Door
IVISEP gepubliceerd in‘De
Ware Tijd’ van 29 september 2001
Door
de recente tragische ontwikkelingen in de Verenigde Staten van Amerika
is het begrip ‘djihaad’ wederom op de voorgrond komen te staan.
De betekenis die over het algemeen aan dit begrip wordt gegeven is ‘heilige
aanvalsoorlog’ en fundamentele, terroristische en orthodoxe Muslims hebben
in de loop der geschiedenis deze verkeerde interpretatie van het woord
regelmatig misbruikt voor het behalen van eigen politiek, economisch en/of
andersoortig voordeel, daarmee de Islaam in een kwaad daglicht plaatsende.
De
betekenis ‘heilige aanvalsoorlog’ wordt noch door de gangbare Arabische
woordenboeken, noch door de Heilige Qur’aan aan het woord ‘djihaad’
toegekend. De letterlijke betekenis van het woord is ‘hard streven’ en
dit is ook de betekenis die de Qur’aan hanteert. Het vers 4:95 maakt dit
duidelijk, door het woord ‘djihaad’ (hard streven) te stellen tegenover
het woord qaa’id (blijven zitten).
De
vier vormen van djihaad die de Qur’aan kent zijn: [1] strijden
tegen de eigen lage begeerten; [2] verkondigen van de waarheid; [3] geduld
en standvastigheid in beproevingen; [4] strijden tegen een agressor.
Ad
[1]. Qur’aan 29:69:
“En hen die zich omwille
van Ons beijveren (djihaad), zullen Wij recht leiden langs Onze
wegen”.
Het
gaat hierbij om degenen die hun best doen op de weg van God; die zullen
door Hem geleid worden.
Ad
[2]. Qur’aan 25:52
stelt:
“Gehoorzaam dan de ongelovigen
niet, en streef (djihaad) daarmee tegen hen met een machtig streven”.
Het
woord ‘daarmee’ duidt op de Qur’aan en niet, zoals vaak verondersteld
wordt, op het zwaard, aangezien de Qur’aan ten sterkste het verspreiden
van de Islaam met het zwaard veroordeelt. Zo vermeldt 2:256: “Er is
geen dwang in de godsdienst”. Het vers 25:52 handelt derhalve over
verkondiging van de religie met de Qur’aan in de hand.
Ad
[3]. Qur’aan 16:110
vermeldt:
“Voor hen, die uitgeweken
zijn na verzoeking te hebben weerstaan en zich vervolgens grote moeite
hebben getroost (djihaad) en geduldig zijn; daarna is uw Heer
waarlijk vergevend en barmhartig.”
Hierbij
gaat het om mensen die beproefd worden door tegenslagen; zij kunnen vergeving
en genade van God ontvangen door geduld te betrachten en zich hard in
te spannen om die verzoeking (tegenslag) te boven te komen.
Ad
[4]. Dit vers handelt
over verdediging. Er is geen enkel vers in de Qur’aan welke de Muslims
toestaat als agressor op te treden; wel wordt hen toegestaan zich te verdedigen
bij een aanval. Zie 22:39-40:
“Toestemming wordt gegeven
aan hen die worden aangevallen, omdat hun onrecht is aangedaan ... En
was het niet dat God de mensen elkaar had laten weerhouden, zouden kloosters,
kerken, synagogen en moskeeën, waarin Gods naam vele malen herdacht
wordt, zijn neergehaald.”
Als
we dit vers aan een grondige analyse onderwerpen, komen we tot de volgende
bevindingen:
het gaat hierbij om gelovigen,
die aangevallen worden en die onrecht is aangedaan;
het gaat om verdediging
van deze gelovigen, hetgeen blijkt uit het woord ‘weerhouden’;
de Muslims hebben de plicht
om niet alleen zichzelf, maar ook (gebedshuizen van) andere godsdienstige
groeperingen te beschermen tegen vernieling.
De
in bovenvermeld vers vermelde toestemming tot verdediging
dient niet anders te worden beschouwd dan bijv. de toestemming van de
politionele autoriteiten in een land om in te grijpen in geval van roof,
moord, diefstal, enz. Zonder deze toestemming zou de wereld binnen de
kortste keren in handen vallen van criminelen en ander geboefte!
Het
moge duidelijk zijn, dat het doel van de strijd bij verdediging niets
anders is dan het verdedigen van de rechten van de gelovigen. Elke inspanning
om die rechten te beschermen kan dus als djihaad worden aangemerkt,
zoals het onderhouden van goede betrekkingen met andersgelovigen, het
respecteren van hun rechten en religieuze gebruiken, enz. Zo stelt de
Qur’aan in 6:109 dat de Muslims zelfs afgoden niet mogen beledigen, om
te voorkomen dat de afgodendienaren de ware God zullen beledigen. Dus:
de rechten van een ieder dienen door de Muslims te worden gerespecteerd
om wraakacties te voorkomen. Evenzo dienen uiteraard de rechten van de
Muslims door anderen te worden gerespecteerd, aangezien anders in het
uiterste geval de djihaad als verdedigingsoorlog toegestaan is,
hoewel de Muslims in beginsel een afkeer dienen te hebben van de strijd
(Qur’aan 2:216).
De
belangrijkste vorm van djihaad is het streven om zichzelf te verheffen
op de weg van God. Dit is een essentiële voorwaarde waaraan voldaan moet
worden alvorens men aan de tweede vorm van djihaad, zijnde het
verkondigen van de Islaam, kan beginnen, aangezien de Qur’aan stelt: “Waarom
zegt u wat u niet doet?” (61:2). Dit zijn de twee vormen van djihaad
die continu dienen plaats te vinden.
De
Islaam verlangt van de gelovige niet alleen dat hij strijd levert tegen
zijn lage begeerten, maar ook dat hij dit constant en onder alle omstandigheden
doet. Via de derde vorm van djihaad (standvastigheid) zal hij in
staat zijn zelfs onder de zwaarste beproevingen en tegenslagen te volharden
hierin.
Door
tenslotte de vierde vorm van djihaad preventief toe te passen,
zoals in de vorige alinea beschreven, kan een vredige wereld worden gecreëerd
waarin een ieder op zijn of haar manier ongestoord de overige vormen van
djihaad kan verrichten en dus kan werken aan het hoogste doel in
het leven, nl. zelfverheffing.
Wij
wensen tot slot alle Surinamers op te roepen om de banden met andersgelovigen
te blijven onderhouden en hun rechten te blijven respecteren, zoals dat
reeds vele jaren het geval is. Door zulks te doen creëren wij met ons
allen een milieu waarin de rechten van alle rassen en religieuze groeperingen
gewaarborgd blijven.
Tevens
wensen wij onze landgenoten op te roepen ook de eerste vorm van djihaad,
nl. de strijd van een ieder tegen zijn/haar kwade neigingen, in acht te
nemen. Door zulks te doen, zal zeker een bijdrage worden geleverd aan
het bestrijden van het moreel verval, welke wereldwijd steeds ernstiger
vormen aanneemt.
Het
wordt tijd dat ook de politieke leiders wereldwijd gaan inzien dat het
werken aan morele en geestelijke verheffing van de mens, naast alle andere
maatregelen, een essentiële bijdrage zal kunnen leveren aan de bestrijding
van het drugsprobleem, het aidsprobleem, het misdaadprobleem, enzovoorts.