Staat vermeld in het register van 4 maart 1678 als Albert Scholten en ondertekent met zijn

handmerk en kan dus niet schrijven. Wordt in 1691 als schipper (althans als bezitter van een praam)in het Zuidwoldiger Hoogeveen vermeld. In 1692, 1693 en 1694 worden de weduwe en zoons Albert Scholten, ook als praambezitters vermeld. In het ledenbestand der ned.ger. kerk wordt als enige Albert een Albert Jacobs vermeld met zijn huisvrouw Trijntje Herms;

het is onwaarschijnlijk dat dit onze Albert Scholten is; op dat moment verblijven in

Hoogeveen ook een Albert Jacobs, schoolmeester, en een Albert Jacobs Dogge, bakker, beiden in het Echtens Hoogeveen. De vermelding van Albert Jacobs staat tussen een groep van het Echtener Hoogeveen, terwijl onze Albert in het Zuidwoldiger Hoogeveen woont. De kerkelijke Albert Jacobs zal daarom wel de schoolmeester zijn, zodat we moeten veronderstellen, dat Albert Scholten niet kerkelijk meelevend was, Volgende kinderen in willekeurige volgorde zijn

2. Jacob Scholten wordt in 1692 als schipper in het Zuidwoldiger Hoogeveen vermeld; van hem zijn geen verdere nakomelingen gevonden

3. Hendrik Alberts Scholten wordt als schipper vermeld in 1693 in het van Echtens Hoogeveen en in 1694 in het Zuidwoldiger Hoogeveen; hij wordt van 1704 t/m 1733 in de haardstedenregisters van het Zuidwoldiger Rot vermeld, o.a. onder de namen Renneboom, Rennebeen en Runnebeen;ook van hem zijn geen verdere nakomelingen bekend.

In 1691 wordt de weduwe van Jan Scholten in het Zuidwoldiger Hoogeveen vermeld; deze Jan is misschien een broer van Albert, een zoon lijkt minder waarschijnlijk. In 1693 en 1694 wordt eveneens in het Zuidwoldiger Hoogeveen en in 1691 in het van Echtens Hoogeveen schipper Egbert Paepe Scholten vermeld. Of die ook familie van onze Albert is geweest? Ook van deze Jan en Egbert zijn geen verdere nakomelingen gevonden.

begraven 10 september 1754 te Zwartsluis; vermeld in 1691 t/m 1693 in het Zuidwoldiger

Hoogeveen als schipper (althans als praambezitter)en als Sijmen Alberts, met eenmaal als onderbreking Scholt Alberts Sijmen; van 1712 tot 1725 in het Zuidwoldiger Rot. Hij betaalt steeds de hoogste bijdrage van 2 resp. 4 gld haardstedengeld.

jonge dochter; beiden van 't Hoge veen; begraven 26 april 1751 te Zwartsluis Volgende kinderen in willekeurige volgorde, omdat geen doopdata bekend zijn, uit dit huwelijk:

Volgens Albert Metselaar in zijn boekje "De eerste bewoners van het Hollandsche Veld", pag. 12, was Sijmen de eerste bewoner van het z.g. Vierkante Blok in Hollandsche Veld en bouwde hij een huis in 1713 aan de noordkant van het Nieuwe Opgaande op de oostkant van de zevende wijk. In 1726 is Sijmen blijkbaar naar Zwartsluis vertrokken, waar zijn vrouw en hij beiden zijn begraven.

dochter van Jacob Frerix en Lena Jans, welke juni 1685, beiden van 't Hoge Veen,

Op 15 november 1753 wordt over de minderjarige Jacob Alberts tot mombers aangesteld Jan Sijmens Scholten (oom), hoofdmomber en Koendert Sijmens (oom), Christiaan Hartman( oom van moederszijde, gehuwd met Marrigje Jacobs) en Albert Timpe (oom van moederszijde, gehuwd met Grietje Jacobs Olde) als medemombers; Vanaf 1722 wordt Albert Sijmens

in het haardstedenregister vermeld op hetzelfde adres, waar vader Sijmen eerst woonde.

