Achternaam: Cornets de Groot

Voornaam: Rudy

Doopnamen: Rudolf Adriaan

Geboren: 03-02-1929

Te: Bandoeng (Indonesië)

Overleden: 06-03-1991

Te: Leiden

Pseudoniem(en): R.A. Cornets de Groot publiceerde in 1984 de roman 'Liefde, wat heet!'onder het pseudoniem Simon Lucard. Hij gebruikte ook het pseudoniem Bouwen Bake (6 'pornografische sonnetten'). Onder het pseudoniem A.R. Ronin publiceerde hij in de provo-blaadjes 'Iets' en 'Lynx'.

Werk:

Poëzie:

• 'Pornografische sonnetten' (1968)

Proza:

• Liefde, wat heet! (1984)
• Tropische jaren (1986)

Aforismen:

• 'Bikini's van mijn naakte waarheid' in 'Kentering' (nr. 5, september/oktober 1968)

Essays:

• De chaos en de volheid (1966) (Een vijfvoudig essay over S. Vestdijk)
• De open ruimte (1967) (Opstellen over: A. Roland Holst, G. Achterberg, J.H. Leopold, S. Vestdijk, H. Mulisch, S. Vinkenoog, Lucebert)
• De zevensprong (1967) (Essays over Jacob van Maerlant, H. Gorter, W.F. Hermans, Lucebert, H. Mulisch, S. Vestdijk, J. v.d. Noot)
• Labirinteek (1968) (Opstellen over G. Gezelle, A.C.W. Staring, J.G. Elburg, Lucebert, W. Elsschot, A. Donker, H. Gorter, M. Nijhoff, R. Campert, C. Crul, G. Achterberg)
• Een wijze van lev/zen (1969) (Een verhalend essay van een tijdgenoot van Poot, Feith en Gagarin)
• Contraterrein (1971) (Opstellen over G. Achterberg, R. Feith, H. Gorter, W.F. Hermans, H. Mulisch, S. Vestdijk e.a.)
• Vestdijk op de weegschaal (1972) (bloemlezing met inleidingen)
• Intieme optiek (1973) (Een feuilletonessay)
• De kunst van het falen (1978) (Een ego-document)
• Met de gnostische lamp (1979) (Krimi-essay over de dichtkunst van Lucebert)
• Striptease. Een anti-esay (1980)
• Ladders in de leegte (1981) (Essays; hoe komt de schrijver aan zijn woorden?)
• De dichter-zanger J.H. Speenhoff of zelfportret met liedjes (1990)

Bloemlezingen:

• Lucebert, Poëzie is kinderspel (1968)

'Gebloemleesd'

Proza

• 2 essays in 'Kritisch Akkoord 1969' (Eugène van Itterbeek, Bernard Kemp, Alfred Kossmann en Lambert Tegenbosch) (1969)
• 4 citaten in 'Standaard modern Citatenboek' samengesteld door Gerd de Ley (1973)
• 1 citaat in 'Aforistisch bestek 1944-1974, door Gerd de Ley (1976)

Tijdschriften:

• R.A. Cornets de Groot debuteerde in 1962 in 'De Gids' met 'De artistieke opbouw van Vestdijks romans'.
• In 1963 publiceert hij 'Bikini' in 'Randstad'. In dit artikel introduceert hij het systeem van de kosmische metafoor.
• Onder het pseudoniem A.R. Ronin publiceerde hij in de provo-blaadjes 'Iets' en 'Lynx'.
• Vanaf 1964 schreef R.A. Cornets de Groot literaire kritieken voor diverse tijdschriften.
• R.A. Cornets de Groot publiceerde o.a. in 'Maatstaf', 'Kentering', 'Raam', 'Soma', 'Podium', 'Bzzlletin', 'Het Parool', Nieuw Vlaams Tijdschrift', 'De Vlaamse gids', 'Literama', 'De Syllabus', 'Vestdijkkroniek', 'Indische letteren' en 'Elseviers literair supplement'.

