The God Machine : Een Lichaam Van Geluid

(Gonzo Circus No8 - June-July-August 93)

Een nogal impulsieve verhuis van San Diego naar Engeland in januari 1990 leidde de leden van The God Machine naar een armzalig krakers- en nomadenbestaan, van de (letterlijk en figuurlijk) zonnige zijde naar de grauwe zelfkant van de maatschappij. Een schrale voedingsbodem waar de ongebreidelde expressiedrift van het drietal welig op woekerde. Hoe uitzichtloos de situatie soms ook was, repeteren oftewel het met massa's decibels vullen van een gekraakte appartementsruimte bleef de meest primaire levensbehoefte. Muziekmaken was en is voor The God Machine dus niet meteen een luchtige vrijetijdsbezigheid, het is veeleer zoiets als ademen, een kwestie van moeten, een middel tot overleven. Rock als dagelijks ritueel, het instrumentaal laten exploderen van opgekropte frustraties. Enkele maanden geleden werd het tachtig minuten durende gitaarepos 'Scenes from the Second Storey' uitgespuwd, een geslaagd afgietsel in muzikale moza�ekvorm van die struggle-for-life-periode. Agressie en verbittering vormden weliswaar de belangrijkste drijfveer tijdens het komponeren van deze reeks klanklandschappen, toch is de plaat zo somber en zwaarmoedig als je ze zelf maakt, meent zanger-gitarist Robin Proper-Sheppard. De sympathieke, praatgrage hoofdmachinist gidste ons o.m. langs enkele scenes uit dit indrukwekkende dertienluik.