begraven 11 juli 1771; als schipper vermeld in het haardstedenregister van het Zuidwoldiger Rot in 1755 en 1764

dochter van Hermen Jacobs en Annichjen Jans, welke 29 maart 1701 trouwden: Hermen, jonge man van 't Hoge Veen en Annichje, jonge dochter van Giethoorn; begraven 2 januari 1761

3. Annigje 15-10-1731 trouwt Thomas Egberts Ymker; overl. 7 nov.1818

4. Hendrikje 26-07-1733 tr. Hendrik Jans Rouw; begr. 23 nov. 1787

5. Koendert de Ronde 04-03-1736                 verder 1.1.2.5.

6. Lijsbet 28-12-1738 tr. Bereny Willems Kleyne; begr. 6 april 1770

7. Femmegien 23-05-1743 begr. 22 oktober 1765  

trouwt 2:  

Grietje Berends weduwe van Jan Egberts Clos. Uit dit huwelijk geen kinderen bekend.

Op 27 maart 1737 wordt Jan Sijmens Scholten als hoofdmomber benoemd over 2 onmondige kinderen van Jansen Egbert Snijp (is Snippe) en diens overleden vrouw Geesien Hendriks. De familierelatie is hier niet duidelijk, maar moet met Geesien Hendriks verband

houden. Op 22 april 1746 wordt Jan Sijmen hoofdmomber over de kinderen van wijlen Albert Hendriks Kats alias Kater en Grietien Hendriks Beldert. De familierelatie, die hier via de overleden Albert Kats moet lopen, is ook niet duidelijk. Op 13 februari 1748 wordt Jan Sijmen genoemd als medemomber in een momberafrekening voor Jan Hermannus, zoon van Hermannus Derks Mulder alias Dekker. Ook hier is de familierelatie niet duidelijk. Op 31 augustus 1753 wordt hij tot hoofmomber benoemd over de onmondige zoon van wijlen Maria Jans Halfmouw en Jan Arends Boer. Jan Sijmens Scholten wordt 27 dec. 1770 tot hoofdmomber benoemd over de onmondige kinderen van Berend Willems Kleine na het overlijden van zijn dochter Elisabeth. Na zijn overlijden, vrij kort daarna, wordt zijn zoon Harm in zijn plaats benoemd.

Op 18 september 1762 wordt i.v.m het overlijden van de moeder, Aaltien Hermens, voor het onmondige kind Femmigje een inventaris opgemaakt. De boedel bestaat o.a. uit 2 huizen, land en vee. Op 14 september 1762 waren in verband met het hertrouwen van Jan Sijmens

Scholten met Grietje Berends, weduwe van Jan Clos, mombers aangesteld; hoofdmomber wordt Jan Cornelis, medemombers Pieter Hilberts ten Cate, Koendert Sijmens Scholten en Harm Bijleveld.

begraven 9 juni 1789; vermeld als schipper in het Hollandsche Rot in 1755, 1764 en 1774 en betaalt 1755 en 1764 4 car.gld en 1774 2 car,gld haardstedengeld.

dochter van Jacob Freriks en Lena Jans; Albert (1.1.1.) en Koendert waren met 2 zusters getrouwd

4. Koendert de Ronde doop 30-01-1735

6. Jantien doop 15-11-1739 de moeder wordt hier Hendrikje Koenderts genoemd, wat waarschijnlijk een vergissing is.

Op 18 september 1762 wordt Koendert tot medemomber benoemd over Femmegien, dochter van zijn broer Jan, wegens diens hertrouwen na het overliojden van Aaltje Harms met Grietje Berends.

begraven 13 mei 1791 wordt vermeld in 1755 en 1774 in het Zuidwoldiger

Rot (betaalt 4 car.gld haardstedengeld) en in 1764 in het Hollandsche Rot (betaalt 2 car.gld)

gedoopt februari 1706 als dochter van Klaas Willems (Bogaert of Kleinmeyer) en Mergien Berents.

