volgende paragraaf

5.1 Structureel geweld: de dwingende macht van de staat

Het eerste verhaal waarin een combinatie van expliciete beschrijvingen van geweld met structureel geweld voorkomt, is ‘(van om alleen te wees)’. In dit verhaal speelt verraad ook een belangrijke rol. Soldaat Snyman moet vier informanten (verraders!) wegbrengen, die de weermacht informatie hebben gegeven. De informanten denken dat ze terug worden gebracht naar hun woonplek, maar in plaats daarvan levert Snyman ze uit aan een contactpersoon die hen vervolgens neerschiet. (tweede vorm van verraad). Al in het begin van het verhaal wordt duidelijk dat Snyman slechts een opdracht uitvoert; de eigenlijke geweldpleger is het leger of de staat, pas in mindere mate de soldaat. In een zekere zin laat Kellerman zien dat ook de soldaat een slachtoffer is, want met tegenzin vervult hij zijn taak en hij krijgt er vervolgens een schuldgevoel door. (verraad aan eigen principes en tegelijkertijd verraad aan de principes van de weermacht). De effecten van geweld georganiseerd door de staat zijn dan dat zij alle zekerheid onder de mens vandaan schopt. De informanten hebben geen rechten, want de staat bepaalt wat rechtvaardigheid is en wat niet. Er is geen verhoor en geen legitimiteit in de oplegging van het ‘vonnis’, want de staat hoeft zichzelf niet te rechtvaardigen.

Ook in ‘(van hom)’ vindt er structureel geweld plaats en krijgen we een schokkend beeld van de SAW-soldaat en de weermacht te zien. De hoofdpersoon wordt samen met drie andere soldaten erop uitgestuurd om een ‘hoofman’ genaamd Filippus en zijn familie te vermoorden. De redenen blijven onbekend, maar die zullen zeker politiek van aard zijn. Ook in de Grensoorlog werden stamhoofden vermoord; als zij bijvoorbeeld weigerden mee te werken met de Zuid-Afrikaanse weermacht. Voordat in het verhaal de dochter van het stamhoofd vermoord wordt, verkrachten de vier soldaten haar eerst.

De hoofdpersoon weet voor hem zelf zijn daad te rechtvaardigen door tegen de drie anderen te zeggen “dat hulle almal in die ding is, deel het in die saak wat hulle dien.”[194] Het begrip ‘die saak’ verwijst weer naar de opdracht die door de weermacht aan hen is gegeven. Toch is hier niet sprake van het dom opvolgen van bevelen, zoals in ‘(van om alleen te wees)’, aangezien de verkrachting slechts tot het plezier van de soldaten dient. Bovendien blijkt uit niets dat de soldaten enige vorm van berouw of afkeer hebben voor hun daden, in tegenstelling tot bijvoorbeeld de soldaat uit ‘(van om alleen te wees)’. Hierdoor worden de soldaten uit ‘(van hom)’ ook in moreel opzicht voor de moord op de familie aansprakelijk. Met dit verhaal suggereert Kellerman dat de gevolgen van structureel geweld niet te overzien zijn, omdat een dergelijke vorm van geweld de feitelijke geweldpleger de mogelijkheid biedt zichzelf vrij te pleiten van zijn daad.

In ‘(van die verraaier)’ treedt een verteller op die goed op weg is om zoals de hoofdfiguur in ‘(van hom)’ te worden. Toch komt hij net iets sympathieker over dan de moordenaar in ‘(van hom)’. Net als soldaat Snyman uit ‘(van om alleen te wees)’ is namelijk ook in dit verhaal zelfverachting aanwezig, onder andere door het personale perspectief. Het verhaal draait om een Zuid-Afrikaanse soldaat die de opdracht heeft een vrouw uit te horen. Haar man wordt ervan verdacht lid te zijn van een verboden organisatie, en de soldaat moet proberen bij de vrouw informatie over hem te krijgen. Vooral in de woordkeuze van de soldaat is iets van zelfverachting te bespeuren: “Vanuit my lêplek agter ’n vullisdrom wat langs die huis staan, luister ek.”[195] Deze woorden roepen het beeld op van een hond; volgzaam, zonder eigen wil. In dit fragment wacht de ikfiguur het juiste moment af om de vrouw te benaderen. Nadat ze hem heeft opgemerkt, pakt hij haar bij de arm waardoor ze haar evenwicht verliest. Ze vat daarom de soldaat om het middel. Dit wekt een seksuele sensatie bij de soldaat op, die hem verwart. Een vorm van berouw of medelijden lijkt hem te overvallen. Het medelijden blijkt van korte duur en het verhaal eindigt met de zin: “Ná oomblikke se twyfel kry ek weer houvas op myself en regverdig myself met my Suid-Afrikaans-vervaardigde stewels. Ek besluit om haar nie ’n derde keer te skop nie.”[196]

