Johannes 2, 1-11         Kana-zondag                                      Open Hof        20-1-2002

Lieve gemeente van onze Heer Jezus Christus,

Tovenarij is weer helemaal ¡®in¡¯.

De boeken van Harry Potter gaan als warme broodjes over de toonbank. De film over Harry en zijn wondere wereld heeft vele volle bioscoopzalen getrokken en vorige week is er zelfs een Harry Potter-kerkdienst gehouden!

Inmiddels is ook het eerste deel van de trilogie van Tolkien, In de ban van de ring, verfilmd. In een verbeten en gewelddadige strijd vertonen tovenaars hun kunsten om de gouden ring te bemachtigen, die alles en iedereen overheersende macht met zich meebrengt.

Hoe zou dat komen en waar komt dat vandaan, die grote belangstelling voor tovenarij?

Is dat niet eigenaardig, in een tijd waarin de wetenschap het voor het zeggen heeft?

De wetenschap, die tot op grote hoogte ons bestaan in kaart gebracht heeft.

En daarnaast de techniek, die geleid heeft tot ongekende prestaties als ruimtevaart, orgaantransplantaties, klonen van dieren, informatie- en communicatietechnologie.

Het logische, rationele denken, dat aan onze wetenschapsbeoefening ten grondslag ligt, heeft onze wereld in korte tijd radicaal veranderd. Heeft ons leven in allerlei opzichten gemakkelijker gemaakt.

Maar heeft het ons ook gelukkiger gemaakt? Zijn we er meer mens van geworden?

Heeft ons leven aan kwaliteit en aan diepgang gewonnen?

Met al ons kennen en kunnen worden mensen toch zomaar opeens ziek, ongeneselijk ziek.

Met al onze goede bedoelingen lopen toch relaties stuk.

Wij ervaren aan den lijve hoe kwetsbaar wij zijn. Ons leven hangt aan een zijden draadje.

Er komt zomaar een kink in de kabel. Ineens valt de stroom uit en staat alles stil.

Tovernaars beschikken over een bijzondere wijsheid, die ze putten uit heel oude bronnen en waarmee ze het leven beter of juist slechter kunnen maken. Ze plaatsen ons leven in een groter geheel, van de strijd van het goede tegen het kwade, van het licht tegen de duisternis. Daarmee raken ze aan een verlangen dat in veel mensen leeft. Naar een betere wereld. Naar wat meer geluk.

De bijbel is geen tover-boek. De bijbel heeft ook niet veel op met tovenarij. Daar moet je je niet mee bezig houden. Maar de bijbel gaat wel in op dat diepe verlangen naar een goede, naar een betere wereld, naar geluk dat heel blijft; een verlangen, dat zoveel mensen koesteren. En de bijbel weet ook alles van wat mensen aan onheil en ellende kan overkomen. Daarom spreken die oude verhalen de eeuwen door zoveel mensen aan.

In het verhaal van vanmorgen gaat het om een kink in de kabel, een storing die ineens optreedt. Een bruiloft waar de wijn op is. Een bruiloft te Kana in Galilea.

Hoe moeten we dit verhaal lezen? Als echt gebeurd? Of meer symbolisch bedoeld? Of méér dan waar gebeurd?

Wat er daar en toen precies gebeurd is, dat kunnen we niet achterhalen. We weten wel dat Jezus op mensen een overweldigende indruk heeft gemaakt. Met zijn woorden, wonderen, genezingen, en hoe hij met mensen omging. En dat voor de evangelist Johannes Jezus¡¯ opstanding uit de dood allesbepalend is. Dat drukt een onuitwisbaar stempel op alles wat hij over Jezus schrijft. Hoor maar hoe hij begint: En op de derde dag was er een bruiloft.

Op de derde dag – dat betekent: let op! Wat nu volgt, dat moet je horen als een Paasverhaal.