Hendrik Sijmens Scholten wordt 21 april 1753 als momber aangesteld over de 2 minderjarige kinderen van wijlen Frerik Jacobs Olde en Femmechien Klaas. Op 4 december 1736 wordt hij als getuige genoemd bij de afrekening der mombers inzake de onmondige kinderen van Klaas Willems Kleinmeier.

gedoopt 7 februari 1734; overleden 3 april 1817- 78 jaar oud?? als schipper vermeld in de haardstedenregisters van 1774 en 1784 in het Hollandsche Rot (betaalt 2 gld haardstedengeld); ook in 1807 en 1812

gedoopt 25 januari 1739 als dochter van Jan Geerts Kaptien en Jantien Alberts Klinkjen. overleden 29 november 1818

1. Jantje doop 22-03-1767 bij v.t. 1829 vermeld Hollandsche Veld 217, 64 jaar. getrouwd met.Wolter Seinen, 63 jaar, schipper; overl. 14-08-1835

4. Helena doop 13-11-1774 bij v.t. 1829 vermeld Hollandsche Veld 125a, 53 jaar, getrouwd met Benjamin Goosen, 42 jaar, schipper; overl. 04-11-1853

als schipper vermeld in de haardstedenregisters van het Zuidwoldiger Rot in 1764, 1774 en 1784; betaalt steeds de hoogste bijdrage aan haardstedengeld.

gedoopt 12 februari 1730 als dochter van Jan Tijs en Zwaantien Jans; overleden 6 januari 1807.

overleden 21 januari 1823; vermeld in de haardstedenregisters van 1764,1774 en 1784 in het Zuidwoldiger Rot, eerst als schipper, daarna als boer in 1807 en 1812 en betaalt steeds de hoogste bijdrage: in 1798 schipper, getrouwd, 1 kind, 63 jaar

gedoopt 2 oktober 1737 als dochter van Arend Harms Schokker en Jantje Klaas; overleden 19 augustus 1809, begraven 26 augustus 1809.

3. Arend doop 23-01-1763 verder 1.1.2.5.3.

8. Femmegje doop 22-06-1777 bij v.t. 1829 vermeld Noord 753, 52 jaar, getrouwd met Roelof Willems Botter, 60 jaar, arbeider; overleden 31-01-1858

Op 27 december 1775 wordt Koendert tot medemober benoemd over de drie onmondige kinderen van zijn overleden zuster Elisabeth, wegens het hertrouwen van de weduwnaar Berend

Willems Kleine. Blijkens momberprotocol van 17 mei 1800 wordt Koendert als medemomber over de 5 onmondige kinderen van wijlen Femmegien

Berends en Jan Arends Schokker benoemd; hoofdmomber is Berend Jans Boer en de andere medemombaren zijn Klaas Arends Schokker en Jan Berends Klos. Op 27 december 1770 wordt hij tot medemomber benoemd over de 3 onmondige kinderen van zijn overleden zuster Elisabeth, wegens het hertrouwen van zijn zwager Berend Willems Kleyne.

gedoopt november 1731; overleden 26 december 1815 in de haardstedenregisters van het Hollandsche Rot vermeld in 1764, 1774 en 1784 als schipper betaalt steeds de hoogste bijdrage; in 1807 vermeld als "alumnis"

gedoopt 15 mei 1735 als dochter van Roelof Otten Paddinge en Aaltje Melissen Gijben; overleden 16-09-1814

7. Koendert doop 20-08-1769 tr. Hendrikje H.Duinkerken; ged.17-03-177

8. Jantje doop 30-10-1774

Begraven 06-01-1761 zoon van Jacob Scholten enbegraven kinderen van Jacob Scholten 04-04-1765, 05-10-1768, 05-11-1774 en 06-11-1778. 17 oktober 1785 wordt Jacob tot medemomber benoemd over de 3 onmondige kinderen van wijlen Trijntje Jannes wegens hertrouwen van haar weduwnaar Jacob Freriks (neef) met Niesjen Jans, weduwe van Albert Konink.

