Slaginstrumenten

 

De slaginstrumenten van het orkest

Slaginstrumenten kunnen we onderscheiden in membranofonen (velinstrumenten) en idiofonen.
(zelfklinkende instrumenten). Bij membranofonen klinkt het vel, idiofonen klinken zelf. Een ander
verschil zie je tussen instrumenten met een gefixeerde (exact te bepalen) toonhoogte en instrumenten met een onbestemde toonhoogte. De laatste noemen we ook wel ruisinstrumenten.

De slaginstrumenten worden verdeeld in vier groepen:

1. Membranofonen met toonhoogte

In deze groep hebben we de pauken.

        DE PAUK

De pauk speelt een belangrijke rol  in het symfonieorkest. Er zijn er altijd twee, soms meer te  vinden.Het is een metalen ketel ,waarover een kalfsvel is gespannen. Dit instrument kan tonen van verschillende hoogte voortbrengen, doordat de spanning van het vel gewijzigd kan worden. Dit gebeurd door het indrukken van een voetpedaal. Dit instrument brengt dus echte tonen voort, net zoals een piano of gitaar.  Ook zijn ze er in verschillende groottes, waardoor de toonhoogtes ook verschillen.  Ze worden aangeslagen met stokken met een vilten kop. De naam van de bespeler heet een paukenist. Pauken kun je in een set van vijf stuks bespelen. Dan hebben ze een toonomvang van wel bijna twee octaven (van een lage D tot een hoge B). Een pauk is van koper of kunststof gemaakt. Het vel is van kunststof (plastic) of kalfshuid. De grootte is variabel, maarligt tussen de 48 en 81 centimeter. Pauken stammen af van Arabische (Turkije) keteldrums en kwamen Europa binnen via Hongarije in de 15e eeuw. De pauk behoort tot de menbraanofonen. Dit zijn instrumenten waarbij het geluid wordt voortgebracht door de trilling van een gespannen vel.

de pauken

2. Membranofonen zonder toonhoogte

Alle denkbare trommels behoren tot deze groep behalve de pauken:
kleine trom (snaardrum), grote trom, tom tom,

tamboerijn

De djembe

De djembé hoort tot de groep bekervormige trommen. Dat kun je zien aan de vorm. Dit soort trommen zijn éénvellig. Ze worden gemaakt van aardewerk en van hout en komen voor in verschillende afmetingen. Vaak is het vel aan de rand van de romp gelijmd. Trommen op poten (zoals de djembe) hebben een voet die uit de houten romp van de trom zijn gesneden.
De djembé is een bekervormige trom uit Guinea (West-Afrika) en staat tijdens het bespelen ervan, meestal niet op de voet, zoals je zou verwachten. Hij hangt vaak aan een nekkoord tijdens het bespelen. Hij wordt aangeslagen met de handen. De djembé klinkt luid en doordringend en is draagbaar. Dit maakt het instrument populair bij zowel rock-, pop- als traditionele muzikanten. De bespeler van een djembé heet een percussionist of een djembé- speler. De beker is van hout en het vel is afkostig van een dier. De djembé is ongeveer 60 centimeter hoog en het vel heeft een diameter van 34 centimeter. De djembé is een traditionele trom van het Manding volk. Die wonen in Oost- Guinea en West- Mali (West- Afrika). Het instrument behoort tot de menbranofonen. Dit zijn instrumenten waarbij het geluid wordt voortgebracht door de trilling van een gespannen vel. Wil je meer weten over de djembé en andere West-Afrikaanse instrumenten ga dan naar: Djembefoland.

De snaardrum 

De snare drum is een belangrijk 
onderdeel van het slagwerk en bij moderne muziek van het drumstel. 
Bij het beluisteren van dit instrument  (bij het openen van deze pagina) hoorde je eerst de drum zonder dat de snaren, die aan de onderkant tegen het vel zitten, gespannen waren en in het tweede gedeelte trilden de snaren mee. De percussionist (slagwerker) moet er goed opletten dat hij als hij niet

DE SNAARDRUM


 moet spelen, die snaren met een handle even ontspant, daar het  anders kan gebeuren dat bij een bepaalde toonhoogte van de muziek, die snaren spontaan gaan meetrillen. (resoneren) De snaredrum wordt 
vooral in marsmuziek, maar ook in walsen gebruikt om al roffelend het ritme aan te geven.

Natuurlijk hoort een drumstel ook bij de slaginstrumenten. Het drumstel bestaat alleen uit verschillende slaginstrumenten die bij elkaar opgesteld staan. Zo staat er altijd een kleine trom bij, die bij een drumstel een "snaredrum" wordt genoemd. Ook hangen er verschillende bekkens bij een drumstel en staat er altijd een grote trom ("bassdrum").Een klein drumstel bestaat dan ook uit een hi-hat (twee kleine bekkens die vastgemonteerd aan een standaard zitten), een snaredrum, een bassdrum, twee tom- toms, bekkens en een lage trom. Een bespeler van een drumstel heet een drummer. Een drumstel kun je natuurlijk uitbouwen tot hele grote. Een heel groot drumstel wordt wel een "vliegtuig" genoemd.In bijna elke muzieksoort wordt gebruik gemaakt van dit instrument, maar tegenwoordig wordt er in "house-muziek" een computer ingeschakeld om dit geluid na te bootsen.Bekende merken van drumstellen zijn Pearle, Tama, Sonor, Yamaha en Peace.