Scene 1. Home

"Black car wrong side of the road saying look jack we're taking him home to his promised land see the woman point to the sky cross her heart and hope to die jesus made her do it (...)"
Sheppard: "Voor de video van 'Home' hebben we niet minder dan twintig verschillende regisseurs aangesproken. Aanvankelijk lag het in onze bedoeling om zelf een soort filmpje te maken bij het nummer, omdat we natuurlijk zelf het beste aanvoelden welk soort beelden bij onze muziek horen. Wat we wel niet zo goed wisten, was hoe zo'n verfilming aan te pakken. We hadden slechts een beperkt budget. Het leek ons daarom beter om het, in plaats van het misschien zelf aan nutteloos beeldmateriaal te verbrassen, te besteden aan een ervaren regisseur.
Uiteindelijk viel onze keus op een co-regisseur van Derek Jarman. De uiteindelijke video (waarin typische schilderachtige Jarman-taferelen in voorkomen, sf) is een voortreffelijke cinematografische vertaling van de gevoelens in dat nummer. Het rare is dat we, toen we nog in San Diego musiceerden, vaak vergeleken werden met Michael Nyman, iemand wiens muziek vaak gebruikt wordt in films van Jarman en aanverwante regisseurs als Peter Greenaway. Geen toeval dus dat de samenwerking met deze regisseur vlot verliep.
Wat me vooral aantrekt in de video is het feit dat we met deze regisseur alle rockclich�s hebben kunnen vermijden. Van de gemiddelde MTV-video kan dat immers niet gezegd worden. We wilden gewoonweg niet geassocieerd worden met de ikonen of outfits die blijkbaar bij bepaalde genres horen. Vandaar dat de regisseur me aanraadde een net wit hemd aan te trekken. Trouwens, ook in het dagelijkse leven draag ik graag losse pakken, alleen op toernee is dat niet zo handig.
Door de clich�s te vermijden overstijgt de video ook een beetje de tijdelijkheid. Het is een soort kunstwerkje, maar geen kunst om per se artistiek te willen overkomen. Daarvoor verwijst het nummer zelf ook te veel naar andere elementen uit de realiteit. Toch zullen de hippe college-studenten een dergelijke smaakvolle video wel kunnen appreci�ren (lacht)."
Met de verhuis van San Diego naar Engeland is de groep haar home min of meer verloren. Robin vertelt op een vurige wijze over de turbulente wederwaardigheden van het drietal na hun aankomst in Manchester. Sheppard: "We waren aanvankelijk eigenlijk helemaal niet van plan om naar Engeland te verhuizen. We hadden San Diego verlaten omdat we uitgekeken waren op de stad en de staat Californi� in het algemeen. Toen we in New York belandden, besloten we om inees de hele States maar te verlaten. We waren jong en hadden nog niet veel meegemaakt in ons leven. Kortom, we wilden eens echt op avontuur uit gaan. Nu had ik ooit van een tourmanager van een tamelijk grote Engelse groep, het voorstel gekregen dat als ik naar Engeland zou komen, deel uit zou kunnen maken van zijn crew en op onderdak bij hem zou kunnen rekenen. Dat trok ons allen wel aan, zo'n leven on the road. Eenmaal aangekomen in Engeland bleek, na�evelingen die we waren, van dat alles echter niets waar te zijn. We waren kompleet op onszelf aangewezen en op de 80 dollar zakgeld die we bij ons hadden. We waren dus niet alleen thuisloos maar ook dakloos, dus kraakten we maar ergens in Camden zo'n leegstaand, dichtgespijkerd appartement.
Het tweede probleem was geld verdienen, we hadden geen werkvergunning, zodat we enkel in het illegale werkcircuit aan baantjes konden geraken. Op die manier hebben we een tijdje op de fruitmarkt gewerkt. Het verdiende geld investeerden we vooral in het kopen van muziekapparatuur; ons eigen materiaal hadden we immers in San Diego achtergelaten, om dat het niet in onze bedoeling lag om in Engeland een groep te gaan oprichten. De omstandigheden dreven ons er echter toe. We zaten in een situatie van all or nothing.
In het begin moesten we het rooien met een krakkemikkig drumstel en enkele armtierige flutversterkertjes. Uiteindelijk stond ons repetitielokaal volgepropt met Marshalls en andere volumineus materiaal. Onze bedoeling was immers die hele ruimte massief te maken met lawaai."
De bizarre anekdote over de oude buurvrouw die uit deze periode stamt (zie ook Gonzo Circus nr.7) blijkt geen verzinsel te zijn.
Sheppard: "Het is inderdaad waar. Naast de plaats waar we repeteerden, woonde er deze kompleet dove vrouw. Toen ons lawaai echt oorverdovende afmetingen begon aan te nemen en we nog altijd geen klachten kregen, besloten we om zelf toch eens een kijkje te gaan nemen bij haar. Van het lawaai bleek ze echt geen last te hebben, alleen haar pacemaker dus, die bleek af en toe zomaar ineens over te slaan... Uiteindelijk zijn ze haar op een morgen komen weghalen, ik weet niet wat van haar geworden is.
Het waren echt zware tijden daar in Enegeland, maar ik ben blij dat ik ze meegemaakt heb. Vroeger in San Diego, toen we nog bij onze ouders woonden, kregen we altijd alles wat we maar verlangden. In Engeland leerden we vanuit een heel ander, marginaal perspektief naar de samenleving kijken. We zijn er echt van onder nul moeten beginnen. Het was een harde maar goede leerschool."
De groep wist zich uiteindelijk vanuit de V.S. een offici�le werkvergunning voor Groot-Brittanni� te verschaffen; verscholen in de cargo van een ferry werd het thuisland terug bereikt. The God Machine werd er echter, net als in Groot-Brittanni�, niet echt als een 'thuisgroep' onthaald.
Sheppard: "In de V.S. speelden we tot dusver slechts zes shows, maar nergens dacht men dat wij Amerikanen zijn. We ontmoetten ergens een meisje dat al onze eerste singles via import had verzameld, zelfs zij dacht dat we een Engelse groep waren. En dat is vreemd omdat ik altijd denk dat wij veel te Amerikaans klinken om als Engels of Europees beschouwd te worden. Ik heb er echter geen problemen mee, integendeel, ik vind het een kompliment Europeaan genoemd te worden, net zoals de Australi�r Nick Cave wegens zijn lange verblijf in Berlijn soms als een Europeaan beschoud wordt.
Ook in Engeland zelf heeft men moeite om ons te plaatsen, maar we behoren zeker niet tot de Amerikaanse gitaarscene. Dat bleek uit de vouwposter met het A-Z van de grunge - ik haat dat woord - die Melody Maker een aantal maanden geleden publiceerde. Totaal ungrungy bands als Metallica, Throwing Muses, Jane's Addiction kwamen daar op voor, maar geen God Machine bij de G. Ik kontakteerde daarop de persman waarmee wij samenwerken en die ook had meegeholpen aan het opstellen van die poster en ik kreeg te horen: "You're not an American band anymore, you're not a grunge band."
Van heimwee naar San Diego heeft Robin vooralsnog geen noemenswaardige last. Sheppard: "Afgelopen Kerstmis heb ik nog in San Diego doorgebracht, maar ik was blij toen ik er weer weg was. Als ik er langer dan drie weken ben, krijg ik namelijk last van claustrofobie. Ik hou wel van het klimaat en het watersportleven dat dat inhoudt en zo, maar in kultureel opzicht betekent San Diego en ook de rest van Californi� drie keren niets, het is me te ge�soleerd. Ik heb anderzijds wel veel respect voor lokale San Diego-bands zoals Drive Like Jehu en Trumans Water die het uiteindelijk zonder San Diego te verlaten toch min of meer gehaald hebben. Drive Like Jehu haalde met hun recentste CD nummer 9 in de college charts en dat is niet niks. Ik vraag me af hoe ze er op onze plaat gaan reageren.
Maar, om terug te komen op je vraag, ik prefereer voorlopig nog het zwerversleven dat de groep tegenwoordig in Europa leidt. Later, als ik mijn vijfendertigste gepasseerd ben zal ik me wellicht in San Diego vestigen, m�t vrouw en kinderen."

