Als "aartsvader" van de familie Sempel in Hoogeveen kunnen we Asse(ook Asje of Assie) Boelen beschouwen. Van zijn bestaan weten we overigens alleen, doordat in de haardstedenregisters van het van Echtens Hoogeveen in 1691 en 1692 de weduwe van

Asse Boelen wordt vermeld. Jacob Assies Sempel moet wel een zoon van deze Asse Boelen zijn, omdat hij ook een zoon Boele heeft. De namen Asse en Boele zijn immers te zeldzaam in het toenmalige Hoogeveen om een andere veronderstelling aanvaardbaar te doen zijn. In het eind van de zeventiende eeuw vinden we behalve Jacob Assies en Boele Assies ook nog Andries Assies, Rutger Assies en Annichje Assies. Van geen van hen kunnen we afstammelingen

vinden, die de naam Sempel hebben gevoerd. Van Andries en Boele is het wel zeker, dat zij zonen zijn van Asse Boelen. Van Rutger en Annechien ligt het minder vanzelfsprekend.

Daar de naam Sempel dus alleen maar in de lijn van zoon Jacob te vinden is, veronderstellen we dat de naam hier ook via de moeder verkregen is. Jacob zou dan naar de grootvader van moeders kant vernoemd zijn en deze zou dus een dochter zijn van ene Jacob Sempel. Daar Jacob, Boele en Andries alle drie een dochter Aaltje hebben, zal ze dus Aaltje Jacobs Sempel geheten hebben. Deze veronderstelling wint nog aan waarde, daar op de lijst van 1682

van de ledenlijst der nederduits-gereformeerde kerk ook een Aaltje Jacobs voorkomt. De heer R.Sempel te Heenvliet heeft ontdekt, dat 12 september 1655 te Rotterdam overleed Jan Jacobs

Sempel, waarvan een dochter Aaltje Jans Sempel 10 november 1646 trouwde met Gerard Crouse de Jonge. Daar we hier ook de namen Jacob en Aaltje vinden, ofschoon de sluitende schakel nog ontbreekt, lijkt het toch niet te gewaagd om verwantschap tussen deze Sempels uit het Westen en onze Sempels te veronderstellen. Van de Sempels uit het westen wordt aangenomen, dat zij van oorsprong uit Schotland komen, ofschoon hier ook nog de doorslaggevende schakel ontbreekt. Op grond van deze veronderstellingen stellen wij volgende genealogie samen:

Asse moet voor 1691 overleden zijn, daar zijn weduwe in 1691 en 1692 in het van Echtens Hoogeveen wordt vermeld. Aaltje zal dus in 1692 of 1693 zijn overleden. Aaltje staat in 1682 ingeschreven  als lid der kerk.

4. Rutger Assies vermeld in 1691 in het van Echtens Hoogeveen

5. Annichje Assies hertrouwt 17 september 1682 als weduwe van Aert Langerman met Jan Hendrix, j.m. van

Op 8 juli 1685 doet Boele Assies met zijn huisvrouw Egbertje Jans belijdenis. Boele wordt van 1691 t/m 1694 in het haardstedenregister van van Echtens Hoogeveen vermeld, betaalt

1 car.gld. haardstedengeld en bezit een praam. Van 1704 t/m 1717 wordt hij vermeld in het Hollandsche Rot en betaalt dan de hoogste bijdrage aan haadstedengeld, n.l. vier car.gld. Na 1717 heeft hij blijkbaar geen zelfstandig huishouden meer gevoerd en zal bij een der kinderen ingetrokken zijn. Waarschijnlijk is zijn vrouw in 1717 of 1718 overleden.

4. Annigje Boelen trouwt 28 oktober 1703 Albert Jans

Jacob Assies wordt vermeld in het haardstedenregister van het Zuidwoldiger Hoogeveen van 1691 t/m 1694, in 1691 als dagl.(oner) en in 1693 als bezitter van een praam. Van 1706 tot 1710 woont hij in het Westers Rot. Hij is in 1710 of begin 1711 overleden, want daarna wordt tot 1723 zijn weduwe vermeld, steeds als de weduwe van Jacob Assies, doch eenmaal als de weduwe van Sempel en eenmaal als Anne, de weduwe van Jacob Assies. Op de ledenlijst

der kerk van 1682 wordt een Annechien Jannes vermeld en daarom veronderstellen wij, dat dit onze Anne, de vrouw van Jacob Assies is, daar zij ook een zoon Jannes hebben. Jacob Assies komt niet als lid in de kerkelijke administratie voor.