gedoopt 4 maart 1744; overleden 22 mei 1826

vermeld als schipper in de haardstedenregisters van het Hollandsche Rot van 1774, 1784 en 1807; woont 1812 bij Willem Geerts Bakker; volgens register 1798 Jan Koenders, Holl. Rot nr 394, schipper, getrouwd, 57 jaar, 3 kinderen, met zoons Marten en Coendert, schippers, resp. 28 en 21 jaar oud

gedoopt 3 mei 1741 als dochter van Marten Jans en Aaltien Roelofs; begraven 15 december 1802

2. Coendert doop 18-07-1773 trouwt Aaltje schipper Klaas Blanken

3. Aaltje doop 02-03-1777 trouwt Willem Geerts Bakker

Volgens begraafboek is er 25 april 1775 een kinder van Jan Coenderts begraven. Op 17 oktober 1785 wordt Jan benoemd tot medemomber over de 3 onmondige kinderen van wijlen Trijntje Jannes wegens hertrouwen van de weduwnaar, Jacob Freriks (neef), met Niesjen Jans, weduwe van Albert Konink. Volgens het register "marins conscrits" is Koendert Jans Scholten, zoon van Jan Koenderts Scholten en Trijntje Merkus geboren 18 juni 1775 . Hij was schipper op een turfschip, varende op Holland.

gedoopt 10 september 1784; trouwt 9 december 1810

gedoopt 30 april 1786 als dochter van Jan Thomas Prijs en Margje Hendriks; overleden 12 juli 1863

gedoopt 30 januari 1757; overleden 24 december 1829 als schipper vermeld in de haardsteden-

registers van 1807 en 1812; volgens het boek van Albert Metselaar: "De Hollandsche Compagnie en haar Hollandsche Veld in cijfers en feiten" woonde Jan aan de westkant van de Boekweitsloot en Triangel; hij was medeparticipant en vroeger werd de 8e wijk Jan Simons Scholtenwijk genoemd.

gedoopt 26 december 1761 als dochter van Jan Hendriks Kroezen en Annigje Hendriks Veldman; overleden 19 november 1840

1. Femmigje doop 15-10-1786 trouwt 03-02- 1811 Harm.Egb.Veldman (in 1829 41 jaar, schipper);overl. 09-11-1849

2. Annigje doop 09-11-1788 tr. 14-03-1812

overleden 22-09-1806, 16 jaar, nalatende 4 zusters en 1 broer

gedoopt 3 november 1765; overleden 23 augusdtus 1846 te Smilde

gedoopt 14 oktober 1770 als dochter van Govert Harms Goverts en Margjen Arends; overleden 30 januari 1855 te Smilde

Simon Harms Scholten is 8 november 1808 als medemomber benoemd over de 2 onmondige kinderen van Govert Harms Goverts en Margje Arends Schokker.

gedoopt 26 augustus 1770; overleden 10 december 1830 volgens haardstedenregisters van 1807 en 1812 schipper van beroep; vaart volgens het register Marins Conscrit 1811 op de IJssel

en heeft dikwijls duizelingen, waarom hij vrijsteliing voor de franse marine vraagt; hij heeft dan 7 kinderen; bij de volkstelling van 1829 vermeld Schut 437, 60 jaar, schipper; inwonende kinderen Roelof (25) en Lammigje (16).

gedoopt 26 augustus 1770 (inderdaad, dezelfde dag waarop Jacob ook gedoopt is) als dochter van Egbert Teunis Ymker en Elisabeth Roelofs Koster; bij de volkstelling van 1829 vermeld als ijnde 60 jaar oud. overleden 16 april 1849;

gedoopt 12 oktober 1760; overleden 23 maart 1832 vermeld in 1807 in het Zuidwoldiger Rot als schipper; in 1812 schipper in het Hollandsche Rot; volgens volkstelling 1798 37 jaar, schipper, getrouwd, 4 kinderen, Zuidwoldiger Rot 274; later is hij landbouwer in Hollandsche Veld

gedoopt 3 juli 1763 als dochter van Casper Jan Hagen en Stijntje Harms Booy; begraven 4 juli 1805

2. Machteltien doop 17-07-1791 bij v.t. 1829 vermeld de Huizen 24, 37 jaar, getrouwd met Hendrik Jakobs Boer, 42 jaar, schipper;

