Op
het artikel, welke verscheen in de rubriek “Opinie” van DWT d.d. 13 april
j.l. onder de kop ‘De Schepper en wetenschappen’, willen wij hierbij reageren.
In bovenvermeld artikel werpt de auteur de vraag op, of religie en wetenschap
i.v.m. de evolutie van de mens samengaan of niet. Hierbij zet hij de volgende
punten tegen elkaar uit:
De schepping van het heelal
is geschied in 6 dagen (volgens de Bijbel)
Volgens de wetenschap
daarentegen is het leven op aarde het resultaat van miljoenen jaren
ontwikkeling
In de Bijbel wordt gesproken
van een zondvloed die alle levende wezens op de aarde, behalve de familie
van Noach, uitgeroeid heeft. (Dus: zondvloed = omstreeks scheppingsdatum
= omstreeks 4004 jaar vóór Christus).
Wat
leert de Islâm over de schepping van het heelal?
Alvorens
te beginnen: de Heilige Qur’ân is LETTERLIJK het Woord Gods en de voltooiing
van alle voorgaande Heilige Geschriften (Qur’ân 98:3). Dit Boek bestaat
(in de Arabische taal) overal ter wereld waar die wordt gebruikt nog steeds
in de oorspronkelijke vorm, zonder dat sedert de openbaring ervan zelfs
maar één letterteken is gewijzigd.
Qur’ân
hfdst. 41:9-11 (gedeeltelijk):
“Zeg:
Wat! Gelooft u waarlijk niet in Hem, Die de aarde in twee tijdperken
geschapen heeft, en plaatst u gelijken naast Hem? Dat is de Heer der
werelden. En Hij heeft daarop bergen op haar oppervlak gemaakt, en Hij
heeft daarop gezegend en daarop haar voedingsmiddelen gemaakt in vier
tijdperken: gelijkelijk voor degenen die zoeken.”
Volgens
de Qur’ân is de aarde dus niet in zes DAGEN, maar in zes TIJDPERKEN geschapen.
Merk op, dat het Arabisch woord “Yaum”, welke in de Qur’ân over het algemeen
voor “dag” of “tijdsduur” wordt gebruikt, geen absoluut begrip is, maar
een oneindig klein tijdsbestek (55:29) of een oneindig lange periode (70:4)
kan betekenen. Hieruit kunnen we concluderen, dat de schepping van God
inderdaad miljarden jaren kan hebben geduurd.
Als
we deze verzen (41:9-11) met de theorie van Darwin vergelijken, kunnen
we het volgende concluderen: in de eerste twee tijdperken zien we het
ontstaan van de gloeiende massa en de vorming van de aardkorst. In de
volgende vier tijdperken zien we het ontstaan van de bergen, daarna de
oceanen (“Hij heeft daarop gezegend”) en vervolgens het planten-
en daarna het dierenrijk (“en daarop haar voedingsmiddelen gemaakt”).
Een opvallende gelijkenis!
Betreffende
de schepping van de mens leert de Qur’ân ons het volgende (15:26):
“En voorzeker hebben Wij de mens van gedroogde klei geschapen, van
zwart slijk, tot een gedaante gevormd.”
32:7-9:
“Die ieder ding dat Hij geschapen heeft, goed maakte, en Hij begon
de schepping van de mens uit stof. Daarna maakte Hij zijn nakomelingschap
uit een extract, uit geringgeschat water. Daarna maakte Hij hem volkomen
en blies in hem van Zijn geest, en maakte voor u de oren en de ogen
en de harten…”.
Hieruit
kunnen we begrijpen, dat de mens niet in één keer op aarde kwam in de
vorm zoals we die nu kennen, maar dat ook die mens een evolutieproces
heeft doorgemaakt, precies zoals de rest van God’s schepping.
“Er
kwam waarlijk een tijdruimte over de mens, wanneer hij geen vermeldenswaardig
ding was.” (Qur’ân 76:1)
Uit
dit vers kunnen we ook afleiden, dat de geestelijke vermogens van de mens
pas ontstonden tijdens (of na) de fysieke volmaking, aangezien pas met
die vermogens de mens “vermeldenswaardig” werd.
De
zondvloed
Betreffende de zondvloed leert
de Qur’ân ons, dat die NIET de gehele aarde omvatte. De profeet Noach
was niet gestuurd als waarschuwer voor de gehele mensheid (dat is ook
onmogelijk, gezien de communicatiemiddelen van toen) maar slechts voor
een bepaald volk (Qur’ân
7:59 en 11:25), zoals volgens de Qur’ân
ook andere profeten slechts tot een bepaald volk werden gezonden. Slechts
de Profeet Muhammad werd gezonden voor alle volkeren (21:107).
Volgens Qur’ân
7:64 werden alleen degenen verdronken die de boodschap van Noach niet
aannamen (dus de mededelingen van God verwierpen). We kunnen dus onmogelijk
aannemen, dat God alle levende wezens op aarde vernietigde, terwijl de
boodschap van Noach slechts voor ZIJN volk bestemd was.
Resumerend
De
Qur’ân en de evolutietheorie zijn NIET met elkaar in strijd. Sterker nog:
de wetenschap bevestigt steeds weer, keer op keer, de waarheid van de
Qur’ân.
De
fabrikant is TEGELIJKERTIJD de bediener van de machine. Wij mensen zijn
slechts getuigen van de fantastische Schepping. Wat vindt u hiervan?