Archeologie




Opgravingen
In Friland heeft elke gemeente een team archeologen in dienst: dit team is aanwezig bij bouwprojecten en controleert of er belangwekkende zaken in de bodem aanwezig zijn. Bouwbedrijven zijn wettelijk verplicht archeologische vondsten te melden; het opzettelijk verzwijgen of zelfs vernietigen van vondsten wordt zwaar bestraft. Daartegenover staat een ruimhartige vergoeding voor de verloren tijd en inkomsten die een eventuele vondst kan veroorzaken. Hierdoor worden belangrijke zaken in de meeste gevallen gemeld en kunnen zij tijdig worden geconserveerd.
        Grafheuvels en andere plaatsen waar lichamen worden aangetroffen mogen meestal niet worden verwijderd. Wanneer dit toch noodzakelijk is, worden de lichamen onderzocht en daarna op een andere plaats herbegraven. Eventuele grafgiften die worden aangetroffen mogen worden tentoongesteld in musea, mits de dode wordt gecompenseerd met voorwerpen van gelijke functie en waarde. Dit is overigens een regel die voortkomt uit de Ferna Sed religie, waarin men gelooft dat de dode voortleeft in het hiernamaals en hij of zij de meegegeven spullen daar nodig heeft.

Monumenten
Veel gebouwen en plaatsen worden als monumenten aangemerkt, wat betekent dat zij met overheidsgeld in stand kunnen worden gehouden en er niets aan mag worden beschadigd. Veel monumenten zijn opengesteld voor het publiek en dienen daarbij als museum.

Musea en re-enactment
Het grootste museum van het land is het Frilandisk Utstallung (Frilands Museum), waar men alles vindt van fossiele trilobieten tot het harnas van koning Țeudrik, een gereconstrueerd Vikingschip en een sabel van Napoleon.
        Ook aan het zogenaamde re-enactment wordt veel aandacht besteedt, zoals bij de jaarlijkse naspeling van de slag bij Dannanwalț, waarin geharnaste ridders te paard de veldslag nog eens dunnetjes overdoen. Een soortgelijke naspeling van de slag bij Algsmar in het huidige Hiveria is door de autoriteiten aldaar verboden omdat de Frilandse bezoekers er zo enthousiast van werden dat ze spontaan met de gendarme op de vuist gingen om de veldslag bijna duizend jaar later alsnog te kunnen winnen.