6. Caspar doop 20-11-1803 trouwt 2 als weduwnaar 22 februari 1807

gedoopt 4 juli 1773 als dochter van Jan Harmens Koster en Annegje Jans Capteyn; overleden 10 juli 1852 Uit dit huwelijk geen kinderen meer geboren.

zijn vrouw is 56 jaar oud. Op 4 februri 1807 wordt i.v.m. het tweede huwelijk een inventarisatie opgemaakt, waaruit blijkt dat Jan diverse pramen bezit en een derde deel in een plaats op de Zuidwoldiger Slood, bewoond door Casper Jans Hagen (erfdeel van zijn vrouw) en diverse stukken veen.Tot hoofmomber wordt aangesteld Harm Caspers Hagen en tot medemombers Jan Caspers Hagen, Arend Coenderts Scholten en Harm Coenderts Scholten. Op 26 februari 1806 wordt Jan tot hoofdmomber benoemd over de onmondige kinderen van wijlen zijn zuster Aaltien, wegens het hertrouwen van zijn zwager Lambert

Trouwt 28-01-1817 met Niesje Arends Smedink, weduwe van Arend Jans Winkel, gedoopt 17 november 1765 als dochter van Arend Harms Smedink en Annigjen Jurjens en overleden 10 november 1851

gedoopt 28 december 1767; vermeld haardstedenregister van 1807 als

Op 26 februari 1806 wordt Harm tot medemomber benoemd over de onmondige kinderen van wijleen zijn zuster Aaltien, wegens het hertrouwen van zijn zwager Lambert Egberts Ymker met Hendrikje Gerrits. Op Maggeltien na, wordt van dit hele gezin bij de volkstelling van 1829 niets vermeld, zodat ze waarschijnlijk elders hun domicilie hadden.

gedoopt 2 september 1764 als dochter van Hendrik Everts ten Kleij en Elisabeth Christiaans Hartman; begraven 19 augustus 1795

vermeld Hollandsche Veld 241, 39 jaar, getrouwd met Jacob Helmich Bos, 40 jaar, smid, geboren te Zwartsluis;

Kannegieter, gedoopt 2 januari 1780; overleden 2 oktober 1841

4. Jan doop 07-01-1801 bij v.t. 1829 inwonend bij ouders; ongehuwd; timmerman

5. Jacob doop 14-12-1803 bij v.t. 1829 inwonend bij ouders; ongehuwd

6. Hilligje doop 12-11-1806 bij v.t. 1829 inwonend bij ouders; ongehuwd

Klaas Scholten wordt in 1807 en 1812 als timmerman vermeld in het haardstedenregister.

Op 27 december 1799 wordt wegens het hertrouwen van Klaas over Elisabeth en Jantien mombers aangesteld; hoofdmomber wordt Evert Hendriks ten Kley, medemombers Jan en Arend Scholten van Dalen. De boedel is zeer uitgebreid, o.a. vast goed aan het Haagje. Blijkens momberprotocol van 17 september 1807 wordt Klaas medemomber over de onmondige kinderen van Jan Hendrik ten Kleij in het Pesserveld en

als medemomber bemoemd werd over de onmondige kinderen van Jan Roelof Jacobs Paddinge te Meppel en over de kinderen van Hillegien Jacobs Paddinge bij wijlen Gritter, een en ander volgens testamentaire beschikking d.d. 14 april 1802 van wijlen Jan Roelofs Scholten.

Dit echtpaar laat 9 kinderen dopen, n.l. Otto, Hendrik, Roelof, Geugje, Suzanna, Lambert, Trijntjen, Jan en Margien, die eerst de naam Scholten voeren, doch later overgaan op de familienaam Otten.

gedoopt Ruinen 4 februari 1692 als zoon van Roelof Otten Paddinge en Roelofje Otten;

Er blijkt ook nog een Roelofje te zijn geboren omstreeks 1722. Misschien in Ruinen gedoopt?

nakomelingen van hem. Evenals de onder II genoemde Jan Otten Scholten,

die een oomzegger van hem was, hadden ze volgens onze hedendaagse begrippen eigenlijk Paddinge moeten heten.