Snaarinstrumenten

 

Chordofonen zijn instrumenten, waarbij het geluid wordt geproduceerd door de trilling van een snaar: "Chordo " betekent snaar en "foné" betekent klank. Deze groep is beter bekend onder de naam: snaarinstrumenten. Ze worden ingedeeld naar de wijze waarop de snaar in trilling wordt gebracht: getokkeld, gestreken of aangeslagen.Er zijn vijf basistypen. De oudste en eenvoudigste van deze instrumenten is de muziekboog die in Afrika en op het Amerikaanse continent nog regelmatig voorkomt. Harpen en lieren werden zo'n 5000 jaar geleden voor het eerst bespeeld in het Oude Egypte. Getokkelde luiten behoren tot de meest populaire van alle volksinstrumenten. De strijkstok werd voor het eerst in de 10e eeuw bij de luit toegepast, en uit deze eerste strijkluiten is de moderne vioolfamilie voortgekomen. Citers tref je aan in zeer veel verschillende stijlen.

 

BOGEN

Dit zijn de eenvoudigste van alle snaarinstrumenten en worden het meest in Afrika, Amerika en Azië gevonden. Ze hebben zich waarschijnlijk ontwikkeld uit de boog van de jager. De eenvoudigste bogen bevatten een enkele snaar die aan beide uiteinden van een buigbare stok zijn bevestigd. De snaar kan tot trillen worden gebracht door het tokkelen met de vinger of met een plectrum, door het slaan met een stok of het strijken met een kleine boog. Een voorbeeld hiervan is de berimbau. Het instrument staat in Brazilie in relatie tot de krijgskunst Capoeira.

de berimbau

DE HARP

De harp is een snaarinstrument, waarvan de snaren in schuine richting van de klankkast naar de hals van het instrument lopen. Harpen waren reeds in 3000 v. Chr. bekend in Egypte. Ze hadden toen een wat andere vorm (boogharp). De moderne harp is een vast lid van het symfonieorkest. Het toonbereik is het grootste van alle orkestinstrumenten. De belangstelling voor de harp als orkestinstrument werd in de 19e eeuw ontwikkeld. De snaren van een harp worden in trilling gebracht door het tokkelen met de vingers.

 

De harp

 

DE LIER

De lier is een snaarinstrument met 4 zijden, dat bestaat uit een klankkast, twee armen en een dwarsbalk. De snaren zijn bevestigd op de voorkant van de klankkast en lopen over een kam naar de dwarsbalk. Het instrument was in het Oude Egypte populair en het komt ook regelmatig voor op afbeeldingen uit de kunst van het Oude Griekenland. Lieren waren in Europa al in de middeleeuwen bekend, maar zijn later geheel van het toneel verdwenen. In Afrika worden lieren nog steeds gebruikt, meestal om het zingen tijdens religieuze festiviteiten en magische riten te begeleiden. De snaren van een lier worden in trilling gebracht door het tokkelen met de vingers.

DE LUIT

Alle luiten hebben een klankkast en een hals, en dragen snaren die lopen van dichtbij de onderkant van de klankkast langs de volle lengte naar de bovenkant van de hals. Al deze instrumenten hebben dus een hals waarover de snaren gespannen worden. De toonhoogte wordt bepaald door de plek waar je de snaar indrukt. Er zijn veel verschillende instrumenten die bij deze groep horen, de belangrijkste verschillen zijn:

De snaren van deze groep instrumenten worden in trilling gebracht door het tokkelen met de vingers of met een plectrum (dit is een schijfje van kunststof, vroeger ivoor) of door het strijken met een strijkstok.

 

Een luit uit de Renaissance

Hosted by www.Geocities.ws

1