Hendriks Deute; woont in 1748 in het Boerschap Velde (O);

Mogelijke kinderen uit het eerste huwelijk, daar ze een dochter Margriet laten dopen:

a. Aaltje Andries trouwt Kristiaan Jan Tilbaar; kinderen gedoopt van 1722 tot 1740: Margriet, Andries, Annegien(3x), Jan, Trijntie, Wubbegie en Cornelis.

b. Marten Andries trouwt 1 Lijsbeth Jans Gast; overleden 29 september 1724; kinderen gedoopt van 1718 tot 1722: Margriet, Jan en Cornelis; trouwt 2: Geesje Jans; kind; Cornelis

Jan Boelen wort vermeld in het haardstedenregister van het Noordse Rot over de jaren 1713,1714,1715 en 1716. Van zijn kinderen zijn geen nakomelingen in Hoogeveen gevonden, althans onder de naam Sempel of Boelen. In 1717 wordt Jan Boelen in 't Hoge veen wegens diefstal van turven na geseling voor 10 jaar verbannen.

jone dochter, beiden op 't Hogeveen Andries Boelen wordt vermeld in het haardstedenregister van het van Echtens Hoogeveen over de jaren 1691 t/m 1694 en is schipper; van 1704 t/m 1733 wordt hij vermeld in het Hollandse Rot; hij betaalt eerst de hoogste bijdrage van 4 car.gld en later

de normale van 2 car.gld. Mogelijke kinderen van dit echtpaar zijn in Hoogeveen niet te vinden.

7. Aaltien doop 31-08-1721; trouwt Albert Jans Stoffers

Op 10 oktober 1750 vindt er momberstelling plaats i.v.m. het overlijden van Jantien Roelofs en het weer trouwen van Asse. Helaas wordt de naam van zijn nieuwe partner niet genoemd. Dit

tweede huwelijk zal kinderloos gebleven zijn. Onmondig is dan alleen nog zoon Willem. Hoofmomber wordt zwager Albert Roelofs Zwart en medemombers worden Jan Coster (gehuwd met Trijntje Roelofs Zwart), Boele Jacobs (1.2.6.) en Arend Wolters, gehuwd met Roelofien Jacobs, welke een zuster van Asse en Boele zal zijn geweest. Blijkens deze momberacte is er ook nog een dochter Hendrikjen geweest, die dan al meerderjarig is. Assien is nog al eens verhuisd; hij woont in 1716 in het Hollandse Rot, van 1729 tot 1733 in het Westerse Rot en in 1755 en 1764 in het Zuidwoldiger Rot. Alleen in de haardstedenregisters wordt hij een enkele keer Sempel genoemd; in de kerkregisters is hij steeds Asse Jacobs; van zijn kinderen is ook niets onder de naam Sempel te vinden, m.d.v. dat 14 juli 1810 een Assien Alberts Sempel begraven wordt, hetwelk de Assie kan zijn, die 28-08-1763 gedoopt wordt als zoon van Albert Stoffers en Aaltien Assies. Per 22 september 1741 wordt Assien benoemd tot medemomber over de onmondige kinderen van wijlen Femmigien Jans Munnink en zijn zwager Albert Roelofs Zwarte; op 10 januari 1744 medemomber over het kind van Jacob Jansen (1.2.2.1.) en wijlen Margriet Kok; op 6 februari 1743 wordt hij medemomber over het onmondige kind van Hendrik Roelofs Vos wegens het hertrouwen van de weduwe Grietje Harms, terwijl hij 13 februari 1756 medemomber wordt over de 4 onmondige kinderen van wijlen Derkje Roelofs, wegens het hertrouwen van de weduwnaar Hendrik Geerts Swiep. Asse blijkt niet te kunnen schrijven.