Dat moet je horen tegen de achtergrond van de overwinning van het licht op de duisternis, van het leven op de dood.

Een bruiloft – dat roept het beeld op van menselijk samenleven op z¡¯n best. Van een vol zijn van liefde, die mensen bij elkaar ontdekken en bij elkaar oproepen.

We weten allemaal heel goed dat er ook veel treurige en verdrietige dingen van een huwelijk te zeggen zijn. Van partners die elkaar niets meer te vertellen hebben. Van partners die elkaar in de steek gelaten hebben. Dat neemt niet weg, dat we bij elke huwelijksviering opnieuw warm worden van hoe het dan even is. En waarvan we geloven dat het bedoeld is voor een lang leven samen: liefde, die telkens opbloeit en trouw die duurt door de tijd heen.

In de bijbel is een huwelijk vooral: beeld van liefde en genegenheid, een verbond voor het leven. Van twee mensen.

Maar ook de verhouding van God met zijn volk wordt uitgedrukt met het beeld van een huwelijk. God als de bruidegom en het volk Israel als de bruid.

Maar wat tussen mensen gebeurt, wordt ook zichtbaar in de relatie van mensen tot God. Ook daar blijft het niet mooi en goed zoals het is begonnen. Het gras bij de buurman is daar ook groener. Andere goden oefenen een grote aantrekkingskracht uit. Het is spannend en uitdagend om het es bij en met een ander te proberen.

Met grote verontwaardiging spreken de profeten van Israel daarover. Over de afval en ontrouw van het volk Israel. Het huwelijk stond vaak op springen, omdat van één kant steeds de trouw werd verbroken. Voor de profeten was de ballingschap in Babel een straf. Maar na zeventig jaar keerden groepen joden terug naar het verwoeste land en naar de puinhoop Jeruzalem. Zou er dan toch nog toekomst zijn? Zal het dan toch opnieuw wat gaan worden tussen God en zijn volk?

Jesaja gelooft daarin. Hoorden we daarnet. De redding komt eraan. Vertrouw maar op Gods beloften. Jeruzalem, je krijgt een nieuwe naam. Je zal niet langer ¡®verlaten vrouw¡¯ genoemd worden en je land niet langer ¡®verwoest gebied¡¯. Nee, de mensen zullen je Gods lieveling noemen en je land zal ¡®gelukkig getrouwd¡¯ heten.

De profeet spreekt hartverwarmende en hoopgevende woorden. God wordt opnieuw de bruidegom en het volk de bruid. Zoals een jongen een meisje trouwt, zo zal God met u trouwen.

Deze oude woorden hebben de eeuwen door hoop gegeven en houvast geboden. Het zal weer goed worden. Het zal goed komen.

Jezus maakt waar wat de profeten zeiden. Hij doet dat met een grote kracht. Hij maak diepe indruk.

Verderop in zijn evangelie noemt Johannes Jezus ¡®de bruidegom¡¯. Daarmee bedoelt hij: nu, met Jezus, begint het grote bruiloftsfeest, het grote verbond tussen God en de mensen. Niet alleen meer tussen God en Israel, maar tussen God en alle mensen. En om dat uit te drukken vertelt hij deze bijzondere geschiedenis. Van wat er gebeurde op een  bruiloft te Kana. Van een feest dat dreigde te verzanden, omdat de wijn op was.

Net als een huwelijk waar de liefde uit verdwenen is. Net als een leven dat zijn glans is kwijtgeraakt. Wij kunnen ons daar van alles bij voorstellen. Dat – figuurlijk gesproken – de wijn soms echt op is. Dat je zoveel te verduren hebt gehad, dat je murw geworden bent. Dat je opgebrand bent geraakt aan je werk, aan de spanningen, aan moeizame relaties, aan het leven.

Dat de spirit eruit is.

