8
Juda-Tamar * lossing * materie * Moschiach * list * verleiding * Ruth * David * Boaz* naam * Ploni Almoni

Juda vond het te gevaarlijk om ook zijn derde zoon Sela, aan Tamar te geven. Hij had de ervaring dat er met deze vrouw iets aan de hand was dat haar man althans via het huwelijk met haar stierf en logisch geredeneerd had Juda volkomen gelijk. Van redelijk standpunt uit zou men dit niet kwalijk kunnen nemen.

In dit verhaal uit zich in de wereld het gebeuren van de wereld als geheel. In Tamar als vrouw leeft de materie, dus de stof komend uit de oude werelden, en deze materie heeft alle vroegere werelden doen vallen. En dit gevaar zou men als men inderdaad veel weet en diep ziet kunnen onderkennen. Het is het gevaar van de nieuwe wereld, die opnieuw dit huwelijk moet aangaan, wetend wat met haar voorgangers is gebeurd. Daarom weigert Juda en om die reden zouden wij allen eveneens geweigerd hebben. Wij zouden in theorie wel kunnen verkondigen en ook mooi vinden dat men zijn plichten moet doen en die kindloze vrouw moet bevrijden, verlossen, maar als het er op aan zou komen zou inderdaad de schrik zodanig zijn dat men het niet zou doen. Om die reden kon Tamar slechts tot vruchtbaarheid komen door Juda te verleiden. En zo verleidt de wereld, de materie, ook ons. Het vlees smaakt goed en daarom eet men dieren. De schittering in de wereld is zodanig dat zij de achtergrond van de dood onzichtbaar maakt en men eigenlijk juichend en blij deze wereld, omhelst. De verleiding is zelfs zodanig dat men haar niet eens meer wil los laten; zo verlost men dan eigenlijk tegen wil en dank. Het is een genade dat men op deze wijze verleid wordt om te verlossen want anders zou men, denkend aan de mogelijke consequenties alle lust verloren zien gaan. Zoals Juda dus gedwongen werd Tamar te verlossen, zo worden wij uiteraard gedwongen de materie te bevrijden. Zouden, wij klaar en duidelijk zien, wij zouden het weigeren, doch juist omdat wij vatbaar zijn voor hetgeen geschreven wordt van Tamar, verkleed als hoer, daarom verlossen wij nog.

Boaz verlost al bewust en is daarom de initiator voor het directe geslacht van David want van Boaz naar David is juist het vierde geslacht en vier geslachten vormen juist de eenheid van de mens zoals de mens ook in zijn leven deze vier geslachten bij zichzelf kan omvatten. (overgrootvader, grootvader, vader en kind).

De andere voor Boaz is Ploni Almoni, dit wil zeggen N.N., naamloos. Die man krijgt dus zeer bewust geen naam want het krijgen van een naam houdt in dat men blijvend een wezenlijk iets op de aarde is. Wij geven weliswaar aan dingen namen en menen daarmede inderdaad dingen te noemen, doch deze naamgeving van ons is zinloos omdat zij geen verband houdt met het wezen van de dingen. Werkelijke naamgeving zoals ook in de Bijbel verteld wordt heeft steeds verband met het wezen van de persoon aan welke men een naam geeft, en als iemand geen naam heeft in die zin, dan heeft die persoon dan ook inderdaad geen wortel. Zo had ook de man die met Jacob worstelde geen naam omdat hij inderdaad voorbijgaand was en alleen datgene dat blijvend is krijgt een naam. Zou die Ploni Almoni inderdaad verlost hebben, hij zou een naam gekregen hebben; omdat hij iemand was, die met eigen maatstaven koos, kon hij niet verlossen en bleef hij een naamloze.


Terug naar Friedrich Weinreb Web Site--Bijbelse en Joodse texten

Hosted by www.Geocities.ws

1