Diversen: (Zonder een schijn van volledigheid)

• R. A. Cornets de Groot werkte mee aan literaire programma's van de NCRV, de RVU en de BRT.
• R.A. Cornets de Groot schreef een inleiding voor'Chambre-antichambre' van Lucebert en Bert Schierbeek (1978)

Literaire prijzen:

R.A. Cornets de Groot was lid van de jury voor de Prozaprijs van de gemeente Amsterdam 1969, van de Feniks-prijs 1970 en 1971 en van de Essayprijs van de gemeente Amsterdam 1971.

R.A. Cornets de Groot was lid van de jury voor de P.C. Hooftprijs 1984. De jury gaf het advies deze prijs toe te kennen aan Hugo Brandt Corstius. De verantwoordelijk minister Brinkman weigerde deze prijs toe te kennen, waarna een rel ontstond. De P.C. Hooftprijs verdween als staatsprijs. In 1987 werd hij voor het eerst in de nieuwe systematiek toegekend... aan Hugo Brandt Corstius.

Opmerkingen:

• R.A. Cornets de Groot werd in Indonesië geboren als zoon (tweede kind) van Piet Cornets de Groot en Anna Maria Francisca Haagsma. (Hij was een 'rechtstreekse' afstammeling van de uit de Nederlandse geschiedenis bekende Hugo de Groot). Hij werd Rudolf genoemd, naar de filmster Rudolph Valentino en Adriaan naar een voorvader.
• Het gezin woonde op diverse plaatsen op Sumatra (Palembang, Muaraenim, Teloek Betoeng) en op Java. Zijn vader was controleur 1e klasse voor de PTT.
• In 1934 was het gezin een (verlof)jaar in Nederland.
• Tijdens de Tweede Wereldoorlog wist zijn moeder met hem en zijn zusje met vervalste papieren uit het concentratiekamp te blijven. Ze verhuisden naar Bandoeng, waar zijn vader wel in een 'Jappenkamp' zat.
• Direct na de oorlog was hij getuige van plunderingen en lynchpartijen. In 1946 kwam hij met zijn moeder en zusje naar Nederland. zijn vader volgde in 1954 (hij heeft dan zijn pensioen 'gehaald'). Ze woonden in Den Haag aan de Laan van Meerdervoort en aan de Hanenburglaan.
• R.A. Cornets de Groot volgde de HBS (Johan de Wittcolege) in Den Haag. Hier kwam hij in contact met het werk van Lucebert, Elburg en Rodenko.
• Na zijn eindexamen ging hij in militaire dienst, waar hij het tot korporaal bracht.
• Hij werkte op het Centraal Bureau voor de Statistiek en haalde via de avondopleiding aan de Haagse Academie voor Beeldende Kunsten de akte L.O.-tekenen. Ook volgde hij een cursus decoratief schilderen.
• In 1953 maakte hij een fietstocht naar Parijs.
• In 1955 trouwde hij met Willy van de Berge. Ze kregen twee dochters (Andrea -1957 en Saskia - 1959) en een zoon (Rutger Hugo - 1963). Ze woonden op een bovenverdieping aan de Dennenweg in Den Haag.
• Omdat er een tekort was aan onderwijzers (i.v.m. de na-oorlogse geboortegolf) liet hij zich middels een spoedcursus omscholen. Van 1956 tot 1966 werkte hij (als invaller) bij het onderwijs in Den Haag.
• In 1966 verloor hij zijn baan als onderwijzer. Hij kreeg een (kleine) uitkering en verrichtte correctiewerk voor het LOI (cursus Journalistiek)
• Van 1957 tot 1959 studeerde hij geschiedenis. Hij maakte deze studie niet af. In 1962 ging hij M.O.-Nederlands studeren.
• In 1967 haalde hij de akte M.O.-A Nederlands.
• Hij kreeg een regeringsopdracht (n.a.v. zijn debuut in 'De Gids' om een studie over Vestdijk te schrijven). Dit werd 'De chaos en de volheid' (1966), waarop Vestijk in 'Maatstaf' (1967) reageerde.
• R.A. Cornets de Groot werd in 1968 leraar Nederlands aan het Lodewijk Makeblijde Lyceum in Rijswijk. Hij werkte hier tot 1984.
• In 1974 scheidde hij van zijn vrouw Willy. Hij verhuisde naar Rijswijk.
• Hij werd verliefd op Leo Opdenakker, een leerling van hem en verliet vrouw en kinderen om met haar te trouwen. Ze woonden in Leiden (Oude Singel, later Herenstraat). In 1977 werd een dochter (Machteld) geboren.
• In mei 1989 kreeg hij een hartaanval. Hij werd hierna meerdere malen in het ziekenhuis opgenomen.
• R.A. Cornets de Groot werd beïnvloed (in de zin dat hij door hen én over hen ging schrijven) door Vestdijk, Mulisch en Lucebert. Hij ontdekte (en schreef over) de astrologie in het werk van Vestdijk, het gnosticisme bij Lucebert en de alchimie bij Mulisch.
• Hij stelde een boemlezing samen uit het werk van Lucebert (Poëzie is kinderspel) en publiceerde ook essays over hem (o.a. in 'De zevensprong', 'Labirinteek', 'De open ruimte' en in 'Ladders in de leegte').
• Als essayist onderscheidde hij zich door een minder wetenschappelijke (hij ging niet uit van een vaste, vooropgestelde methode) en meer persoonlijke en ook creatieve manier van schrijven. Omdat dit afweek van de gangbare manier van essays schrijven, was het niet onomstreden.
• Hij gebruikte vaak de term 'kosmische metafoor'. In goed literair werk bestaat volgens hem altijd een relatie tussen de werkelijkheid en de kosmos. Wanneer deze relatie ontbreekt is het geen goede literatuur.