De soldaat heeft van zichzelf dus wel enig menselijk gevoel, maar als hij besluit dat niet hij, maar Zuid-Afrika eigenlijk het geweld pleegt, heeft hij er plotseling geen bezwaren tegen om de vrouw twee trappen te geven. Hier wordt geweld dus ‘gerechtvaardigd’, doordat de soldaat bedenkt dat hij slechts een uitvoerder is van bevelen, zoals een hond. Zijn Zuid-Afrikaanse laarzen staan symbool voor de regering in Zuid-Afrika, die eigenlijk de trappen aan de vrouw uitdeelt. De conclusie is dat structureel geweld mensen hun eigen verantwoordelijkheid ontneemt, wat hen makkelijker tot geweld laat overgaan. Wat tevens een rol speelt, is dat de soldaat zichzelf heeft kunnen overtuigen van het idee dat hij handelt voor een ‘rechtvaardige zaak’. Hier is ook structureel geweld aan het werk, want door middel van de staatspropaganda werd het idee gecreëerd dat Zuid-Afrika bedreigd werd door het communisme. Dit gaf soldaten een rechtvaardiging voor het geweld dat zij pleegden.

Wie de hel het jou vertel? bevat enkele verhalen waarin de vijand zich in de machtspositie bevindt, en de SAW-soldaat degene is die wordt mishandeld. Een van die verhalen is ‘(van ’n man se storie)’ en gaat over een Zuid-Afrikaanse soldaat in opleiding die door de vijand ondervraagd wordt. Hij wordt gemarteld totdat hij zijn bewustzijn verliest. Als de soldaat weer bijkomt, denkt hij in een ziekenhuis te zijn. De soldaat voelt zich nu veilig, want de dokter zegt dat hij van het Rode Kruis is. Maar plotseling gaat deze dokter voort met de marteling en vraagt wat zijn opdrachten zijn. Dat een ‘ziekenhuis’ zijn medewerking verleent aan deze mishandelingen, is een vorm van structureel geweld en maakt de gebeurtenis extra pijnlijk. In uiterste wanhoop zegt de hoofdpersoon: “Here hou hulle dan nie op nie? Hou hulle in Godsnaam nie op nie? Ek begin huil omdat ek nie opdragte het nie en omdat ek nog so jonk is.”[197] De soldaat kan niet geloven wat hem overkomt, omdat hij ziekenhuizen volledig vertrouwde. Een ziekenhuis, dat normaal gesproken een plaats van genezing is, wordt nu een plaats van geweld. Haasbroek had met zijn ‘Anatomieles’ en ‘Aardrykskundeles’ eenzelfde betekenisverschuiving toegepast.

De gevolgen van structureel geweld in dit verhaal worden pas echt goed zichtbaar, als het wordt samen gelezen met het verhaal dat er op volgt: ‘(van die man met die wit hande)’. In dit verhaal behandelt een blanke dokter een zwarte baby. De moeder van de baby vertrouwt de dokter echter niet. Met de kennis van het vorige verhaal is ook de lezer wantrouwig geworden tegen ziekenhuizen en dokters. Dan blijkt dat de dokter geen kwaad in de zin heeft. Dit verhaal is van belang, omdat Kellerman hiermee laat zien dat structureel geweld het vertrouwen van mensen (in de staat en het rechtssysteem) schaadt en daardoor een wereld creëert die vol wantrouwen en onzekerheid is.

 

volgende paragraaf

 

 


[194]G. Kellerman: Wie de hel het jou vertel?. 2de dr. Kaapstad, 1989, p. 28.

[195]ibid., p. 44.

[196]ibid., p. 45.

[197]ibid., p. 34.


©André Kloer

 

 

1