Zaterdag 13 maart Geen sneeuw meer te zien in de Ardennen.
Vorige week waren er nog drie langlaufpistes open, maar nu lijkt het niks
te worden. Naarmate we echter Botrange naderen, ligt er meer en meer sneeuw. We parkeren de auto
aan de Signal de Botrange en bij het uitstappen schuif ik al direct onderuit
op de spekgladde ondergrond en beland zo terug op de zetel. Aan sneeuw en
ijs dus geen gebrek : er ligt nog 15 tot plaatselijk 20 cm.
We beginnen te wandelen aan de oostkant van de N 68, zo het reservaat in.
Grote delen van het Natuurreservaat zijn gesloten voor het publiek vanwege
de beschermde korhoen. Er leven nog zo'n twaalf mannetjesexemplaren. Het
aantal vrouwtjes is onbekend, ze zijn te goed gecamoufleerd om te kunnen
tellen. Na een tocht van twaalf kilometer komen we terug bij de auto. Nog
effe naar het info center van de Hoge Venen en van daar zetten we onze
tocht verder.
's Avonds zoeken we iets om in te overnachten en belanden
zo in Malmedy. Oorspronkelijk zochten we een rustig plekje, maar
belanden in het centrum van het waarschijnlijk meest toeristische
dorp van de Ardennen.
Nog even naar Francorchamps de sfeer gaan
opsnuiven tijdens de oefenritten van de pro-car series en de
Clio-Cup. |
|
|
Zondag 14 maart |
|
Secundair
naar La Reid, deelgemeente van Theux. Binnenkort zullen we hier weer staan
om de Ardennen Trophy te rijden en alvast de streek
Een collega vroeg me ooit of ik het fort van Eben-Emael nog niet had
bezocht. Ik had er nog nooit van gehoord, maar hij verzekerde me dat het
de moeite moet zijn. Wel, hij heeft gelijk. Meer dan gelijk. Het fort is
gebouwd ter aanvulling van de fortengordel van Luik. Dezelfde type gordel
die we ook rond Antwerpen terugvinden.
Voorts verder naar het fort van Eben-Emael. Even wat geschiedenis
: het toenmalig modernste en krachtigste fort in Europa en van
kapitaal belang voor de bescherming van België. Ondanks de bekende reputatie van het oninneembare fort werd het in
1940 in een mum
van tijd door de Duitsers ingenomen en uitgeschakeld. Het begin van
WO II.
|
|
Meer dan 5500 meter aan gangen, een ondergrondse oppervlakte van 75
hectare (slik!) en voorzien van drie draaibare geschutskoepels en drie
kazematten, elk gericht op een ander doel.
De rest van de beschrijving van het fort en zijn geschiedenis moet je maar
vernemen als je ooit in de gelegenheid komt het fort te bezoeken. Het is
echt de moeite.
|
Koepel 120, de enige geschutskoepel die de inval
overleefd heeft. Hier een maquette van de echte koepel. Via de
rondleiding kom je in de kamer van de koepel terecht. Het linkse
kanon staat in "laadpostie", het rechtse is klaar om te
vuren. |
Praktisch : slechts één dag in de maand is het fort open, inkom
bedraagt 5 euro (en dat is het zeker waard.)
Hoe bereiken ? Autostrade Hasselt-Luik afrit 33, volg
|