Lukas 2, 1-7                                      Verrijzeniskerk Enschede  22-12-2002

Het verhaal uit Lukas 2, waarvan we zojuist de eerste verzen hoorden, moet wel ijzersterk zijn. Al bijna twintig eeuwen wordt dit verhaal verteld. Waar andere verhalen tot op de draad versleten zijn, kunnen velen van binnen en buiten de kerk zich geen kerstfeest voorstellen zonder dit verhaal.

Wat spreekt mensen van vroeger en nu hier zo in aan?

Het is een verhaal over mensen zoals wij in een wereld zoals wij die kennen tot op vandaag. Een wereld waarin machtigen de dienst uitmaken en de machtelozen zich moeten schikken in hun lot. We hoeven alleen wat namen te veranderen om een eigentijds verhaal te horen.

Het zal velen vandaag weinig moeite kosten zo maar hun eigen naam in te lezen in dit verhaal.

Mensen die op reis zijn gegaan. Niet vrijwillig, maar omdat over hen besloten is. Het kan dan gaan om een volkstelling, die een keizer uitschrijft om greep over zijn onderdanen te behouden, het kan ook gaan om een vluchtreis. Vrees voor eigen leven en dat van verwanten drijft vandaag miljoenen mensen op reis, naar verre en vreemde landen. Ze zijn eenmaal daar aangekomen niet altijd even welkom. Een slepende onzekerheid over al dan niet toegelaten worden en een even tergende onzekerheid over wat er daarna zal gebeuren neemt bezit van hen. Mensen, die een speelbal zijn van machten die boven hen uitgaan, waaronder zij zich slachtoffer voelen, die maar te bevelen hebben en aan wie zij dienen te gehoorzamen.

De kracht van dit oude verhaal is dat zovele mensen van alle tijden zomaar hun eigen levensverhaal ermee kunnen verbinden.

Een man en zijn hoogzwagere verloofde zijn op weg naar de plaats van zijn voorouders. Hij moet zich daar laten inschrijven omdat de keizer tot een volkstelling heeft besloten. Zij komen in Bethlehem aan, maar zijn daar niet de enigen. Het is er druk en vol. Er is geen plaats meer te vinden. In een schuur vinden ze een onderkomen. En daar bevalt de vrouw van haar eerste kind. Het is het oude liedje van de grote en de kleine mensengeschiedenis. De kleine, die van ons eigen leven, van onze nabije verwanten, van al die kleine en grote zorgen om het leven van alledag en van de dag van morgen, die kleine mensengeschiedenis ligt ingevouwen in die andere, die grote, die door andere, grote, verre en ongrijpbare machten wordt bepaald. Je hebt maar te doen wat je gezegd wordt. Wij weten allemaal dat het altijd zo geweest is en altijd zo zal blijven.

Lukas, de evangelist die dit oude verhaal vertelt, wil zijn hoorders en lezers de ogen en oren openen voor nog een andere geschiedenis dan die kleine van de gewone mensen en die grote van de machthebbers. Hij vraagt aandacht voor de geschiedenis van God.

Het is voor hem heel duidelijk: ze kunnen wel denken dat ze de dienst uitmaken, de keizer daar, de landvoogd en de stadhouder hier, maar er zijn nog heel andere machten en krachten die hun invloed uitoefenen op mensen en de wereld. Voor Lukas was de volkstelling waartoe de keizer in Rome had besloten ongewtijfeld een voorbeeld van de willekeur van de machthebbers met alle grote en kleine ellendes als gevolg. Maar wat voor Lukas vooral telt is dat door deze keizerlijke maatregel een oude profetie bewaarheid wordt: de messias wordt geboren in Bethlehem, de stad van de herder David. De keizer dacht nog meer greep te krijgen op zijn rijk en onderdanen, maar hij vergist zich: de maatregel dient een heel ander doel, namelijk redding en bevrijding door de komst van Gods Gezalfde.