Scene 2. She said
"(...) you can paint your sky any colour any colour it's all up to you she said you can paint your dark as dark you need and she said you can paint your light as light as you please it's all up to you (...)"
Sheppard: (leest met mijn vertalershulp het God Machine-artikeltje uit Gonzo Circus nr.7) "De recensies over de plaat benadrukken over 't algemeen die donkere schaduwzijde, de woede ervan. In deze regels uit 'She Said' stel ik het zelf toch wat genuanceerder voor: als jij vindt dat 'Scenes...' in een nogal pessimistische, sombere sfeer baadt, dan zegt dat minstens evenveel over jezelf als over de plaat. Het is jouw luisterervaring: "It's up to you".
Ik hou doorgaans niet van het vastpinnen van teksten op bepaalde betekenissen maar ik zal voor deze keer eens een uitzondering maken. 'The Sky', de hemel, fungeert hier als een symbool voor het leven, de realiteit en die kleur je zo donker of zo licht, zo zwart of zo blauw in als je zelf wilt. Alles heeft zijn donkere en lichte zijde, 't is maar van welke kant je het bekijkt.
En wat die woede betreft... ik denk dat 'Scenes' veeleer een uitdrukking van pijn is dan van woede. De pijn van het eenzaam zijn. Het soort eenzaamheid dat je plots overvalt als je je in een kamer bevindt met mensen waarmee je zogezegd veel gemeen hebt, terwijl je je realiseert dat er van een hechte band totaal geen sprake is."

