Door
het IVISEP
gepubliceerd in‘Omhoog',
weekblad van het R.K. Bisdom in Suriname, editie 16 februari 2003
Voor
onze moslimbroeders en -zusters
was
de afgelopen
week de week van de grote bedevaart. Miljoenen moslims trekken van heinde
en verre naar Mekka om aan hun geestelijke verplichtingen te kunnen voldoen.
De redactie van ‘Omhoog’ heeft aan haar zusterorganisatie, het Instituut
voor Islamitische Studies en Publicaties, gevraagd hierover een stukje
voor ‘Omhoog’ te schrijven. In hun maandblad ‘De Dageraad’ kunt u van
tijd tot tijd stukjes terugvinden die zij uit ‘Omhoog’ gehaald hebben.
Een pril begin van interreligieuze dialoog in schriftvorm.
De haddj
is de bedevaart naar het Huis van Allah in Mekka te Saudi-Arabië
en is verplicht voor elke volwassen moslim, die daartoe in staat is. Met
“in staat zijn” wordt bedoeld, dat iemand niet wordt belemmerd door gebrek
aan financiële middelen, lichamelijke handicaps, levensgevaar (bijv. in
tijden van oorlog), enz. Voor mensen die in dergelijke omstandigheden
verkeren, geldt de plicht tot het volbrengen van de bedevaart dus niet.
Dit
jaar zal de bedevaart plaatsvinden tussen 9 en 13 februari.
Qiblah
van de moslims
De Ka’aba,
die ligt in de Heilige Moskee te Mekka, is de zgn. qiblah van de
moslims, hetgeen inhoudt dat de moslims zich bij het verrichten van de
vijf dagelijkse gebeden met hun gezicht daar naartoe wenden.
Vermeldenswaard
is, dat voordat de Ka’aba tot de qiblah van de moslims werd gemaakt,
de tempel te Jeruzalem (al-Aqsa moskee) de qiblah van de
moslims was. De Heilige Profeet Mohammed (vrede zij met hem) had voor
deze qiblah gekozen, omdat deze de qiblah was van de laatste
Profeet die vóór hem was verschenen, namelijk de Profeet Jezus. En aangezien
de Islam de waarheid in alle eerdere openbaringen erkent[1],
koos de Profeet Mohammed ervoor de tempel te Jeruzalem tot zijn qiblah
te maken, totdat aan hem werd geopenbaard zich naar de Ka’aba in Mekka
te richten[2].
Wordt
de Ka’aba aanbeden?
Bij
velen heerst de mening, dat de Ka’aba in Mekka door de moslims wordt aanbeden.
Niets is echter minder waar. De Eenheid van God blijkt namelijk duidelijk
uit Zijn openbaringen, zoals o.a. vermeld staat in Koran 2:255:
“God
– er is geen god behalve Hij, de Eeuwiglevende, de Zelfbestaande, door
Wie alles bestaat…”
en
in het welbekende 112:1:
“Zeg:
Hij, God, is Eén.”
Het
is de moslims derhalve niet toegestaan, iets anders dan God te aanbidden.
Verder
zien we bij vele andere godsdiensten rituelen, waarbij rondgangen om het
altaar of om het vuur worden gemaakt. Dit betekent niet, dat het altaar
of het vuur door de belijders van die godsdiensten worden aanbeden; zo
betekent het rondgaan om de Ka’aba ook niet per definitie, dat deze wordt
aanbeden.
Bouw
van de Heilige Moskee
Volgens
de Koran werd de Heilige Moskee te Mekka door de Profeet Abraham herbouwd[3].
Echter wordt niet vermeld door wie dit heiligdom gebouwd werd, maar aangezien
de Koran (en ook andere geschriften) aan de Ka’aba zeer hoge ouderdom
toekennen, mag worden aangenomen dat deze door de eerste Profeet aan de
mensheid, volgens de Islam de Profeet Adam, werd gebouwd.
Instelling
van de haddj
De
haddj is niet, zoals velen menen, ingesteld door de Profeet Mohammed.
Als we de Koran raadplegen, zien we namelijk dat God zegt, nadat Hij de
Profeet Abraham beval het Huis te reinigen:
“En
verkondig de bedevaart onder de mensen; zij zullen te voet en op iedere
slanke kameel, komende van elk verafgelegen pad, tot u komen.”
De
haddj werd dus reeds ten tijde van de Profeet Abraham ingesteld[4].
Heden
ten dage zien we overduidelijk deze voorspelling van God, die eeuwen geleden
is gedaan, uitkomen. Uit alle uithoeken van de wereld trekken bedevaartgangers
in de Islamitische maand Zul Hiddja naar Mekka om hun haddj
te volbrengen; tegenwoordig bijna 2 miljoen pelgrims per jaar; ieder
jaar weer het grootste aantal mensen op de wereld bij elkaar.
Het
offerfeest
Het offerfeest,
dat dit jaar op of rond 11 februari zal plaatsvinden, is een onderdeel
van de bedevaart te Mekka, maar wordt door moslims over de gehele wereld
gevierd. Bij dit feest wordt de bereidheid van Abraham herdacht om op
Gods bevel zijn zoon Ismaël (volgens de Bijbel: Izak) aan Hem te offeren.
Toen de bereidheid van Abraham om dit offer te brengen reeds was bewezen,
kreeg hij het bevel van God om in plaats van zijn zoon een dier te offeren
en het is dit feit, dat door de moslims bij het offerfeest wordt herdacht[5].
Echter
is de belangrijkste les die uit het offerfeest wordt geleerd, dat de moslims
hun “lagere begeerten” dienen op te offeren om zodoende een steeds beter
mens te worden[6]; iemand, die erin slaagt de lagere begeerten
te bedwingen, heeft recht op het Paradijs[7].
Eenheid in verscheidenheid
Met
het beperken van de bedevaart en het offerfeest tot een bepaalde periode[8]
heeft God ongetwijfeld voor ogen gehad, de eenheid tussen de moslims te
versterken[9]. Dat betekent echter niet, dat de Islam tegen
andere godsdiensten is! Integendeel, de Islam erkent, zoals reeds eerder
gesteld, de waarheid in alle openbaringen, die aan eerdere profeten werden
gegeven[1]. Daarom zegt God in Koran 2:62:
“Waarlijk, degenen die
geloven en degenen die Joden zijn, en de Christenen en de Sabiërs –
al wie in God en in de jongste dag geloven en goed doen, zij zullen
hun beloning bij hun Heer hebben en er is geen vrees voor hen, noch
zullen zij treuren”.
Het
is helaas slechts onbekendheid met de ware lessen uit de Koran, die vele
moslims ertoe drijft andersdenkenden niet naar behoren te behandelen.
Wij spreken de hoop uit dat de ware les uit het offerfeest zal worden
geleerd, namelijk dat alle lagere begeerten worden overwonnen, en dat
zodoende dit feest een belangrijke bijdrage moge leveren aan een beter
welzijn voor de gehele mensheid, temeer daar de Profeet Abraham, die bij
dit feest centraal staat, in het bijzonder voor de joden, christenen en
moslims een zeer belangrijk persoon is.
Instituut
voor Islamitische Studies en Publicaties
Voetnoten
Koran 2:136
Koran 2:144
Koran 2:127
Koran 22:26-27
Koran 37:102; zie ook uit
de Bijbel: Gen. 22:2, 16:16, 21:5 e.a.