Wat een zegen, als er dan iemand is als Maria. Zij ziet wat er aan de hand is en dreigt te gebeuren. Zij is opmerkzaam. Zulke mensen zijn goud waard. Mensen met een open oog, oor en hart. Die met aandacht en zorg voor anderen in het leven staan. Die je een beetje in de gaten houden.

¡®Jezus¡¯ zegt ze, ¡®ze hebben geen wijn meer¡¯.

Maar ze krijgt van haar zoon de kous op de kop.

¡®Is dat mijn zaak of de jouwe? Mijn tijd is nog niet gekomen¡¯.

Op het eerste gehoor is dat een scherp en een hard antwoord. Dat heeft een bezorgde moeder toch niet verdiend. Maar bij nader inzien ontdekken we wat er achter zou kunnen zitten.

Jezus kan alleen handelen vanuit zijn Bron, vanuit zijn innerlijke relatie met zijn hemelse Vader. En die laat zich niet commanderen of manipuleren. Jezus moet eerst innerlijk weten: nu is het de tijd, nu is het Gods tijd.

Daarmee is iets heel belangrijks gezegd over de betekenis van ons geloof in tijden van nood.

Wij roepen tot God in onze nood. Wij roepen Hem aan om hulp. Maar het blijft stil. God antwoordt niet. Nog niet. Hij is niet te manipuleren of te commanderen. Soms is dat heel moeilijk te verdagen.

¡®Mijn ure is nog niet gekomen¡¯.

Soms zouden we het wel willen uitschreeuwen: wanneer is uw ure dan wel gekomen? Waarom houdt U zich zo zwijgend? Waarom grijpt U niet in? Waarom doet U er niets aan? Ziet U het soms niet?

Gelukkig is er in ons geloof ook de ruimte om zulke dingen uit te spreken, ook naar God toe. Wij hoeven waarachtig niet te berusten in wat ons overkomt, maar wij mogen worstelen met God. Dat leren ons de Psalmen wel. Maar God is niet op afroep beschikbaar. Hij komt en handelt op zijn eigen tijd en wijze.

Daarbij gaat Hij niet voorbij aan onze eigen verantwoordelijkheid. Wij zijn het vaak zélf, die door ons gedrag en onze levenshouding de levensvreugde voor onszelf en anderen wegnemen en het feest verstoren. Daarom moet er vaak iets met onszelf gebeuren. Wij moeten veranderen.

Dat zien we ook gebeuren bij het weer op gang brengen van het feest. Jezus doet niet veel. Hij zegt alleen maar tegen de knechten: vul de vaten met water en breng dan wat naar de leider van het feest. Dan blijkt het water veranderd te zijn in wijn, zelfs in betere dan daarvoor.

De beste wijn is bewaard voor het laatst.

Jezus brengt de glans weer terug en het wordt mooier dan het was.

Jezus laat zien wie hij is en wat er gebeurt als mensen gehoor geven aan wat hij zegt.

Het feest van de liefde, dat zo lelijk stuk dreigde te lopen, kan verdergaan en het wordt nog intenser dan het al was.

Daarbij sta je zelf niet buiten spel. Maria zegt tegen de knechten: doe maar wat hij je zegt. Daar komt het op aan. Doen wat hij zegt. En er op vertrouwen dat hij op Gods tijd zijn werk zal doen. Goed luisteren naar wat de Heer ons zegt en onze handen uit de mouwen steken.

Horen en doen.

En als je dan denkt: dat doe ik al zo lang en het wordt alsmaar niks, dan komt het verhaal van vanmorgen ons te hulp. Dat laat zien, dat Jezus de beste wijn bewaard heeft voor het laatst.

Het beste moet dus nog komen.

Dat geldt voor heel ons leven. Ook voor als wij het leven moeten loslaten. Als we opgenomen worden in het huis van de Heer. Als we de bruiloft van het Lam mogen vieren.

Dan zullen wíj het zijn, die zeggen: U hebt de beste wijn voor het laatst bewaard. 

Amen

                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                       

 

1