Het drumstel 

Helemaal rechts staat de hi-hat, daarnaast staat de snaredrum. Twee tom- toms en helemaal links staat de lage trom. De bekken is ook zichtbaar en de grote trom ook. Vooraan staat een drumkruk waar de drummer op zit

3. Idiofonen met toonhoogte  

De triangel

De triangel is een metalen staaf, gebogen in de vorm van een...... jawel, driehoek. Kijk maar eens goed naar het woord: Tri betekent drie en angel betekent hoek. Je zou de traingel dus ook driehoek kunnen noemen. Hij geeft een helder geluid, en ondanks de geringe omvang van het instrument, is het geluid goed te horen in een orkest. Als je op een traingel speelt moet je zorgen dat je het instrument aan een touwtje vast hebt. Het bespelen ervan is vrij eenvoudig: met een metalen staafje geef je een tik tegen de triangel. Wanneer je de metalen staaf zelf vasthebt, heb je geen doorklinkend, lang geluid, maar een kort tikje. De metalen staven van de traingel moeten dus los van alles zijn om het echte geluid voort te brengen. Elke zijde van een traingel is 10 tot 25 centimeter lang. Het instrument is ontstaan in het oude Egypte vanuit een metalen rammelaar voor kleine kinderen. Dat was in de Middeleeuwen (500 - 1500 na Chr.) Deze rammelaar heette daar een sistrum en werd bespeelt met metalen schijfjes aan de staaf. Later verdwenen die schrijfjes en werd de traingel bespeeld met een metalen staafje. De traingel behoort bij de idiofonen. Dit zijn instrmenten waarbij het geluid wordt voortgebracht door het nateriaal waarvan het instrument is gemaakt, zonder het gebruik van snaren of een gespannen huid.

de buisklokken

Dit is een melodieslaginstrument dat bestaat uit een serie holle buizen van verschillende lengte.De buizen hangen in een raamwerk en worden aan de bovenkant met een hamer aangeslagen. De nagalm kan via een mechanisme met de voet gedempt worden. Het standaardinstrument heeft 18 buizen en een toonbereik van 1,5 oktaaf. In een orkest imiteren de buisklokken het geluid van  kerkklokken.

de buisklokken

De xylofoon

De xylofoon bestaat uit een stel  houten staven waarop met stokken wordt geslagen.De lengte (maar ook de dikte natuurlijk maar die is bij allen gelijk) bepaalt de toonhoogte De staven rusten gewoonlijk op een standaard en zijn in de volgorde van toon gerangschikt in een dubbele rij op dezelfde manier gerangschikt als de toetsen van een piano. In de bovenste rij ( het verst van de speler af dus) liggen dan de "zwarte toetsen) De Xylofoon doet al mee in het Symfonie orkest sinds de 19 de eeuw. Het bespelen van een xylofoon wordt meestal gedaan door twee stokken, maar geoefende xilofonisten kunnen het met vier. Xylofoonpartijen wordt gebruikt in orkestmuziek, maar ook in jazz- en popmuziek. De xylofoon behoort tot de idiofonen. Dat zijn instrumenten waarbij het geluid wordt voortgebracht door het materiaal waarvan het instrument is gemaakt zonder gebruik van snaren of gespannen huid.

  4. Idiofonen zonder toonhoogte

de maracas

De Orff-instrumenten

De ontwerper van de Orff-instrumenten, Carl Orff is geboren in Munchen in het jaar 1895 en is er gestorven in 1982. Orff is een beroemd componist. Zijn Carmina Burana (1937) wordt nog regelmatig uitgevoerd. De Orff-instrumenten zijn ontworpen voor zijn leerlingen. In 1924 stichtte hij namelijk zelf een school waar dans en muziek werd onderricht. Het Orffschülwerk (schoolinstrumenten) wordt over de hele wereld gebruikt.

Het Orff-instrumentarium bestaat uit:


1. slaginstrumenten met vel en met toonhoogte: de pauken (zie bovenaan)
2. slaginstrumenten met vel zonder toonhoogte: trommen, tamboerijnen
tamboerijn en schellenraam

3. slaginstrumenten zonder vel en met toonhoogte: staafspelen (xylofoons, metallofoons, klokkenspellen.)
xylofoon (info zie bovenaan)

klokkenspel

4. slaginstrumenten zonder vel en zonder toonhoogte (idiofonen): bekkens, triangels, ratels...

BEKKENS

Je kent bekkens wel. Dat zijn die ronde, dunne metalen platen die, als je ze hard tegen elkaar aanslaat, zo'n hard geluid maken. Ze nodigen uit om er hard mee te slaan. Bekkens kunnen echter ook bij een drumstel staan. Ze zijn dan bevestigd aan een staandaard of aan een rek. Dan sla je er met een houten drumstok op. Bekkens zijn er in verschillende maten, meestal variëert dat tussen de 30 centimeter en de 66 centimeter (de doorsnede) en vormen een belangrijk onderdeel van het drumstel. Bij een drumstel zijn drie soorten bekkens te noemen: de ride- bekkens, deze zijn om het ritme te ondersteunen en aan te geven, crash- bekkens, om een roffel of een brake af te sluiten en splash- bekkens. Dit zijn de kleinste bekkens met dezelfde functie als een crash- bekkens. Bekende merken van bekkens zijn Paiste en Zildjan. Ze zijn gemaakt van metaal of brons en kwamen al voor in de oudheid (Noord- Irak, Egypte en Israël). In het westen hadden de Romeinen en de Grieken al kleinere bekkens. Pas rond de 18e eeuw werden de echte grotere bekkens ingevoerd in Turkije. De bekkens behoren tot de idiofonen. Dit zijn instrumenten waarbij het geluid wordt voortgebracht door het materiaal waarvan het instrument is gemaakt, zonder het gebruik van snaren of gespannen huid.

cimbalen (bekkens)

Hosted by www.Geocities.ws

1