deze leiding houdt in om het goede te
doen en het slechte te vermijden.
De Heilige Koran vertelt ons dat alle volkeren
een Boodschapper hebben gehad (10:47, 35:24).
De moslims moeten in al deze Boodschappers geloven, zonder onderscheid
(2:136, 2:285, 3:84).
Enkele namen van deze Boodschappers: Noach, Abraham, Mozes, David, Jezus,
Mohammed.
Volgens de Islam zijn de Profeten:
geen goden;
geen kinderen van God;
geen incarnaties van goden.
De profeten zijn gewone mensen geweest. Dit
is heel belangrijk, omdat wij hun voorbeeld alleen kunnen volgen, als
ze echt mensen zijn. En dat is dus ook zo. De profeten hebben ons, door
hun eigen leven, het voorbeeld gegeven hoe wij als mensen zo goed mogelijk
kunnen leven.
Het belangrijkste wat de verschillende
Profeten aan de mensen heben geleerd, zijn:
het geloof in één God en
Hem alleen dienen;
goed doen aan de medemensen.
Alle Profeten zijn gelijk, maar de Heilige
Profeet Mohammed (vrede zij met hem) had een hogere rang, omdat:
hij niet voor één volk
kwam, maar voor de hele mensheid;
zijn leer niet voor een bepaalde periode
was, maar voor altijd;
hij de godsdienst volledig heeft gemaakt
voor de mensen.
De Heilige Profeet Mohammed (vrede zij met
hem) was dus de laatste Profeet. Na hem zullen er geen profeten meer komen,
geen oude en ook geen nieuwe.
Maar dat betekent niet, dat na zijn dood de mensen geen openbaringen meer
kregen.
Openbaringen van Allah aan Profeten komen
niet meer voor, maar Allah geeft nog steeds lagere soorten van boodschappen
aan gewone mensen, ook al zijn zij geen profeten.