Scene 3. Dream machine

"Talk to yourself because no one else will and shine your star shine your star lock your door and keep the strangers away talk to your imaginary friends that only you can see and stare stare into your dream machine see what you see but don't say that you see it hide yourself less someone will steal it hide your love sunday velvet."
Sheppard: "De activiteit van het staren in een droommachine, een in de jaren '60 door Gysin ontworpen bewustzijnsverruimend apparaat (zie illustratie, sf), symboliseert goed die eenzaamheid.
De eenzame mens zoekt zijn toevlucht in fiktieve werkelijkheden, soms in z'n eentje, soms samen, maar ook in het laatste geval is men, samen dan, eenzaam.
Dus niet de woede, maar de eenzaamheid en het klaustrofobische is belangrijk in onze muziek. Stel je iemand voor, moederziel alleen op de bodem van de Grand Canyon, schreeuwend om hulp: zo voel ik me ook vaak. Ik sta daar te schreeuwen maar er is niemand die luistert en hoe harder ik schreeuw hoe hopelozer ik word.
Misschien is The God Machine soms ook wel een soort dream machine: wanneer wij ons staan uit te leven op het podium en het publiek er onverschillig bij blijft, wat gelukkig niet altijd het geval is. Meestal is het echter zo, denk ik, dat vooral het ervaren van andermans muziek als een soort droommachine kan fungeren. De muziek van The God Machine is mijn muziek, ik kan daar moeilijk afstand van nemen, ik kan daar niet als een buitenstaander naar luisteren en in opgaan. Je kan het vergelijken met een schilderij. Al betreft het een fruitschaal, een landschap of een abstraktie, je zal er, als maker ervan, toch altijd jezelf in blijven herkennen. Zo gaat het ook wanneer ik nummers schrijf. In sommige gevallen vormt iemand anders wel eens de aanleiding voor het nummer, maar uiteindelijk handelt het toch altijd over mezelf. Wij zijn allemaal spiegels van elkaar.
The God Machine is dus niet meteen een dream machine. Nu ga je me zeker vragen wie mijn imaginaire vrienden dan wel mogen zijn?" (lacht) Neen, wees gerust (kleine pauze). Wie zijn eigenlijk die imaginaire vrienden van je?
Sheppard: (Bulderlach).
Hoewel Sheppard The god Machine niet als een bewustzijnsverruimend middel beschouwt, is de groep toch een levensnoodzakelijke uitlaatklep. We vroegen de zanger-gitarist in welke mate zijn muziek louterend werkt. Sheppard: "Je hebt het over katharsis. Dat is een woord dat de journalisten nog al eens graag in de mond nemen als ze 't over The God Machine hebben. Ik weet niet of ik onze muziek puur als een loutering, het in het reine komen met iets moet zien. Meer nog, en dat sluit aan bij wat ik daarnet reeds zei, het is gewoon moeilijk om als muzikant je muziek in woorden te beschrijven. Als ik dat voor mijn eigen groep moest doen, zou dat zeker niet op hetzelfde neerkomen als de uitleg die andere mensen aan de muziek geven. De enige manier hoe ik in feite onze muziek kan doorgronden is door te zien hoe jij en het publiek die ervaren. Ik weet natuurlijk wel wat mezelf emotioneel raakt en wat ik voel tijdens het scheppen van muziek, maar om dat in taal te gieten... Dat is moeilijk, temeer ook omdat onze muziek zo cinematografisch is. 'Scenes...' is bijna zoiets als een beeldhouwwerk, een tastbaar lichaam van geluid. Ik merk dat vele journalisten karrevrachten adjektieven aanwenden om dat lichaam dan toch maar min of meer te kunnen omschrijven. De beste manier waarop ikzelf mijn muziek kan beschrijven is door ze live uit te voeren."
Omdat Sheppard op een intrigerende wijze uitweidt over dit onderwerp, ga ik er wat verder op in en schotel hem een citaat uit het interview met Grant Hart (Gonzo Circus, nr.7) voor: "Het punt is dat je loutering en blijdschap kunt bereiken door de katharsis die een zelfgemaakt nummer je brengt, maar steeds hetzelfde herleven telkens je dat nummer weer zingt, lijkt me ongeloofwaardig, onmogelijk."
Sheppard: "Daar ben ik het niet echt mee eens. Bij bepaalde nummers ervaar ik telkens opnieuw de konkrete aanleiding waarom ik ze geschreven heb. Van 'It's All Over' heb ik, wanneer ik het op het podium breng, zeer klaar voor ogen hoe het tot stand is gekomen. Echt, dan krijg ik kippevel over gans mijn lijf en moet ik bijna wenen. Andere songs stapelen bij elke uitvoering dan weer nieuwe beelden in me op, zonder dat daarmee het originele gevoel echt verdwijnt. Nummers als 'Blind Man' en 'Home' vul ik gevoelsmatig altijd in met andere beelden. Ik probeer me de nummers immers altijd te visualiseren, ik maak mentale beelden terwijl ik speel. Dat is min of meer de essentie van mijn songschrijverschap: simpelweg het in geluiden beschrijven van wat ik zie met mijn ogen dicht. Een regel als "see the woman point to the sky" uit 'Home' krijgt, afhankelijk van de manier waarop ik het breng, afhankelijk van de expressie dus, andere betekenissen. Ik ga daar natuurlijk niet op het podium naar de lucht staan te wijzen (lacht). Wat ik eigenlijk wil zeggen, is dat een goed nummer imaginaire kwaliteiten moet hebben."