Anderen over R.A. Cornets de Groot :

• Onder de hedendaagse essayisten behoort R.A. Cornets de Groot tot de interessantsten, daar is na het vijftal bundels dat hij sinds 1966 deed verschijnen en waarin hij zich deed kennen als een onafhankelijk denkend, speurend, oordelend en stilerend auteur geen zinnige twijfel aan. (C.J.E. Dinaux, Utrechts Nieuwsblad, 04-08-1973)
• Misschien raakt Cornets zijn kern wel het diepst als hij zegt: "Voor mij is alle literatuur mythologie. Als je maar diep genoeg zoekt, lukt het je wel om dat in te zien." De ironie maakt onverbrekelijk deel uit van zijn visie. (Jan Verstappen, Nieuwe Linie, 28-11-1973)
• Maar vind je nou niet dat er een paar uitstekende essays geschreven zijn door verschillende mensen. Ik noem bijvoorbeeld Rodenko, Cornets de Groot. (Lucebert, Hollands Diep, 05-06-1976)
• R.A. Cornets de Groot, die zich in zijn subjectieve essayering gemakkelijk laat verleiden tot het doen van volstrekt oncontroleerbare uitspraken, maar zeker enthousiasmerend schrijft. (Ik probeer mijn pen, blz. 261)
• Een onconventionele, erudiete solitair in de Nederlandse letteren (Jan G. Elburg)
• Cornets de Groot was waarschijnlijk (met Donner, alweer) de eerste die begreep dat de onorthodoxe ideeën die Mulisch zo kwistig door zijn werk strooit, [...] voor een goed begrip van dat werk onmisbaar zijn. Hij was ook de eerste die het hermetische karakter van dat werk begreep, en er iets mee wist aan te vangen. (Piet Meeuse, ‘Een anarchist in de letteren’, De Revisor, 1993/1, jan-feb 1993, blz. 57)
• Of de elegante poëzie-interpretatie van Lucebert-kenner Cornets de Groot, die laat zien hoe een op het oog ondoorgrondelijk gedicht heel inzichtelijk wordt als we het woordenboek erbij halen. (Yra van Dijk, Volkskrant, 07-01-2000)

Mijn favoriete citaat:

Naar een overzicht van citaten van R.A. Cornets de Groot

Links:

• Raban Internet Antiquariaat - voor tweedehands boeken van R.A. Cornets de Groot
• De open ruimte - R.A. Cornets de Groot
• Koninklijke Bibliotheek - Cornets de Groot
• DBNL - R.A. Cornets de Groot

Bronnen o.a.:

• Gerd de Ley, Aforistisch bestek 1944-1974 (1976)
• H.J.M.F. Lodewick e.a., Ik probeer mijn pen (1979)
• C. Buddingh', Dagboeknotities 1967-1972 (1979)
• Winkler Prins lexicon van de Nederlandse letterkunde (1986)
• Internetblz. 'Levensbericht' (zie 'Links')