere leringen,
die slechts voor een bepaalde tijd en een bepaalde plaats waren,
door de Koran werden vervangen door leringen, die voor altijd en
voor alle plaatsen bestemd is.
Ook betekent het, dat alle geestelijke
lessen, die de mens nodig heeft, in de Koran zijn geopenbaard.