Instituut voor Islamitische
Studies en Publicaties

 
 

 

Deze site tot uw startpagina maken? Klik hier!

DE SCHEPPER EN WETENSCHAPPEN

Een reactie vanuit de Islâm

De Ware Tijd d.d. 20 april 2000

Op het artikel, welke verscheen in de rubriek “Opinie” van DWT d.d. 13 april j.l. onder de kop ‘De Schepper en wetenschappen’, willen wij hierbij reageren. In bovenvermeld artikel werpt de auteur de vraag op, of religie en wetenschap i.v.m. de evolutie van de mens samengaan of niet. Hierbij zet hij de volgende punten tegen elkaar uit:

  1. De schepping van het heelal is geschied in 6 dagen (volgens de Bijbel)
  2. Volgens de wetenschap daarentegen is het leven op aarde het resultaat van miljoenen jaren ontwikkeling
  3. In de Bijbel wordt gesproken van een zondvloed die alle levende wezens op de aarde, behalve de familie van Noach, uitgeroeid heeft. (Dus: zondvloed = omstreeks scheppingsdatum = omstreeks 4004 jaar vóór Christus).

Wat leert de Islâm over de schepping van het heelal?

Alvorens te beginnen: de Heilige Qur’ân is LETTERLIJK het Woord Gods en de voltooiing van alle voorgaande Heilige Geschriften (Qur’ân 98:3). Dit Boek bestaat (in de Arabische taal) overal ter wereld waar die wordt gebruikt nog steeds in de oorspronkelijke vorm, zonder dat sedert de openbaring ervan zelfs maar één letterteken is gewijzigd.

Qur’ân hfdst. 41:9-11 (gedeeltelijk):

“Zeg: Wat! Gelooft u waarlijk niet in Hem, Die de aarde in twee tijdperken geschapen heeft, en plaatst u gelijken naast Hem? Dat is de Heer der werelden. En Hij heeft daarop bergen op haar oppervlak gemaakt, en Hij heeft daarop gezegend en daarop haar voedingsmiddelen gemaakt in vier tijdperken: gelijkelijk voor degenen die zoeken.”

Volgens de Qur’ân is de aarde dus niet in zes DAGEN, maar in zes TIJDPERKEN geschapen. Merk op, dat het Arabisch woord “Yaum”, welke in de Qur’ân over het algemeen voor “dag” of “tijdsduur” wordt gebruikt, geen absoluut begrip is, maar een oneindig klein tijdsbestek (55:29) of een oneindig lange periode (70:4) kan betekenen. Hieruit kunnen we concluderen, dat de schepping van God inderdaad miljarden jaren kan hebben geduurd.

Als we deze verzen (41:9-11) met de theorie van Darwin vergelijken, kunnen we het volgende concluderen: in de eerste twee tijdperken zien we het ontstaan van de gloeiende massa en de vorming van de aardkorst. In de volgende vier tijdperken zien we het ontstaan van de bergen, daarna de oceanen (“Hij heeft daarop gezegend”) en vervolgens het planten- en daarna het dierenrijk (“en daarop haar voedingsmiddelen gemaakt”). Een opvallende gelijkenis!

Betreffende de schepping van de mens leert de Qur’ân ons het volgende (15:26):

“En voorzeker hebben Wij de mens van gedroogde klei geschapen, van zwart slijk, tot een gedaante gevormd.”

32:7-9: “Die ieder ding dat Hij geschapen heeft, goed maakte, en Hij begon de schepping van de mens uit stof. Daarna maakte Hij zijn nakomelingschap uit een extract, uit geringgeschat water. Daarna maakte Hij hem volkomen en blies in hem van Zijn geest, en maakte voor u de oren en de ogen en de harten…”.

Hieruit kunnen we begrijpen, dat de mens niet in één keer op aarde kwam in de vorm zoals we die nu kennen, maar dat ook die mens een evolutieproces heeft doorgemaakt, precies zoals de rest van God’s schepping.

“Er kwam waarlijk een tijdruimte over de mens, wanneer hij geen vermeldenswaardig ding was.” (Qur’ân 76:1)

Uit dit vers kunnen we ook afleiden, dat de geestelijke vermogens van de mens pas ontstonden tijdens (of na) de fysieke volmaking, aangezien pas met die vermogens de mens “vermeldenswaardig” werd.

De zondvloed

Betreffende de zondvloed leert de Qur’ân ons, dat die NIET de gehele aarde omvatte. De profeet Noach was niet gestuurd als waarschuwer voor de gehele mensheid (dat is ook onmogelijk, gezien de communicatiemiddelen van toen) maar slechts voor een bepaald volk (Qur’ân 7:59 en 11:25), zoals volgens de Qur’ân ook andere profeten slechts tot een bepaald volk werden gezonden. Slechts de Profeet Muhammad werd gezonden voor alle volkeren (21:107).

Volgens Qur’ân 7:64 werden alleen degenen verdronken die de boodschap van Noach niet aannamen (dus de mededelingen van God verwierpen). We kunnen dus onmogelijk aannemen, dat God alle levende wezens op aarde vernietigde, terwijl de boodschap van Noach slechts voor ZIJN volk bestemd was.

Resumerend

De Qur’ân en de evolutietheorie zijn NIET met elkaar in strijd. Sterker nog: de wetenschap bevestigt steeds weer, keer op keer, de waarheid van de Qur’ân.

De fabrikant is TEGELIJKERTIJD de bediener van de machine. Wij mensen zijn slechts getuigen van de fantastische Schepping. Wat vindt u hiervan?

   

 

Hosted by www.Geocities.ws

1