5. Jantien doop 29-12-1720; trouwt Hendrik Jans Bloemberg

Jansen Sempel is diverse keren verhuisd: van 1709 t/m 1711 wordt hij in de haardstedenregisters van het Westers Rot vermeld, van 1712 t/m 1716 in het Hollandse Rot, van 1717 t/m 1725 in het Westers Rot, van 1726 t/m 1732 in het Zuidwoldiger Rot en in 1733 weer in het Hollands Rot. Hij wordt afwisselend Jansen Jacobs en Jansen Sempel genoemd. Op 7 maart 1755 wordt ene Jantien Belder begraven. Indien dit onze Jantien is, zou Jansen nadien nog hertrouwd moeten zijn en voor 18 mei 1758 overleden, want op deze datum wordt de weduwe van Jansen Jacobs Sempel begraven. Op 10 januari 1744 wordt Jansen tot medemomber benoemd over het enige dan nog levende kind van zijn zoon Jacob (1.2.2.1) bij wijlen Margriet Kok. Jansen blijkt niet te kunnen schrijven. Op 22 september 1737 was hij tot medemomber benoemd over de 2 kinderen van wijlen Femmigjen Goossens, wegens het hertrouwen van de weduwnaar, Jan Jans Smit alias Troost. De familierelatie is hier niet duidelijk.

begraven 25 april 1783 Johannes Jacobs Sempel of de oude baas

Bij de doop van Jacob wordt als vader abusievelijk vermeld Jannes Jans.

Jannes Jacobs Sempel wordt in 1755, 1764 en 1774 in het haardstedenregister van het Westerse Rot nr 2 vermeld en is verlaatbaas-tapper. Van 1727 t/m 1723 woonde hij in het Westers Rot en wordt afwisselend Jannes Jacobs of Jannes Sempel genoemd. Hij wordt 28 september 1770 tot medemomber benoemd over de 4 onmondige kinderen van wijlen Hendrik Jans Bloemberg, wegens het hertrouwen van diens weduwe Jantje Jansen Sempel (nr 1.2.2.5.)

begraven 29 juli 1761; trouwt 10 januari 1733 te Ruinen

jonge dochter van Echten; begraven 13 oktober 1773

3. Jacob doop 28-04-1737 overleden 21-09- 1816; ongehuwd 4. Jantien doop 24-04-1740 overleden 21-02-1818 als Sempel Boele Jacobs wordt vermeld in het haardstedenregister van 1755 in het Zuidwoldiger Rot en betaalt 2 car.gld. In 1764 wordt in het Zuidwoldiger Rot zijn weduwe vermeld; zij betaalt 4 car.gld.en bezit een praam. Boele Jacobs wordt nergens als Sempel vermeld; in een bijschrift in de marge van een acte inzake een civiele procedure omtrent

het bezit van het verlaathuis wordt Trijntje Jacobs, dochter van Jacob Assies, genoemd als zuster van Jannes Jacobs Sempel en Boele Jacobs. Zijn kinderen hebben wel de naam Sempel gevoerd. Hij wordt 1 april 1742 tot medemomber benoemd over de 6 kinderen van wijlen Aart Jans Smit en wijlen Geesje Jans. Ook hier is de familierelatie niet duidelijk.

gedoopt 23 september 1714; overleden voor 1746

gedoopt 28 februar 1717 als dochter van Jan Hendriks Bloemberg en Aaltien Jans Kattou

3. Jacoba doop 16-06-1743; trouwt Geert Harms Kapiteyn

Jantien Jans Bloemberg trouwt later met Meijne Jans Fidom en krijgt uit dit huwelijk nog 5 kinderen.

mogelijk gedoopt 18 september 1718 als dochter van Hendrik Wyggers en Trijntje Everts of

1 mei 1718 als dochter van Hendriks Harmens en Jentien Hendriks.

8. Trijntje doop 04-06-1747; trouwt Albert Jans Botter

Jacob Jansen Sempel wordt in 1755 in het haardstedenregister van het Westerlijk Rot vermeld, terwijl hij in 1764 ontbreekt. Waarschijnlijk is hij in die tussentijd overleden. Van zijn kinderen zijn geen verder nakomelingen in Hoogeveen gevonden. Op 22 maart 1764 wordt een Annegien Hendriks begraven. Het is niet zeker dat dit onze Annegien is. Op 10 januari 1744 worden mombers aangesteld over het enige dan nog levende kind van Jacob Jansen Sempel, een meisje en dus nr 4, Jantien, en wijlen Margriet Kok. Hoofdmomber wordt Hendrik Cok,