Er wordt een kind geboren. Zoals er zoveel kinderen werden geboren en worden geboren tot op vandaag. Sommige in nog veel erbarmelijker omstandigheden dan hier. Maar hoe dan ook, de geboorte van elk kind wekt hoop op, hoop dat het anders, beter zal worden. Een nieuw mensenkind bergt ongekende mogelijkheden in zich, ook om het beter te gaan doen dan zijn ouders. Het moet dan wel kansen krijgen, maar voor veel kinderen zijn die vandaag niet weggelegd. Voor velen is geen toekomst; ze sterven van honger voordat ze hun mogelijkheden tot ontplooiing hebben kunnen brengen. Veel kinderen die wel opgroeien leiden een zwervend bestaan in de grote steden van de wereld en vervallen noodgedwongen tot misdaad.

Over de geboorte van het kind in Bethlehem worden in het vervolg grote woorden uitgesproken. Eerst aan het adres van herders, die in de nacht de wacht hielden bij hun kudden op het veld. ¡®U is heden de Heiland geboren, Christus de Heer, in de stad van David¡¯. Woorden waarin een oud verlangen tot vervulling komt, de komst van Gods Gezalfde, waarover de profeten gesproken hadden. Dat aan onheil en onrecht, aan geweld, onderdrukking en wanhoop, ja zelfs aan ziekte en dood eenmaal een einde zou komen. Dat God op aarde zou komen om recht te zetten en recht te doen, om te helen en te vernieuwen. Dat de aarde zou worden zoals God haar heeft bedoeld. De woorden bij de geboorte van het kind in Bethlehem riepen dat oude verlangen dat diep verborgen in de harten van zovele mensen leeft, weer tot leven: de Heiland, de Heelmaker van mensen en dingen, hij is niet meer alleen een belofte, maar een mens geworden, hier, in dit kind. Geen wonder dat hemelse engelenkoren in een spontane lofzang uitbreken: Ere zij God in de hoge, en vrede op aarde. Ja, God heeft behagen in mensen.

Het verhaal van Lukas 2, de geboorte van Jezus in Bethlehem is in staat mensen van alle tijden steeds weer aan te spreken, omdat het oude verlangen wordt gewekt, de hoop nieuw leven wordt ingeblazen, dat al die dingen waar mensen onder gebukt gaan en zuchten, van gisteren en vandaag, van elders een veilig heenkomen moeten zoeken, van ziek worden en moeten sterven, van schuldig worden aan elkaar en aan het leven, van elkaar tekort doen en tekort gedaan worden, dat al die dingen niet altijd maar zullen doorgaan; al die dingen waar je zo machteloos tegenover staat en die je ook zo moedeloos maken - dat allemaal heeft niet het laatste woord en trekt niet aan het langste eind.

Zoals God eenmaal een woord sprak: licht, en het werd licht, zo spreekt Hij opnieuw, nu in de geboorte van een kind, en zegt daarmee tot alle mensen: deze wereld van macht, onrecht en geweld zal het niet redden; Ik kom om te redden uit nood en schuld en dood.

De geboorte van een kind, het optreden van een mens, woorden over een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, over vrede en gerechtigheid - zijn ze sterk genoeg om ons vandaag moed en kracht te geven om het vol te houden? Kunnen we ons geloof erop bouwen?

De kerk leeft niet alleen van het kerstfeest, maar viert straks ook pasen en pinksteren.

De Heiland van de wereld overwint de dood en staat op als een belofte voor allen die in Hem geloven. En zijn Geest zal mensen inspireren om achter Hem aan te gaan, zijn woorden na te zeggen en na te leven.

En met vallen en opstaan, soms met volle overtuiging, dan weer zoekend en aarzelend doen we de ervaring op: in dit kind is God zelf ons bestaan binnengekomen; wij zijn niet alleen, wij gaan niet alleen; Hij gaat met ons mee, in en door alle dingen - God, wiens Naam is Immanuel, God met ons.

              Amen

 

 

 

 

 

 

1