Scene 4. the God Machine (deus ex machina)

Sheppard: "Wat ik daarnet zei over de betekenisveranderingen in sommige nummers, geldt ook voor de groepsnaam, ook die is onderhevig aan gelijksoortige wijzigingen. De naam verwijst zeker niet alleen naar een religieus gegeven. Trouwens, het woord 'God' is zo leeggebruikt dat het in feite elke mening en intensiteit verloren heeft. Dat afgesletene van het woord zit min of meer vervat in de betekenis van de groepsnaam.
Ik ben gelukkig niet met zeer harde religieuze hand opgevoed, maar, ondanks dat, slagen godsdiensten als het katholicisme er toch in mensen met een verwrongen geweten of een schuldgevoel op te zadelen. het gebruik van het woord 'God' is voor mij daarom ook nauw verbonden met het opgroeien en het onderworpen zijn aan dat schuldcomplex en de pogingen om dat te ontvluchten.
Dus vervang, als je wil, in The God Machine, God door 'het leven' en Machine door 'ervaring, opgroeien'."

Scene 5. I've seen the man
"I've seen a man on the corner preaching of his god i've seen another that doesn't want the burden of his cross but I stand dead in the centre with nothing at all (...)"
Sheppard: "Mijn standpunt met betrekking tot religieuze, filosofische kwesties is zeer bescheiden. Ik wil niemand mijn idee�n opdringen. Dat moge blijken uit de regel "I stand dead in the centree with nothing at all", uit 'I've Seen the Man'. Ook hier herken ik weer meerdere betekenissen. Ten eerste, twee mensen zijn aan het diskussi�ren over het leven ik, ik weet niks van het leven. Of het gaat over twee mensen die mij reeds vermoord hebben en naast mijn lijk nog wat verder staan te kibbelen.
Als jongere dien je vaak heel wat dogma's te overleven. Het enige middel waarmee dat lukt is het kre�ren van je eigen filosofietje. Religie, bijvoorbeeld, is zo alomtegenwoordig in de V.S.: je draait aan de T.V.-knop en wat zie je? Een predikant die met hel en vagevuur dreigt. En veel mensen trappen daar nog in ook, in dat kulpabiliseren door die schurken. Sommige mensen denken echt dat ze geld moeten sturen om zich beter te voelen, nadat ze bijvoorbeeld iemand anders bedrogen hebben met geld of zo (lacht). Geld redt niet. Vanaf het moment dat er misdaden of fouten begaan worden, is de hel hier op aarde. als je geweten je dwarszit omdat je op aarde iets verkeerds gedaan hebt, hoef je geen geld meer te sturen om de hel te vermijden. Dan heb je de hel immers reeds hier gekreerd. Maar ja, religion is the drug..."

Scene 6. Scenes from the second storey

'Scenes...' munt uit door zijn rijke, soms grillige geluidstextuur; The God Machine lardeert haar nummers met her en der geleende muziekcitaten, vertellersstemmen en andere onidentificeerbare strookjes geluid, waardoor sommige songs als het ware verschillende verdiepingen krijgen. Sheppard omschreef deze toegevoegde geluidswaarde in het begeleidende CD-boekje als "atmospheric nuances and nuisances" (vrij vertaald atmosferische nuances en irritaties).
Sheppard: (lacht) "Ja, niet alle van die bijgeplakte geluidjes liggen even gemakkelijk in het gehoor. Op het eind van het nummer 'Seven' duikt op de achtergrond allerlei lawaai op, onder meer een mix van geluiden van walvissen en walvisvaarders. Als je daar met je koptelefoon gekoncentreerd naar luistert, zal je merken dat dat niet bepaald een stimulerende invloed op je spijsvertering heeft.
Aan de hand van dergelijke spelletjes wilden we in de eerste plaats een beetje humor aan het album toevoegen. Mensen zouden anders nog kunnen gaan denken dat wij onze lach verloren hebben en dat is zeker niet het geval (lacht). Als je goed luistert merk je dat er nogal veel tongue in cheek-humor, nogal veel zelfrelativering in de plaat steekt, maar dat wordt natuurlijk nogal gemakkelijk overschaduwd door het overwegend serieuze karakter van de songs.
Andere ingelaste geluiden zijn dan weer sfeerscheppend, zoals de Oosterse gezangen in 'The Desert Song', of de intro en outro van 'Home', een fragment uit een plaat van 'Le Myst�re des Voix Bulgares' dat veel voor me betekent. Pas op, ik begrijp er eigenlijk niets van, maar emotioneel raakt me dat heel diep, you know what I mean?'

Stefan Flipkens

Transcribed by Philippus Baalman

Hosted by www.Geocities.ws

1