Op 28 september 1770 wordt Jansen Jacobs tot medemomber benoemd over de onmondige kinderen van Hendrik Jans Bloemberg bij wijlen Jantje Jansen Sempel; bij de momberafrekening van 4 februri 1781 blijkt hij overleden. Deze Jansen kan de Jansen Jacobs, geboren 09-01-1746 zijn, maar ook zijn grootvader, nr 1.2.2. In het laatste geval moet deze wel zeer oud geworden zijn.

gedoopt 19 december 1723; begraven 11 juli 1794

gedoopt 17 februari 1732 als dochter van Werner Werners (later Warner Warners) en Albertien Roelofs Nieuwenhuis (ook Nijenhuis, Nieuwhuis en Nijhuis); begraven als weduwe van Jacob Sempel 7 april 1796

3. Swaantje doop 05-10-1755; trouwt 1. Pieter Jans Peggeman en 2. Hendrik Johannes Padding

4. Albertje doop 30-04-1758;bij de v.t. 1829 vermeld Molendijk

7. Pietertjen doop 20-07-1766; trouwt 1. 21-06-1808 Willem E.Kuiper en 2. Hendrikus Beens.

8. Beatrix doop 07-01-1770; als Beertje overleden 16 juni 1808,

nalatende 4 kinderen; trouwt 1.Hendriks Pieter ten Kate en 2. Pieter Jans Martens te Doesburg

Jacob Jannes Sempel woont volgens de haardstedenregisters in 1755 in het Noordse Rot, in 1764, 1774 en 1784 in het Hollandse Rot. Hij is "koopman". Op 8 april 1796 worden mombers aangesteld over de nog minderjarige Jacob. Hoofdmomber Hendrik Warners, medemombers Peter Carsten (gehuwd met Geertje Warners), Fake Stoter (gehuwd met Maria Warners) en Evert Meinen ten Kley alias Bokking, zoon van Meijne Everts ten Kleij en Margje Warners. Op 28 september 1770 wordt Jacob tot medemomber benoemd over de onmondige kinderen van Hendrik Jans Bloemberg en wijlen Jantje Jansen Sempel.

gedoopt 20 december 1750; overleden 23 februari 1840; bij volkstelling van 1829 vermeld de Huizen 572, 78 jaar, koopman, leeftijd vrouw 60 jaar.

gedoopt 30 december 1754 als dochter van Roelof Jans Veningen en Hendrikje Jans

Winters; begraven 8 juli 1808 overleden 2 juli 1808, 54 jaar, nalatende 2 kinderen en 4 kindkinderen

1. Hendrikje doop 14-06-1778 trouwt Roelof ten Oever; begraven 24-05-1805

42 jaar. trouwt 2 : 23 september 1813

gedoopt 31 januari 1768 als dochter van Lense Volkers en Lammegje Hendriks. Jannes Jacobs is schipper en wordt in het haardstedenregister van 1784 vermeld in het Hollandse Rot en betaalt 4 car.gld haardstedengeld; ook vermeld in 1807 en 1812 en in 1811 als schipper

in het register van weerbare mannen. Op 10 februari 1807 wordt hij tot medemomber benoemd over de onmondige kinderen van wijlen Hendrik Pieters ten Kate en zijn zuster Beatrix, wegens diens hertrouwen met Pieter Jans Martens te Doesburg. Op 23 december 1796 werd hij medemober over de 4 onmondige kinderen van wijlen Pieter Jans Peggeman en zijn

zuster Swaantje, wegens diens hertrouwen met Hendrik Jannes Padding. Op 21 januari 1808 wordt hij tot medemomber benoemd over de onmondige kinderen van zijn zuster Pietertje wegens haar hertrouwen na het overlijden van Willem Kuiper met Hendrikus Beens. Op 22 april 1808 wordt hij tot hoofdmomber benoemd over de 4 onmondige kinderen van wijlen zijn dochter Hendrikje wegens het hertrouwen van de weduwnaar, Roelof ten Oever, met Hendrika Coops te Vries.

gedoopt 6 mei 1753, geboren 1 mei 1753 overleden 27 december 1828

gedoopt 24 november 1754 als dochter van Roelof Jans Troost en Geesjen Klaas Govers;

4. Roelof Troost; doop 01-06-1783 verder 1.2.3.2.2.4

8. Jan Troost doop 18-05-1794 trouwt 2 Frouchjen Karsten

12. Warner doop 25-08-1803 bij v.t. 1829 vermeld Krakeel 866, 25 jaar, schipper,

getrouwd met Trijntje Derks Knegt, 24 jaar. Warner Sempel wordt vermeld in het haardstedenregister van het Hollandse Rot in 1784 en betaalt de hoogste bijdrage van

4 car.gld. en is "veenbaas". Hij wordt in 1807 en 1812 ook vermeld, terwijl volgens de lijst van weerbare mannen van 1811 hij 1 mei 1753 geboren is. Op 23 december 1796 wordt hij medemomber over de 4 onmondige kinderen van wijlen Pieter Jans Peggeman en zijn zuster Swaantje, wegens diens hertrouwen met Hendrik Jannes Padding. Op 16 februari 1807 wordt hij medemomber over Hilbert, de zoon van wijlen Pieter Hilberts ten Kate en Hendrikje Willems

Steenbergen. Op 21 janauri 1808 wordt hij tot medemomber benoemd over de onmondige kinderen van Pietertje Jacobs Sempel wegens haar hertrouwen na het overlijden van Willem Kuiper met Hendrikus Beens. Op 22 april 1808 wordt hij tot medemomber benoemd over de 4

onmondige kinderen van zijn zuster Hendrikje wegens het hertrouwen van de weduwnaar Roelof ten Oever met Hendrika Coops te Vries.

gedoopt 20 november 1760, geboren 12 oktober 1760 overleden 15 februari 1847;

In 1807 en 1812 wordt Roelof Nijenhuis Sempel vermeld in de haardstedenregisters op nr B 263 oud of A 500 nieuw. Hij wordt vermeld als "koopman". Volgens de lijst van weerbare mannen van 1811 is hij "bakker"

gedoopt 6 november 1763; overleden 22 mei 1852; bij de volkstelling van 1829 vermeld als Karst Jacobs Sempels, Kleine Kerksteeg 808, 66 jaar, veeneigenaar.

3. Hilligje doop 18-03-1801 bij v.t.1829 vermeld Het Haagje 249a, 28 jaar, getrouwd met Jacob Troost, veeneigenaar, 29 jaar

5. Sijertje doop 28-07-1805 bij v.t. 1829 vermeld Kleine Kerksteeg 807, 23 jaar, getrouwd met Johannes ten Oever, 30 jaar, schipper. Karst wordt in het haarstedenregister van 1807 en 1812 en op de lijst van weerbare mannen van 1811 vermeld als schipper. Hij hertrouwt als bejaard man 20 juli 1850 met zijn dienstmaagd, Anna Kuizinga, geboren 12 januari 1824 te Eenrum, van wie reeds een dochter op 7 mei 1850 was geboren.

gedoopt 20 april 1777; ongehuwd overleden 19 februari 1863

van 1811; volgens dit register is hij "veenbaas". Bij de volkstelling van 1829 vermeld inwonend bij zijn broer Roelof Nieuwenhuis Sempel Het Haagjer 500, 50 jaar, ongehuwd, zonder beroep.

gedoopt 3 september 1780; trouwt 1 februari 1809 te Meppel

geboren te Meppel in 1781, weduwe van Harm Sterken Voor 1812 geen kinderen in Hoogeveen gedoopt. Jacob Sempel is blijkens het haardstedenregister van 1812 "schipper".

gedoopt 1 juni 1783; overleden 27 december 1828 Hollandsche Veld

gedoopt 23 juli 1786 als dochter van Albert Wolters Klinkje en Jantje Talen; overleden in het Armwerkhuis 13 januari 1864

1. Warner doop 30-08-1807; overleden Meppel 22-10-1819.

van 1812 op nr A 98 . N.B.

Jantje Stevens Sempel laat 26 juli 1767 als vrouw van Jan Hendriks Bokking alias ten Kleij een zoon Hendrik dopen. Deze Jantje is niet in onze genealogie onder te brengen. Zij is blijkens haar overlijdensakte de Jantje , die 25 februari 1742 gedoopt wordt als dochter van Steven Egberts en Jantje Hendriks Beldert, welk echtpaar van 1727 tot 1747 meerdere kinderen laten dopen. De weduwe van Steven Egberts wordt in 1755 en 1764 in het Westerse Rot vermeld aan het 2e verlaat en woont naast Jannes Jacobs Sempel (1.2.3.). Heeft het buurmeisje de naam van de buurman overgenomen of waren er tussen haar moeder en de buurman intiemere relaties?